Het ware denkvermogen – de eerste beschouwing uit het nieuwe boek over ‘De Stem van de Stilte’

BESTEL BESCHOUWINGEN OVER DE STEM VAN DE STILTE

Hieronder volgen het begin van het boekje De stem van de stilte van H.P. Blavatsky en de eerste beschouwing van J. van Rijckenborgh (1896-1968) daarover in zijn recent en postuum verschenen boek Beschouwingen over De Stem van de Stilte .

BESTEL DE STEM VAN DE STILTE

Aleer de ziel kan horen,
moet het beeld (de mens)
 even doof geworden zijn
voor fluisteringen als voor gebrul;
voor het zilverig gegons der gouden vuurvlieg
als voor het luid geloei van de olifant!
Aleer de ziel begrijpen kan en zich herinneren,
moet zij met de Stille Spreker vereend zijn,
gelijk de vorm, waarnaar de klei gekneed wordt,
eerst één is met des pottenbakkers denken.
Dan zal de ziele horen – dan zal zij zich herinneren.
En dan zal spreken tot het innerlijk gehoor:

DE STEM VAN DE STILTE

en zeggen:
Indien uw ziele glimlacht,
al badend in het zonlicht van uw leven;
indien uw ziele zingt, gewikkeld in haar lijf van stof;
indien uw ziele weent,
gevangen binnen haar kasteel van schijn;
indien uw ziel het zilveren snoer,
dat aan de Meester haar verbindt,
al worstelend wil verbreken;
weet dan, o leerling,
dat uw ziel van de aarde is.

Wanneer uw ziel, ontluikend,
het oor leent aan ’t rumoer der wereld;
wanneer uw ziele antwoordt op het luid geroep der grote illusie;
wanneer uw ziele, verschrikt bij het zien der hete smartetranen,
verdoofd door kreten van ellende en nood,
zich terugtrekt als de schuwe schildpad,
binnen het schild van haar eigen Ik,
weet dan, o leerling,
dat uw ziel onwaardig is als tempel voor haar stille God.

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN VAN EN OVER H.P. BLAVATSKY

HET WARE DENKVERMOGEN

U hebt allen zeker gehoord van een oeroud wijsheidsboek dat het Boek der Gulden Voorschriften wordt genoemd. Het is een boek waarvan de gehele inhoud slechts bekendgemaakt werd en wordt aan de leerlingen van de serieuze innerlijke scholen. Daarom werd door H.P. Blavatsky slechts een klein gedeelte van die waarlijk universele leer bekendgemaakt, dat zij richtte tot ‘de weinigen’ in het schijnbaar bescheiden, maar zeer bijzondere boekje De stem van de stilte.

Het was een proeve van de Universele Broederschap, aan het einde van de negentiende eeuw, om te kunnen vaststellen in welke mate de groep tot wie dit boekje zich richtte voldoende open was om deze leringen te kunnen verstaan en realiseren. Wij willen op onze beurt de inhoud ervan aan u overdragen, in de hoop dat onder de weinigen die deze dingen kunnen verstaan, ook mensen gevonden zullen worden die ze in toepassing zullen brengen, opdat de groep van ‘de weinigen’ zowel in aantal als in kracht zal worden versterkt, ten dienste van heel de mensheid.

De voorschriften van De stem van de stilte zijn bestemd voor hen – zo luiden de eerste woorden – aan wie de gevaren der lagere Iddhi’s (Iddhi’s: vermogens) vreemd zijn. Zij zijn uitsluitend bedoeld voor hen die het pad der waarlijk groten willen bewandelen en die zich niet in pure zelfhandhaving verzetten tegen het goddelijke plan, namelijk het plan van de grote opstanding, de vereniging van de drie-in-één, de eenwording van geest, ziel en lichaam. Wij willen ook u in het wezen van De stem van de stilte binnenvoeren:

Hij, die zou willen horen en verstaan
de stem van Nada,
het ‘geluidloze geluid’,
moet de aard van Dharana leren kennen.

