Grootse dromen – André Nusselder over identiteit, gemeenschap en het verlangen naar vrijheid

BESTEL GROOTSE DROMEN

Alle mensen dromen van vrijheid en vervulling. Iedereen wil de gebreken van het bestaan opheffen, wegdromen, uitdoven, verdoven … wat dan ook om er maar aan te ontsnappen. In ‘Grootse dromen’ onderzoekt André Nusselder de onbewuste drijfveren van de mens. De Duitse filosoof G.W.F. Hegel en de Franse psychoanalyticus Jacques Lacan zijn daarbij zijn belangrijkste gesprekspartners. In zijn fundamentele beschouwing van het ego, de betekenis van de ander, rivaliteit en verbondenheid stuit Nusselder op de grote kwesties van deze tijd: identiteit, gemeenschap en het verlangen naar vrijheid.

‘Een mooi en goed toegankelijk boek.
Iedereen die zich voor cultuur interesseert
en zichzelf ziet als een drager ervan,
zal dit boek met plezier lezen.’

Eric Bolle in Filosofie Tijdschrift

‘Dit boek is een zeldzaam heldere en vooral ook originele
introductie op de psychoanalyse.
Het biedt een mooi tegenwicht tegen verhalen waarin
je hart volgen automatisch leidt tot een gelukkig leven.
Dat is zeer, zeer nuttig.’ –

Tanny Dobbelaar (in Trouw)

André Nusselder (1969) is filosoof en docent Onderwijs & Technologie. Hij publiceerde eerder ‘Interface Fantasy’ (onder redactie van Slavoj Žižek) en ‘The Surface Effect.’ The Screen of Fantasy in Psychoanalysis. In 2021 verscheen bij Boom zijn eerste Nederlandstalige werk, ‘Meer dan de mens alleen’.

‘De droom is in alle opzichten uit het verleden afkomstig.
Weliswaar is ook het oude geloof dat de droom ons de toekomst laat zien,
niet van ieder waarheidsgehalte ontbloot.
Door ons een wens als vervuld voor te stellen,
voert de droom ons wel degelijk naar de toekomst;
maar deze door de droom voor tegenwoordig gehouden toekomst
is door de onverwoestbare wens als evenbeeld van het verleden gemodelleerd.’

Slotwoorden van Freud, De droomduiding, 1899

INLEIDING – VRIJER DAN OOIT ?

Verlangen onder druk: van beheersing tot paranoia

Wie vandaag de dag in Nederland leeft, mag volop dromen van de vervulling van zijn of haar verlangens, bijvoorbeeld door aan zichzelf of de eigen carrière te werken, relaties met anderen aan te gaan en te genieten, en zo de individuele verlangens te realiseren. Tegelijk worden dergelijke dromen nogal eens verstoord: mensen voelen zich tekortgedaan, vinden dat anderen zich niet gedragen of gaan gebukt onder stress en spanningen. Het individu leeft blijkbaar in een gespannen wereld en lijkt zelfs wel gespleten vanbinnen.

Iemand kan inderdaad het leven in hoge mate zelf vormgeven en zelfstandig keuzes maken, maar moet tegelijk wel de ‘juiste’ keuzes maken om mee te kunnen komen in de dynamiek van het hedendaagse leven. En om aan de hoge verwachtingen te voldoen moet iemand enorm actief zijn, met bijvoorbeeld als gevolg dat jonge werknemers een grote werkdruk ervaren en massaal de hulp inroepen van een psycholoog. Ook relaties met anderen staan onder druk en worden veelal gekenmerkt door competitie en strijd.

Ik ben vooral bezig mijn eigen domein af te bakenen, en de ander wordt aansprakelijk gehouden wanneer die daarin ook maar iets te veel verschijnt. De ander moet mijn wensen en belangen erkennen, hoe uitzonderlijk of buitenissig die soms ook zijn, en hetzelfde geldt voor mij: de ander houdt mij aansprakelijk, spreekt mij op van alles aan. Zo komen ik en de ander in ons verlangen naar vrijheid terecht in een dynamiek die leidt tot steeds meer beklemming en vervreemding.

