De geboorte en jeugd van Maria, de moeder van Jezus, hoofdstuk 1 van het Aquarius Evangelie

BESTEL HET AQUARIUS EVANGELIE

Ceasar Augustus regeerde en Herodes Antipas was stadhouder van Jeruzalem. Het land van Palestina omvatte drie provincies: Judea, Samaria en Gallilea. Joachim was een joodse schriftgeleerde, een rijk man; hij woonde in Nazareth van Gallilea, en Anna, uit de stam van Juda, was zijn vrouw. Hun werd een kind geboren, een gezond meisje, en zij waren blij; en zij noemden het kind: Maria.

Joachim gaf ter ere van het kind een feest, maar hij nodigde niet de rijken, de aanzienlijken en de hooggeplaatsten uit.  Hij riep de armen, de kreupelen, de verlamden, de blinden, en schonk hen allen kledij, voedsel of andere benodigdheden. Hij zei : ‘God heeft mij deze overvloed gegeven, ik ben slechts rentmeester bij zijn Genade en wanneer ik niet aan zijn kinderen in nood gééf, dan zal hij deze weelde tot een vloek voor mij maken’.

Toen het kind drie jaar oud was, namen haar ouders haar mee naar Jeruzalem en zij werd in de tempel door de priesters gezegend. De hogepriester was een profeet en een ziener.  Toen hij het kind zag, zei hij : ‘Ziet, dit kind zal de moeder worden van een geëerde profeet en een meester van de wet; zij moet binnen deze heilige tempel van God blijven’.

En Maria bleef in de tempel van God; en Hillel, opperste van het Sanhedrin, onderwees haar alle voorschriften van de joodse wet en zij ging geheel op in de wet van God. Toen Maria de volwassen leeftijd bereikte, werd ze uitgehuwelijkt aan Jozef, zoon van Jacob, een timmerman van Nazareth. En Jozef was een oprecht mens en een toegewijd lid van de Essenen.

Bron: Aquarius Evangelie, hoofdstuk 1

BESTEL HET AQUARIUS EVANGELIE