Jos Kessels over dragende ideeën in ‘Scholing van de geest – wat ik leerde van Socrates’

BESTEL SCHOLING VAN DE GEEST

Hieronder volgt de inleiding uit het boek Scholing van de geest – wat ik leerde van Socrates van Jos Kessels. Op zaterdag 14 april 2018 verzorgt hij in Bilthoven een voordracht op het symposion gewijd aan het Ware van Stichting Rozenkruis. 

Scholing van de geest is iets anders dan scholing van het verstand. Iedereen die enige opleiding heeft genoten heeft zijn verstand geschoold en ergens verstand van gekregen, een beetje of misschien wel veel. Maar dat wil nog niet zeggen dat je dat verstand ook goed gebruikt. Daar is een heel ander soort kennis voor nodig: weten wat de moeite waard is, wat passend is in een situatie, wat de juiste verhoudingen zijn en wat niet, en wat goed leven eigenlijk inhoudt. Voor dit soort inzicht, in ‘het goede, het ware en het schone’, de dragende ideeën van het bestaan, heb je scholing van de geest nodig. Dat is waar Socrates zich op richtte.

Scholing van de geest begint met zelfonderzoek. Zelfkennis is het grote doel van de wijsbegeerte, en haar oorspronkelijke drijfveer. In al zijn gesprekken ging Socrates daarnaar op zoek. Voor hem bestond er geen verschil tussen het zoeken van de dragende ideeën in je eigen bestaan en de wetten die ten grondslag liggen aan de werkelijkheid als geheel. Evenmin als er voor hem verschil bestond tussen gevoel en verstand, individu en gemeenschap, inzicht en wijsheid, al die dingen die wij nu als vanzelfsprekend van elkaar scheiden. Filosofie was voor Socrates ook geen specialistische discipline, maar een algemene vorming, voor iedereen toegankelijk, en een noodzakelijke leerschool om een weldenkend, welwillend en wellevend mens te worden.

Dit boek geeft een beeld van wat deze scholing inhoudt en hoe vitaal en actueel zij is. Veel mensen hebben tegenwoordig behoefte aan bezinning en verdieping, aan samenhang en betekenis, aan grondige en methodische reflectie op wat wezenlijk is en wat bijkomstig. Zij zoeken naar beproefde manieren om weldenkendheid te ontwikkelen en ideeën te onderzoeken op hun houdbaarheid. Dit boek wil daar een bijdrage aan leveren, door te laten zien wat Socrates’ scholing inhoudt en door handvatten te bieden om er zelf mee aan de slag te gaan.

De scholing waar het Socrates om te doen was, begint in feite met één enkele vraag: wat zijn de dragende ideeën in je bestaan? Een dragend idee is een persoonlijk inzicht in de manier waarop je het beste je leven kunt leiden. Het is geen abstract, theoretisch denkbeeld, maar een idee dat nauw verbonden is met de eigen ervaring. Het is ook niet zomaar een losse gedachte, maar een zienswijze die voor jou richtinggevend is, die je als fundamenteel beschouwt voor je handelen. Een dragend idee is een grondbeginsel, een maatstaf waaraan je je wilt houden en waarmee je jezelf de maat neemt. Het geeft aan wat je belangrijk en waardevol vindt in het leven.

Een dragend idee heeft de strekking van een leefregel: ‘Dit is belangrijk’, ‘Dat is het beste’, of ‘Nu ik dit heb ingezien, ga ik het voortaan zo doen.’ De ideeën die ik in dit boek heb beschreven, beschouw ik als mijn eigen leefregels. Ik houd me er niet altijd aan, maar dat doet niets af aan hungeldigheid. Sommige vergen meer scholing dan andere en er zijn er vast bij die nog beter doordacht of anders geformuleerd moeten worden. Toen ik voor het eerst met deze oefening begon, was ik al blij dat ik één idee kon vinden. Naarmate ik er langer mee bezig was, bleken er meer ideeën te zijn dan ik ooit had vermoed. De kunst is ze kort en treffend onder woorden te
brengen, als een maxime, spreuk of beeld, maar tegelijk ook met het uitvoeriger verhaal dat erachter zit. Anders werken ze niet.

Ik beschouw ideeën als het compacte destillaat van verhalen en redeneringen. Dat zijn altijd persoonlijke verhalen, over de eigen belevenissen en je mening daarover. Je wordt je immers pas bewust van je dragende ideeën door na te denken over wat je beleeft. En met nadenken bedoel ikniet dagdromen of mijmeren, maar het echte denken, het denken van het echte. Als wij mensen ergens goed in zijn, is het wel onszelf voor de gek houden, met kleine of grote illusies, mooie wensbeelden, donkere schrikbeelden en allerlei vormen van slordig en halfslachtig denken. Totdat we ons hoofd stoten aan de werkelijkheid en een ‘moment van de waarheid’ beleven, een kleine hapering of een grote crisis, een punt waarop je een keuze moet bepalen of een standpunt moet innemen, waar je moet uitkomen voor wie je werkelijk bent of iets loslaten wat je dierbaar is.

Een idee is te beschouwen als de moraal van zo’n verhaal, de essentie die je eruit haalt of de conclusie van wat er echt toe doet. Dat kan een plotselinge aha-erlebnis zijn of een langzaam voortschrijdend inzicht, het resultaat van een langdurig rijpingsproces. Het gaat erom dat onder woorden te brengen en de clou ervan te formuleren; pas dan wordt zichtbaar wat het echte
is, wat er echt toe doet, en kun je het ook vasthouden als leefregel.

Bron: Scholing van de geest, wat ik leerde van Socrates van Jos Kessels

BESTEL SCHOLING VAN DE GEEST