Astrosofische duiding van de drie conjuncties van Jupiter en Saturnus in het jaar 7 voor Christus. Ster van Bethlehem?

Het kerstverhaal heeft tot op de dag van vandaag de gemoederen in beweging gezet en brengt de mens nog steeds tot actie. Theologen en historici twisten met onvermoeibare ijver over de authenticiteit van de Jezus-verhalen.

En nu men langzamerhand gaat geloven dat wetenschap en religie elkaar misschien nog een zullen ontmoeten, komt men met het bewijs, dat de ster van Bethlehem waarlijk astronomisch te bewijzen is in de historie, een nieuwe poging tot ontmoeting tussen wetenschap en theologie.

Het is mogelijk dat de religieuzen, die deze ster slechts zien als symbool en als een innerlijk teken, de bewijsvoering van de astronomen en astrologen terzijde leggen.

Vanzelfsprekend heeft de geboortester, als symbool, de vijfpuntige lichtende ster boven de  grot, een zeer diepzinnige betekenis. Wij zijn de eersten die deze betekenis zullen erkennen, doorgronden en aanvaarden. Tenslotte doet het niets ter zake of de historie al dan niet bewezen en teruggevonden wordt!

Maar er is meer, er is nog een typisch en onafwijsbaar samengaan tussen gebeurtenissen in de kosmos en die in de geest, tussen de veranderingen in het grote heelal en de veranderingen en wijzigingen in het microkosmische heelal, of in de mens zelf. Het duidelijkste wordt dat bewezen in onze aquarius-era, nu de gehele mensheid onderhevig is aan de meest intense instralingen tot verbreking en vernieuwing.

Het is volkomen logisch en denkbaar, dat op een bepaald ogenblik tijdens de Pisces-era een boodschapper geboren werd, anders gezien, een instraling die in de wereld geprojecteerd werd, die een verbreking van het oude bewerkstelligde en een nieuw aanzicht deed geboren worden.

Men schijnt te kunnen aantonen dat in het jaar 7 voor Chr. , het jaar waarin Jezus heel goed geboren zou kunnen zijn, drie conjuncties van Jupiter en Saturnus hebben plaatsgevonden.

Dit is op zichzelf al een merkwaardig feit. Deze conjuncties heeft men aan de hand van gevonden kleitabletten uit Babylonië kunnen vastellen. Het is tevens vanzelfsprekend dat vooraanstaande astrologen, zoals de chaldeeën en zoals de wijzen uit het oosten rekening gehouden hebben met een merkwaardige en wereld-omvattende gebeurtenis, die onder de drievoudige instraling van Jupiter-Saturnus moest plaatsvinden.

Vandaar dat zij zo zeker zijn van “de koning der joden”. We kunnen deze bewijsvoering van de wetenschappelijke franje ontdoen en haar plaatsen in het licht van de astrologie, van de gnostiek-magische kosmische feiten, die zeer belangwekkend en vooral ophelderend zijn.

De conjunctie van Jupiter-Saturnus heeft vanaf de vroege oudheid de astrologen zeer geboeid, omdat hier sprake is van twee planeten die elkaar bestrijden. Jupiter brengt immers verandering, vernieuwing, vreugde, en door de eeuwen heen wordt Jupiter gekenschetst als de vader van de goden, hij is dus de inspirerende, de verbreker.

Saturnus daarentegen is de behoudende, de starre, de begrensde, de poortwachter die gepasseerd moet worden, wil men de tempel ingaan. Een conjunctie tussen Jupiter en Saturnus brengt dus het merkwaardige feit aan de dag, dat er in de kosmos eigenlijk een endura, een totale verbreking heeft plaatsgevonden.

Jupiter bestreed of passeerde Saturnus, de ‘vader van de goden’ verbrak de begrenzing of, anders gezegd, de poortwachter werd gepaseerd door een teken van het licht. En in dit kosmische teken, deze kosmische gesteldheid die zijn reactie zou vinden op de aarde, heeft zich driemaal herhaald!

Bezien wij dan eens hoe de universele leer de Jezus-geboorte ziet. Een mens, een microkosmos, gereedgemaakt tot transfiguratie, dus tot verbreking van het rad van de dialectiek, treedt de aardesfeer binenn.

Dat wat in de kosmos planetair geschiedde vond zijn reflex op aarde. Het gehele proces van verbreking – verandering en vernieuwing, naar stof, ziel en geest werd vanuit de kosmos ingestraald en door een daartoe geroepen microkosmos volvoerd.

De conjunctie Jupiter-Saturnus vond plaats in het teken van de Vissen, dus in het teken van de dienstbaarheid. Jupiter schenkt dan het ‘alles weten en tevens het alles vergeven’, terwijl Saturnus, zo hij positief gericht wordt, inzicht en levensverdieping brengt.

Jupiter en Saturnus werken dus samen om in de stof een materialisatie voort te brengen, die in dienst van de mensheid twee bedoelingen schiep: het inzicht en de levensverdieping van Saturnus werden onder instraling van Jupiter opgetrokken, over de begrenzing heen geleid tot het Licht van de Vader.

Jezus bracht door inzicht en levensverdieping de mensheid tot nadenken, terwijl hij tevens zichzelf voorbereidde op de Chrsitusgeboorte. Het endura werd door hem voorgeleefd en daardoor kwam hij tot de alomtegenwoordige kracht, die Jupiter symboliseert.

Het is dus zeer goed mogelijk dat juist deze drievoudige Jupiter-Saturnus conjunctie de wijzen uit de Oudheid er op attent maakte, dat de wereld geschikt was bevonden om een messias, een wereldboodschapper te ontvangen. Zij wisten bij voorbaat wat deze boodschapper brengen zou en welke leer hij zou prediken.

Want al degenen die inzicht hebben in de kosmische gebeurtenissen en hun diepzinnige bedoelingen tegenover wereld en mensheid, weten waartoe de mensheid voortgejaagd wordt, weten waartoe zij geroepen is.

Zo gaan dus ook bij de ster van Bethlehem wetenschap, religie, universele leer en astronomie elkaar ontmoeten. Er ontstaat zo een vermenging van tastbaarheid en ongrijpbaarheid, typisch een kenmerk van onze era. De wetenschap wil de poortwachter passeren, doch daartoe moet zij zichzelf veranderen, moet zij aspecten van haar bezit toevoegen die komen uit het ongrijpbare en onbewijsbare.

Religie en wetenschap staan in deze tijd aan hun uiterste grens. En daardoor kunnen zij de mensheid tot een ontwaken brengen. Want juist hun streven naar elkaars geheimen brengt dikwijls openbaringen voort, die de mensheid de ogen kan openen.

Toen de ster stond te stralen boven de geboortegrot was de wereld gereed, in haar gehele kosmische samenstelling, om de boodschap van het heil te ontvangen. Maar de mensheid reageert meestal negatief op boodschappen en boodschappers die daarvan getuigen. Zij laat haar tijd voorbijgaan en zij wil de tekenen van de tijd niet aanvaarden.

Het bewijs daarvoor is onze eeuw, die de tekenen van de Aquarius-instraling niet aanvaarden wil. Vandaar dat de vernieuwing van onze tijd veelal gezocht wordt op het horizontale vlak, binnen het door Saturnus bewaakte gebied. Zo zal men nimmer de Tempel binnengaan en het Heilige der Heiligen aanschouwen.

Bron: Tijdschrift Ecclesia Pistis Sophia 1965, nummer 6