‘De leer waarvan wij hier de theorie weergeven, staat volkomen op zichzelf en is onafhankelijk van alle andere lijnen. tot nu toe was zij volkomen onbekend. Evenals de andere lijnen maakt zij gebruik van de methode van de symboliek en een van haar voornaamste symbolen is de figuur die ik heb genoemd, namelijk de in negen delen verdeelde cirkel.’
‘De cirkelomtrek is verdeeld in negen gelijke delen. Zes van de deelpunten zijn verbonden door een figuur die symmetrisch is ten opzichte van de verticale middellijn. Voorts is het bovenste deelpunt de top van een gelijkzijdige driehoek die de deelpunten verbindt welke geen deel uitmaken van de eerste figuur.’
‘Dit symbool is nergens te vinden in het “occultisme”, noch in de boeken, noch in de mondelinge overlevering. De betekenis ervan werd door hen die haar kenden zo groot geacht dat zij het noodzakelijk oordeelden de kennis ervan geheim te houden.’
‘Het symbool in de vorm van een cirkel verdeeld in negen delen met de negen op een bepaalde wijze getrokken verbindingslijnen tussen de deelpunten, brengt de vereniging van de wet van zeven met de wet van drie tot uitdrukking.’
‘Het octaaf heeft zeven tonen en de achtste is een herhaling van de eerste. Met inbegrip van twee ‘aanvullende schokken’ die de intervallen mi-fa en si-do opvullen, zijn er dus negen elementen.’
‘De volledige constructie van dit symbool vormt een volkomen uitdrukking van de wet van de octaven. Die constructie is ingewikkelder dan de figuur welke hier is weergegeven. Deze laatste toont echte reeds de innerlijke wetten van één octaaf en zij laat een methode zien om tot de kennis van de wezenlijke aard van iets door te dringen door dit op zichzelf te onderzoeken.’
‘Het geïsoleerde bestaan van een ding of verschijnsel dat men onderzoekt, is de gesloten cirkel van de eeuwige herhaling van een zich ononderbroken voltrekkend proces. De cirkel zelf symboliseert dit proces, de deelpunten op de omtrek symboliseren de etappen van het proces. Het symbool in zijn geheel is do, hetgeen uitdrukt dat het een gordend en volledig bestaan heeft. Het is een cirkel, een volkomen cyclus. Het is de nul van ons decimaal stelsel; in haar geschreven vorm stelt de nul een gesloten cyclus voor. Zij bevat in zichzelf alles wat nodig is voor haar eigen bestaan. Zij is geïsoleerd van haar omgeving.
‘De opeenvolging van de etappen in het proces moet in verband gebracht worden met de opeenvolging van de overige getallen – 1 tot en met 9. Met de volgende etappe, die het interval si-do opvult, wordt de cyclus voltooid, dat wil zeggen zij sluit de cirkel die in dit punt opnieuw begint. De top van de driehoek overbrugt de dualiteit van zijn basis en opent de mogelijkheid voor de menigvuldige verschijningsvormen van zichzelf in de meest uiteenlopende driehoeken, juist zoals de top van de driehoek zich ook eindeloos weerspiegelt in de basis. Daarom is elk begin en elke voleinding van de cyclus gelegen in de top van de driehoek, in het punt waar begin en einde samenvallen, waar de cirkel zich sluit en in de eindeloos voortgaande cyclische stroom klinkt dit punt als de twee do’s van het octaaf. Maar het is de negende etappe die de cyclus afsluit en waarmee een nieuwe cyclus begint. daarom staat bij het bovenste punt van de driehoek, het punt dat overeenkomt met do, het getal 9; en de getallen 1 tot en met 8 worden over de overige punten verdeeld (zie figuur).’
‘Wanneer wij vervolgens overgaan tot de bespreking van de ingewikkelde figuur binnen de cirkel, moeten wij trachten de wetten te begrijpen die aan de constructie ervan ten grondslag liggen. de wetten der eenheid weerspiegelen zich in alle verschijnselen. Het decimaal stelsel is op dezelfde wetten gebaseerd. Als wij een toon – waarin een heel octaaf besloten ligt – als eenheid nemen, moeten wij deze eenheid in zeven ongelijke delen verdelen om de zeven tonen van dit octaaf te verkrijgen.’