Al meermalen spraken wij over de Andere, over de maagdelijke geest, over de persoonlijke God-in-ons, die is en zal zijn tot in alle eeuwigheden. De ware en werkelijke mens, de Vader aan wie de zoon, de persoonlijkheidsmens, zich geheel en al dient te offeren, wil er van eenheid sprake zijn. Wel, die andere, die goddelijke Andere, kan in ons leven spreken gaan door een scheikundige verinniging, door middel van het grote geheim van het Rozenkruis. Door die eenwording gaan wij de stem van Nada horen in klanken die met het aardse oor niet kunnen worden vernomen noch opgevangen en die daarom het geluidloze geluid worden genoemd.

Hoe zal de Lanoe, de discipel of leerling, tot deze heerlijkheid geadeld kunnen worden? Door Dharana, door het juiste gebruik van het denkvermogen. U weet, dat wij gedurende vele jaren, en tot ongenoegen van velen, het misbruik van het denkvermogen door verreweg de meeste mensen aan de hand van diverse voorbeelden krachtig hebben gelaakt. Welnu, de leringen die nu voor ons worden geplaatst, stellen deze aangelegenheid nog veel principiëler door het woord Dharana te gebruiken.

Dharana wil zeggen het uitsluitend gebruik van het hogere, door God bedoelde denken, gericht op en gewijd aan het werkelijke plan Gods, met een volledig buitensluiten, een absolute negatie, van de wereld en levensstaat van de gewone en lagere zinnen. Onverschillig geworden voor de voorwerpen der zinnen, moet de Lanoe de Rajah der zinnen opsporen, de gedachtenvoortbrenger, hij die begoocheling wekt.

Dit afscheid vieren is een proces, een levenshouding, waartoe men kan besluiten; een levenshouding die geheel iemands aandacht en intelligentie nodig heeft. Want let eens op die enorme gecompliceerdheid van de zintuiglijke activiteiten. Waarop bepalen zij u en waarvan leiden zij u af, en wie is het, of wat is het, die dat doet? Heeft u zich dat weleens afgevraagd? Heeft u de Rajah der zinnen, de werkzaamheid van de zinnen, tot in haar oorzaak opgespoord? Wat en hoe is die oorzaak? Wie is die gedachtenvoortbrenger, die bij voortduring in u de begoocheling wekt en in stand houdt? En dan komt het antwoord: Het verstand is de grote doder van het werkelijke. Van duizenden jaren her komt deze conclusie tot ons.

Zijn het denkvermogen en het verstand dan niet gelijk aan elkaar, gaan ze niet geheel en al in elkaar op? Nee, dat doen ze niet. Het denkvermogen verkeert in het persoonlijkheidslichaam nog in opbouw. Het verstand is de hersenapparatuur, waarvan het denkvermogen onder andere zo gaarne een niet-geblokkeerd gebruik zou willen maken. Het verstand is de robot, een levend stuk machine, die men trainen kan op een doel in het aardeleven, die men volledig op de horizontale lijn kan afstemmen, die men tot een prominent aanzicht kan maken en waaraan men in het algemeen de leiding geeft van ons mens-zijn.

De schijnmens, de robotmens, komt niet, hij is reeds sedert lang, en vanaf hetzelfde moment dat deze schijnmens optrad stagneerde de ontwikkeling van het denkvermogen. Alle begoochelingen worden daardoor veroorzaakt. Vanaf dat moment ook was de weg naar de ene werkelijkheid voor de mens afgesloten. Daarom klinkt nu de eis van De stem van de stilte: Laat de discipel deze doder verslaan.

Hoe zou dat anders kunnen, dan door een zeer krachtige ingreep in het eigen leven? Voorwaar een hachelijke onderneming, want is het leven, ons hele maatschappelijke leven en zijn, niet volstrekt afhankelijk gemaakt van het verstand, die grote doder van het werkelijke? De tegenstander heeft niets aan het toeval overgelaten. Leerplicht is de wet, een eenzijdige verstandelijke training voor en van allen is de wet. En zo wordt de mensheid meegesleurd in de maalstroom van de verheerlijking van het intellectuele rationele verstand, een feitelijke zelfmoord dus.

