Het grote Rembrandt voorleesboek voor nieuwsgierige kinderen én voor hun ouders en grootouders

BESTEL HET GROTE REMBRANDT VOORLEESBOEK

Voor het Rembrandtjaar 2019 schreven zeven geweldige kinderboekenschrijvers 24 verhalen bij de mooiste meesterwerken van de beroemde kunstschilder Rembrandt van Rijn die woonde en werkte in het Amsterdam van de zeventiende eeuw. Volgens Rembrandt moest je zijn schilderijen in het felle zonlicht en van afstand bekijken. De schrijvers van dit boek zetten schilderijen, etsen en tekeningen van Rembrandt in een nieuw, fel licht en nemen een gepaste afstand om sprankelende verhalen te schrijven. Heerlijke vertellingen over de wereld van Rembrandt voor nieuwsgierige kinderen én voor hun ouders en grootouders. Dit boek is tot stand gekomen In samenwerking met het Rijksmuseum in Amsterdam. De schilderijen die Rembrandt maakte over het kerstverhaal komen niet aan bod.

LEES MEER OVER DIT ZELFPORTRET VAN REMBRANDT

LICHT EN DONKER – JOKE VAN LEEUWEN 

De deur van het atelier zwaait open en de zoon van de schilder komt binnen. Twintig jaar is hij inmiddels. Hij ziet zijn vader met een boek voor de spiegel zitten en weet dat hij dan een zelfpor­tret wil maken. Maar dat boek?

‘Waarom zit u daar met dat boek?’ vraagt hij.
‘Ik schilder mezelf als iemand anders. Als Paulus, die man uit de Bijbel.’
‘Het is wel moeilijk lezen als er zo weinig licht op valt.’
‘Licht wordt pas mooi als er ook donkerte is,’ mom­pelt zijn vader.
‘Zal ik iets te drinken halen?’
‘Nu niet. Laat me nu maar even alleen.’

De zoon wandelt terug naar het huurhuis waarin ze wonen sinds zijn vader failliet is gegaan, omdat hij zoveel kunst van anderen kocht dat de schulden zich hebben opgestapeld. Sindsdien doet hij de zaken voor zijn vader. Die is nu eenmaal niet zo goed in geld beheren.

De schilder kijkt naar zichzelf in de spiegel. De Paulus die hij wil verbeelden leefde in de eerste eeuw van onze jaartelling, maar dat wist Paulus zelf niet, want toen had nog niemand bedacht om die eeuw de eerste eeuw te noemen. Er waren trouwens daarvoor al zoveel eeu­wen geweest. Paulus reisde rond om over Jezus te ver­tellen en mensen op te roepen volgers te worden. Hij schreef veel brieven. En hij leed zelfs een keer schip­breuk. Dat weet de schilder. Maar schipbreuken schil­dert hij niet. Hij weet ook dat ergens staat geschreven hoe Paulus eruitzag. Die was klein en had kromme benen en een grote neus. 

De schilder heeft geen grote neus en ook geen kromme benen. Dat geeft niet. Hij zal zichzelf met zijn eigen gezicht op het doek zetten alsof hij Paulus is. Toneelspelers doen ook alsof ze een ander zijn terwijl ze hun eigen gezicht houden. En zijn zoon trok, toen die nog een kind was, een keer een zwaar kleed van een tafel, hing dat om en zei dat hij een Romeinse keizer was. Het tafelkleed drukte op zijn kleine schouders en hij struikelde over de punten. Terwijl hij op de vloer lag, zei hij: ‘Ik krijg te veel pijn van het keizer zijn,’ en werd hij toch maar weer een jongen.

In die tijd zat dat zoontje, die toen nog een kleine jongen was, weleens stilletjes in een hoek van zijn vaders atelier te tekenen. Dan zette hij een vaas op een kist en probeerde die op papier te krijgen. Hij pro­beerde het licht en de schaduwen weer te geven zoals zijn vader dat deed. Donkere schaduwen maakten het licht heel licht, had hij toen al begrepen. Het hielp als hij een kaars naast de vaas zette, dan werden de ver­schillen tussen het licht en het donker groter. De kaars zelf tekende hij niet. De kist ook niet. Het donker bestond uit een heleboel streepjes, dat was veel werk. Soms had hij er halverwege opeens geen zin meer in en kraste hij alles gauw bij elkaar. 