Moeten we om deze paradox van individuele vrijheid en beklemming te begrijpen ook niet goed naar onszelf kijken? Het vrije individu wil immers zelf dat alles perfect is georganiseerd, dat het aan niets ontbreekt, dat afwijkend gedrag wordt behandeld, dat anderen zich net als ik netjes aan de regels houden, enzovoort.

In dit boek zal de menselijke persoon bekeken worden vanuit de (onbewuste) krachten waardoor het gedreven wordt, de driften en verlangens, om daarmee inzicht te bieden in actuele kwesties zoals hierboven geschetst. Dan zien we allereerst een wil tot beheersing, een wil van de mens om te regeren over zijn omgeving en zichzelf, om dingen te begrijpen en vervolgens naar zijn hand te zetten om er invloed op uit te oefenen of ze in bedwang te houden – en om meester te worden over zichzelf.

Maar dan zien we ook iets merkwaardigs in deze wil tot beheersing, want het lijkt wel alsof mensen zich vandaag de dag steeds ongemakkelijker voelen door zaken die buiten hun macht vallen, die niet te verbeteren, te beheersen of te meten zijn. Dergelijke zaken zijn steeds moeilijker te accepteren: dat de ander druk is, dat er voor een aandoening geen behandeling is, dat niet precies bekend is hoe een publiek op een actie zal reageren, hoe efficiënt een werknemer deelneemt aan een vergadering, of dat er iets over het hoofd wordt gezien: (zelf)controle volop.

De Video Assistant Referee (VAR) in het voetbal is een goede illustratie van deze dynamiek van de controledrift: tot op de centimeter moet worden bepaald of een speler al dan niet buitenspel staat bij een doelpunt, of dat er mogelijk iets anders onoorbaars te zien is waarom het doelpunt moet worden afgekeurd, omdat het met de nieuwe technologische mogelijkheden niet meer acceptabel is dat dit niet exact duidelijk is.

Dit leidt tot het verdwijnen van de menselijke maat (een lijnrechter langs het veld die kijkt of er sprake is van buitenspel) en een toenemend ongenoegen bij het publiek over de verstoring van de dynamiek van een wedstrijd (lang wachten op VAR-beslissingen, het afkeuren van doelpunten waarbij niemand met het blote oog had kunnen zien dat een aanvaller een centimeter te ver naar voren stond). Zaken die buiten de macht tot controle vallen, zijn nog maar moeilijk te accepteren. Toch zal dit verschil altijd blijven bestaan: ook al meet de VAR mogelijk niet meer in centimeters maar in millimeters, dan nog is er in principe een verschil (in micrometers, nanometers?) en zou men nog nauwkeuriger moeten meten om meer zekerheid te verkrijgen.

De absurditeit van dit voorbeeld toont hoe in deze dynamiek een wil tot totale beheersing schuilgaat. Je zou haar daarom totalitair kunnen noemen. In zijn controledrang streeft de mens beheersing na, maar die zal hem altijd weer ontglippen, waardoor het nooit genoeg is en het menselijk streven verstrikt raakt in een onaangename dynamiek van beklemming en ongenoegen.

Het punt is dat hoe meer ernaar gestreefd wordt om dit verschil weg te werken, des te meer het ook wordt opgemerkt en mensen eronder gebukt gaan. Om aan de beklemming te ontkomen, en de angst en ontevredenheid te onderdrukken, kan het idee gaan heersen dat we met z’n allen nog meer moeten beheersen: betere controlesystemen, meer en striktere regels, duidelijkere afspraken enzovoort. Zo maken we onszelf wijs dat we nog meer mogelijk moeten maken, nog meer ons best moeten doen, nog harder moeten werken of nog meer van onszelf moeten vergen.

INHOUDSOPGAVE

Deel I: de droom van het ego
1 Identiteit en vervreemding
2 Driften en dromen
3 De ideologie van individuele vrijheid

Deel II: dromen van genot
4 Samenleven: ik en ander
5 Belevingscultuur en de crisis van symbolisch gezag

Deel III: dromen van vrijheid
6 Vrijheid voor allen als ideaal
7 Idealisme en onbehagen

Deel IV: dromen van de ziel
8 Meer dan mezelf: een eigen taal
9 Gemeenschap
10 Het gedicht van Memphis Depay

Noten
Literatuur
Register

BESTEL GROOTSE DROMEN

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER DROMEN