Dat men daarentegen, door aan het denkvermogen vrijheid van ontwikkeling te geven, vanzelf spontaan tot noodzakelijke kennis komt en tot volstrekte bekwaamheid van bevrijdend handelen, wie zou daarin durven geloven en wie zou in die richting durven voortgaan? Toch niemand! En daarom is onze wereld voor het gros der mensheid de enige werkelijkheid, de ene realiteit geworden, zoals vanzelf spreekt door onze mechanische hulpmiddelen gedreven.

De driedimensionale orde waarbinnen ons leven zich beweegt is de gevangenis waarin wij allen opgesloten zijn. En nu zeggen wij u: wanneer u deze verlaat, wanneer u ‘de grote doder van het werkelijke’ verslaat, door aan te vangen met het opwaarts zenden van heel uw verlangen daartoe, vanuit het dieptepunt des harten, en wanneer u alle consequenties van deze stroom van verlangen gaat toepassen naar de mate waarin ze in u opwelt, zal zich een wonderlijk proces in u ontwikkelen.

Dan zal de eigen vorm, de eigen persoonlijkheidsmanifestatie, u op een gegeven moment zeer onwerkelijk gaan toeschijnen, ‘zoals bij het wakker worden al de vormen die de mens in dromen ziet’. Dan gaan de gevangenisdeuren open, de muren worden geslecht, dan zal de mens opgetrokken worden uit de put der versterving, en ‘als hij heeft opgehouden het vele te vernemen, dan zal hij het Ene gaan onderscheiden.’

Als een machtige lichtstroom die de duisternis van het aardse bestaan doorklieft, zal een intense verheldering plaatsvinden, een innerlijk verlicht worden, waarvan heel de mystieke wereldliteratuur gewag maakt. De innerlijke klank wordt vernomen, die de uitwendige volkomen doden zal – de stem van Nada, het geluidloze geluid. Dan richt de stem van de Vader zich wederom tot de zoon, die verloren was en nu opnieuw gevonden is.

BESTEL BESCHOUWINGEN OVER DE STEM VAN DE STILTE

INHOUDSOPGAVE

Inleiding

Fragment I De stem van de Stilte

1 Dharana
Het ware denkvermogen
Wat is de ziel?
De twee werelden van de ziel

2 De hal der smarten
De grote ketterij
Het doel van de ziel is liefde
De opstanding van de ziel uit de persoonlijkheid

3 Waartoe voert het pad?
De wijzen talmen niet
De vuren van levensvervulling
De opbouw van zielekwaliteit

4 De hal van wijsheid
Het centrale mysterie van het Rozenkruis
De kundalini van het hart
De zeven werkzaamheden van de Geestesschool

5 De oorsprong van de mens
De zeven stemmen van de innerlijke God
Het maanlichaam en de opgaaf van het aardetijdperk
De Jupitermens

6 De liefde
Het wezen van de liefde
Het wonder van het medelijden
De genade van het erbarmen

7 Eeuwig leven
De wachter op de drempel
Het astrale lichaam
De vrees voor de dood

8 De twee bloeiperioden van de roos
Het wezen van leed en smart
Laat het verleden los
Wedergeboorte

9 Akasha
Akasha’s hoogten
De etherkwaliteit in de zeven hersenholten
De werkzaamheid van de vuurether

II Fragment II De twee paden

10 Alaya
De wondere wereld van Alaya
De diamanten ziel
De waarheid van het verloren vaderland

11 De archeus
Het wiel des levens
De werkzaamheid van de Archeus
De Goede Wet

12 De monade
Handelen en niet-handelen
Zaai vriendelijke daden
De vaderster

13 De drie gewaden
De sterrengang van de kinderen Gods
De drievoudige Broederschap der Bevrijden
Het verborgen pad

14 Het wezen der zelfovergave
De werkelijke verzaking
De karmische cyclus
Laat varen de angst

15 De zonnekrachten van de logos
De twee menstypen
De uitbreiding van het zintuiglijke vermogen
Een constante van bewustzijn

Fragment III De zeven portalen

16 De rozenkracht
Het spoor van het Pad
De zeven gouden sleutels

17 Zeven tonen in één
Epiloog

BESTEL BESCHOUWINGEN OVER DE STEM VAN DE STILTE

LEES OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN VAN J. VAN RIJCKENBORGH