‘Maar in de grafische voorstelling wordt met deze ongelijkheid geen rekening gehouden en bij de constructie wordt eerst één zevende, dan twee zevenden, vervolgens drie, vier, vijf zes en zeven zevenden genomen. In decimalen uitgedrukt zijn deze delen:
1/7 = 0,142857
2/7 = 0,285714
3/7 = 0,428571
4/7 = 0,571428
5/7 = 0,714285
6/7 = 0,857142
7/7 = 0,999999
‘Bij beschouwing van de aldus verkregen reeksen van periodieke decimalen zien wij dat in alle behalve de laatste, de perioden uit precies dezelfde getallen bestaan die elkaar in een bepaalde rangorde opvolgen, zodat, als wij het eerste getal van de periode kennen, wij de hele periode kunnen reconstrueren.’
‘Als wij nu langs de omtrek van de cirkel de graden 1 tot en met 9 plaatsen en de in de periode begrijpen getallen in dezelfde volgorde waarin zij hierin staan door rechte lijnen verbinden, zullen wij, onverschillig met welk getal wij beginnen, de figuur verkrijgen die zich in de cirkel bevindt. de getallen 3, 6 en 9 komen niet in de periode voor; deze vormen de afzonderlijke driehoek – de vrije drie-eenheid van het symbool.’
‘Wanneer wij nu de “theosofische optelling” toepassen en de som van de cijfers van de periode nemen, verkrijgen we negen, dat wil zeggen een volledig octaaf. In elke afzonderlijke toon zal wederom een volledig octaaf besloten zijn dat aan dezelfde weten onderworpen is als aan het eerste. De posities van de tonen zullen overeenkomen met de getallen van de periode.’
‘De driehoek 9 – 3 – 6 die de drie niet in de periode begrepen punten op de omtrek tot één geheel verenigt, verbindt de wet van zeven en de wet van drie. De getallen 3 – 6 – 9 zijn niet in de periode begrepen; twee ervan – 3 en 6 – corresponderen met de beide “intervallen” van het octaaf; het derde getal – 9 – lijkt overbodig, maar het vertegenwoordigt de grondtoon die niet in de periode voorkomt. bovendien klinkt ieder verschijnsel dat met een ander soortgelijk verschijnsel in wisselwerking kan treden, als de toon do van een corresponderend octaaf. Dientengevolge kan do uit haar cirkel treden en op regelmatige wijze in relatie komen met een andere cirkel, dat wil zeggen zij kan in een andere cyclus de rol vervullen die wij hebben leren kennen als de “schokken” die de “intervallen” in een octaaf opvullen. En omdat do deze mogelijkheid heeft, is zij ook hier door middel van de driehoek 3 – 6 – 9 verbonden met die plaatsen van het octaaf waar “schokken” door oorzaken van buitenaf optreden en waar het dus mogelijk is in het octaaf door te dringen om het in verbinding te brengen met de wereld erbuiten. de wet van drie springt om zo te zeggen uit de wet van zeven naar voren, de driehoek doordringt de periode, en deze twee figuren in combinatie vormen de interne structuur van het octaaf en zijn tonen.’
Bron: Op zoek naar het wonderbaarlijke – Gurdjieffs leer van P.D. Ouspensky
LEES MEER OVER DE INSPIRATIE-AVOND OP DINSDAG 15 MEI 2018 IN AMSTERDAM
Leuk, zijn benadering van de quintencircel. De muziek van Gurdnjief – Hartman Volume 1 vraagt van mij de de nodige aandacht en via You Tube zijn de nummers moeilijk of niet te vinden wat jammer is omdat dit is n.l. prettig is om het ritme te beluisteren. Misschien dat ieman me hierover nog een tip kan geven.
Ik zou graag meet willen weten ovet de cirkel en over Maria Magdalena. Ook over muziek van Gurdjieff wil ik meer weten,maar ik weet niet waar ik moet zoeken. Kunt u mij helpen aub?
Gurdijeff / de Hartmann
Music for the piano
Hymns, Praters and Rituals
Schott