Symboliek van het familiewapen van Johann Valentin Andreae en de kleding van Christiaan Rozenkruis in de Alchemische Bruiloft
In het begin van de zeventiende eeuw schreef Johann Valentin Andreae die beroemde geschriften drie anoniem werden uitgegeven in 1614, 1615 en 1616. Het gaat om de manifesten van de rozenkruisers die bekend staan als de Fama Fraternitatis R.C., de Confessio Fraternitatis R.C. en de Chymische Hochzeit Christiani Rosencreutz.
Johann Valentin Andreae was de kleinzoon van de grote Jacob Andreae, de vriend van Maarten Luther. Dat was de man geweest die Luthers nieuwe, hervormde christelijke godsdienst in het grote Duitsland van de zestiende eeuw vastlegde in een Eendrachtsformulier, een soort handvest dat wel 9000 kerkgemeenten onderschreven.
In 1554 werd hem een “overerfelijk familiewapen” toegekend. Het wapen wordt – heel toepasselijk – gevormd door een Andreaskruis (een X-vorm), met in de velden vier rode rozen, per veld een roos. Dit familiewapen verwijst direct naar Luthers eigen wapen dat een kruis weergeeft in een hart, met daaromheen een vijfbladige roos. Luther liet dat wapen meedrukken aan het slot van de meeste van zijn publicaties.
Met zo’n familiewapen, een kruis met vier rozen, was het voor Johann Valentin natuurlijk een hele kluif om vol te houden dat hij niets te maken had met de rozenkruisers. Vooral indien men bedenkt dat de beschrijving van de ik-persoon in de Alchemische Bruiloft, Christiaan Rozenkruis, bijna letterlijk verwijst naar dit familiewapen. Daarin staat:
“Ik maakte mij gereed om op weg te gaan, trok mijn wit linnen kleed aan, omgordde mijn lendenen met een bloedrode band en bond deze kruislings over mijn schouders. Op mijn hoed stak ik vier rode rozen, opdat ik door die kentekenen in de menigte des te eerder zou worden opgemerkt.”
Jan van Rijckenborgh schrijft hierover in zijn commentaar op de Alchemische Bruiloft:
Het wit linnen kleed dat C.R.C. draagt, is de aanduiding dat hij gereinigd en geschikt gemaakt is voor de komende processen. Dit wordt bewezen door het bloedrode lint, dat tweemaal het hartheiligdom raakt. Voorts twee punten aan de schouders, alsmede het milt-leversysteem. Hieruit blijkt dat de bloedsziel geheel open is voorde Gnosis.
De vier rozen vertegenwoordigen het vierkant van Bouw op de hoeksteen Jezus Christus, of anders gezegd: onwankelbare toewijding, actieve intelligentie, scheppende harmonie, een priesterlijke levenshouding en dienstbaarheid, steunend op en verlicht door nieuwe zielenkracht. Wie deze vier rozen op de hoed kan zetten, dat in zijn leven bewijst, wordt altijd onder de volkeren opgemerkt.
De gnostieke Mysteriën zullen met zulk een mens het proces natuur-noodzakelijk voortzetten. Hij zal van kracht tot kracht verder gaan.
Bronnen: Gnosis, stromen van licht in Europa van Peter Huijs en De Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis I van Jan van Rijckenborgh