Zacharias en Elizabeth woonden in de heuvels van Juda, in de buurt van Hebron. Zij waren vroom en rechtvaardig en lazen iedere dag in de wet, de profeten en de psalmen, waarin gesproken werd van één die zou komen, én die sterk was om te verlossen; en ze verbeidden de koning. Nu was Zacharias priester en op zijn beurt leidde hij de tempeldienst in Jeruzalem.
Zo geschiedde het dat Zacharias toen hij voor God stond en de wierook op de heilige plaats brandde, dat Gabriël voor hem verscheen. En Zacharias was bevreesd: hij dacht dat een of ander groot ongeluk over de joden zou komen.
Maar Gabriël zei: ‘O, man Gods, vrees niet! Ik breng u en de gehele wereld een boodschap van welbehagen en vrede op aarde. Luister: de vredevorst, de koning die gij verwacht, zal spoedig komen. Uw vrouw zal u een zoon baren over wie de profeet schreef: “Zie, ik zend Elia weer tot u voor de komst van de Heer, en hij zal de heuvels slechten en de dalen vullen en de paden recht maken voor hem die verlossen zal. Vanaf de aanvang van de eeuw heeft uw zoon de naam van Johannes gedragen – God is genadig – zijn naam is Johannes”.
Hij zal geëerd worden voor Gods aangezicht; hij zal geen wijn drinken en vanaf zijn geboorte zal hij vervuld worden met de heilige adem’. En Gabriël stond voor Elizabeth toen ze zich in haar woning in stilte teruggetrokken had en deelde haar alles mee wat hij tot Zacharias in Jeruzalem gezegd had. Toen hij zijn dienstbeurt vervuld had, ging de priester naar huis en hij en Elizabeth verheugden zich.
Vijf maanden gingen voorbij en toen kwam Gabriël tot Maria in haar woning in Nazareth, en zei: ‘Heil u, Maria, heil. Eenmaal gezegend in de naam van God, tweemaal gezegend in de naam van de heilige adem, driemaal gezegend in de naam van de Christus ; want gij zijt waardig bevonden en zult een zoon baren die Immanuël genoemd zal worden. Zijn naam is Jezus, want hij zal zijn volk van hun zonden verlossen’.
Toen Jozef zijn dagtaak verricht had en thuis kwam, vertelde Maria hem alles wat Gabriël tot haar gezegd had, en zij verheugden zich, want zij geloofden dat hij, de man Gods, woorden van waarheid gesproken had.
En Maria ging haastig naar Elizabeth en vertelde haar over de beloften van Gabriël ; en zij verheugden zich samen. En Maria bleef 90 dagen in het huis van Zacharias en Elizabeth; daarna keerden zij weer terug naar Nazareth.
Bij Zacharias en Elizabeth werd een zoon geboren en Zacharias zei: ‘Boven alles is de naam van God gezegend, want hij heeft de bron van zegeningen voor zijn volk Israël geopend. Zijn geloften zijn waar gemaakt, want hij heeft de woorden die de profeten in oude tijden gesproken hebben, tot werkelijkheid gemaakt’.
En Zacharias keek neer op de zuigeling Johannes en zei: ‘Gij zult de profeet van de alleen-heilige genoemd worden, en gij zult uitgaan voor zijn aangezicht en zult zijn weg voorbereiden. En gij zult aan Israël de boodschap van de redding brengen en gij zult het evangelie van berouw en de uitwisseling van de zonden, prediken.
Let op, want spoedig zal de morgenster uit de Hoge ons bezoeken om voor hen, die in duisternis van de schaduwen van de dood zitten, de weg te verlichten en hij zal onze voeten op de weg van de vrede richten’.
Tekst: Aquarius Evangelie, hoofdstuk 2