Ook had hij geprobeerd om met zijn rechterhand zijn linkerhand te tekenen, dan keek hij extra goed naar de vouwen in zijn hand­ palm, en hield hij zijn vingers alsof hij er net een bal in had vastgehouden. Handen tekenen vond hij erg moei­lijk. Eigenlijk vond hij alles moeilijk om te tekenen. Hij zou het nooit zo goed kunnen als zijn vader.

Nu waakt hij over het geld, dat kan hij beter. Hij vindt dat zijn vader eigenlijk rijk zou moeten zijn. Iedereen die al rijk is moet zijn mooie schilderijen kopen, en er moeten opdrachten blijven komen van al die heren die zichzelf bijzonder vinden en heel herkenbaar en heel belangrijk op een schilderij willen staan. In zoveel mogelijk licht natuurlijk, anders roepen ze boos dat ze te veel in de schaduw staan en daar te belangrijk voor zijn.

Vaak komt hij naar het atelier van zijn vader om te kijken waar die mee bezig is. Hij staat naast hem op de dag dat het zelfportret als de apostel Paulus af is. Dat het Paulus is, zie je niet aan kromme benen of aan een grote neus, maar aan een zwaard onder zijn jas, en aan het boek, want dat zijn twee dingen waaraan die Paulus uit de eerste eeuw op schilderijen kan worden herkend. Een baard heeft hij niet gekregen, terwijl hij die mis­schien in het echt wel droeg.

‘En? Wat vind je ervan?’ vraagt zijn vader.
‘Heel mooi. Het licht is weer eens heel licht, omdat het donker zo donker is. Te donker om een boek te lezen, eigenlijk.’
‘Paulus wist toch al wat erin stond,’ mompelt zijn vader.
‘En als ik naar uw geschilderde gezicht kijk, dan zie ik een oudere man met vragen in zijn ogen.’
‘Ja, dat is wel zo. Toen ik jong was, had ik nog zo’n kijk­mij­ik­kan­allesgezicht. Als je ouder wordt, leer je wat het leven met je doet.’

‘Maar op het schilderij bent u Paulus. Volgens mij dacht Paulus dat hij de waarheid kende en twijfelde hij niet aan wat hij deed en waar hij in geloofde. Zoals u nu op het doek naar me kijkt, denkt Paulus eerder: is het wel waar wat ik allemaal zeg en opschrijf ? Weet ik dat allemaal wel zo zeker?’

Zijn vader zwijgt even en glimlacht naar zijn grote zoon.

‘Misschien wist hij het ook niet zo zeker,’ zegt hij dan, ‘maar wilde hij het wel graag geloven en doorge­ven. Mensen willen graag zekerheid. Het enige wat ik door wil geven is hoe ik kijk, hoe het licht valt en hoe de donkerte daarbij nodig is.’

BESTEL HET GROTE REMBRANDT VOORLEESBOEK

INHOUD VAN HET GROTE REMBRANDT VOORLEESBOEK

Voorwoord • Een man die we kennen
Joke van Leeuwen • Licht en donker 
Margje en Sjoerd Kuyper • Aan de rivier
Bibi Dumon Tak • Het geschenk 
Koos Meinderts • Kaat of kat?
Margje en Sjoerd Kuyper • De weg van de zoon
Koos Meinderts • Kassie
Margje en Sjoerd Kuyper • Leg je hand op mijn hart
Joke van Leeuwen • Hoge nood
Thijs Goverde • Twee toeristen in de nacht
Joke van Leeuwen • Brief van een jonge vader aan zijn zoontje
Koos Meinderts • Pauwenveer
Margje en Sjoerd Kuyper • Een verhaal over vriendschap
Thijs Goverde • De vrouw op de drempel
Koos Meinderts • Brief
Jan Paul Schutten • Faust
Jan Paul Schutten • De luidruchtige compagnie
Bibi Dumon Tak • Thuis
Jan Paul Schutten • Het mooiste cadeau
Bibi Dumon Tak • Ik besta
Thijs Goverde • Een rijke maaltijd
Jan Paul Schutten • De schelp van Titus
Bibi Dumon Tak • Lambert en Lambert
Thijs Goverde • Wat waar is
Joke van Leeuwen • Een liefdeslied

BESTEL HET GROTE REMBRANDT VOORLEESBOEK