-
- Anna: genadig
- Balthasar: God (Bal) beschermt
- Bethlehem: broodhuis
- Christus: gezalfde
- David: geliefde, lieveling
- Elihu: Jaweh is God
- Elisabeth: gewijd aan God, God is mijn eed
- Gabriël: kracht van God of man van God
- Herodes: heldenkind
- Hillel: God is prijzenswaardig
- Immanuël: God zij met ons of God is in ons
- Jezus: God redt
- Joachim: God zal vestigen, richt op, doet opstaan
- Johannes: God is genadig
- Jozef: God zal toenemen
- Juda: virtueus
- Kaspar: schatbewaarder
- Maria: schoon, door God (Amon) bemint, zee, bitter
- Melchior: koning van zijn stad
- Salomé: vrede
- Simeon: luisteraar
- Zacharias: gevierd door God