De geboorte van het licht in de mens, het innerlijke Kerstfeest, kan zich dagelijks voltrekken

Wij staan weer in de dagen voor het Kerstfeest, het geboortefeest van Jezus. Dit feest valt samen met de tijd, waarin de nachten het langst duren, waarin de natuur ingegaan is in de stilte van de winter.

Bij ons mensen is dat natuurlijk niet het geval. Bij ons gaat het werk door en voltrekt zich het uiterlijke leven in zijn gewone gelijkmatigheid  – wat mogelijk is doordat wij andere soorten energie gebruiken.

Maar wij willen niet bijven staan bij de uiterlijke dingen, maar ons bezinnen op het zieleleven van de mens. En ook daar zien wij, dat er, evenals in de uiterlijke natuur, in deze tijd in het innerlijke leven een verandering intreedt.

Doordat de uiterlijke prikkels wegvallen en wij niet meer zoveel zonne-energie opnemen, zijn wij als mensen ook niet meer zo uitsluitend gericht op het uiterlijk van de dingen. De mens wordt in de wintermaanden nadenkender, meer verinnerlijkt. Bij velen is dit bemerkbaar als een soort zwaarmoedigheid, als eenzaamheid.

En deze tijd van het afnemen van de natuurlijke activiteit van de ziel – die zich gewoonlijk naar buiten richt – komen de dieper liggende zieleproblemen te voorschijn, die anders bedekt zijn. Het zijn innerlijke problemen, waar de mens niet uit komt en waardoor hij in innerlijke nood geraakt. Daarom wordt juist in deze tijd meer dan anders de vraag naar de zin van het leven gesteld. Het is de tijd, waarin vele mensen in bijzondere mate openstaan voor de boodschap van de verlossing.

De natuur en de mens van de natuur put in deze tijd innerlijke kracht voor de nieuwe periode van activiteit in de natuur. Bij de mens die in de natuur op problemen stuit, is deze tijd een periode waarin deze problemen versterkt voor zijn bewustzijn treden, een periode waarin hij ze moet verwerken. Bij een innerlijk en uiterlijk vastgelopen mens treedt dan versterkt de vraag naar de zin van het leven naar voren.

Het natuurlijke licht bereikt op 21 december zijn diepste stand. Daarna begint een nieuwe omloop, die op 21 juni zijn hoogtepunt vindt. In het openbaringsveld van de kosmos straalt echter niet alleen het natuurlijke licht van de zon. God laat niet varen de werken van zijn handen! Het goddelijke licht werkt in de natuur om ons tot werkelijke mensen te maken.

Daarom brengt de periode waarin het natuurlijke licht het zwakst is, voor het goddelijke licht de mogelijkheid het diepste innerlijk van de mens het intensiefst aan te raken, om daar eveneens een nieuwe fase in te luiden, een nieuwe fase van ziele-ontplooiing, die zich dan in het komende jaar, in de komende omloop moet voltrekken.

Wij moeten bereid zijn het oude los te laten om het nieuwe licht te kunnen dienen, en wij moeten bereid zijn rekening te houden met de veranderde situatie. Want elk moment is er de verandering in ons leven, het proces van verandering.

De mens op het gnostieke pad kan zich nimmer permitteren te vervallen in een soort valse rust, gewoontevorming of sleur. Hij dient steeds innerlijk actief te zijn om de levensveranderingen in hem te doen plaatsgrijpen. De nieuwe levenshouding, die de basis van het proces is, is dan ook altijd primair een innerlijke bewogenheid in de juiste zin!

Indien wij innerlijk in deze levenshouding staan, worden wij innerlijk intensief door de nieuwe krachten aangeraakt. De vrede van Bethlehem zal dan ons deel worden en wel op een wijze en met een intensiteit die ieder van ons persoonlijk zal ervaren. Dan voltrekt zich aan on in ons het Bijbelwoord: ‘Vrede op aarde, in de mensen een welbehagen’. In de mensen, die in zichzelf een plaats bereiden voor het licht uit de goddelijke natuur, dat opnieuw indaalt.

Men spreekt van de twaalf heilige nachten die beginnen met de nacht van 25 op 26 december. In deze nachten, en dagen, wordt de krachtlijnenstructuur voor het nieuwe jaar zichtbaar. We kunnen ons gevoel, ons denken, onze intelligentie en onze bereidheid tot handelen daarop afstemmen. Als we ervoor kiezen het gnostieke pad te gaan, is het niet voldoende als we ons over geven aan de nieuwe impuls, ons er in zonnen, en in onbewuste staat reageren.

Van mensen die het gnostieke pad gaan wordt niet alleen zelfovergave verwacht, maar ook nieuwe levenshouding. De nieuwe levenshouding is zelfverloochening, zelfverwerkelijking, zelfvrijmetselarij. Het is de daad van Johannes, die de paden recht maakt voor zijn Heer.

Johannes-mensen zijn wij als wij als bewuste persoonlijkheden bereid zijn met alles wat wij zijn, bezitten en kunnen, het nieuwe licht te dienen. En ook ónze paden recht te maken voor onze innerlijke God, de Andere. Het innerlijke Kerstfeest is geen incidentele gebeurtenis. Het kan zich dagelijks in ons voltrekken: de geboorte van het Licht-in-ons.

Tekst: Tijdschrift Pentagram 1979 nummer 12