Hieronder volgt de zesde boetezang van de dertien boetezangen die de Pistis Sophia zingt in het Evangelie van de Pistis Sophia. Deze zang staat ook bekend als het lied van vertrouwend, waarin de Pistis Sophia het Licht in in vol geloofsvertrouwen afsmeekt.
Ik heb u, o Licht, in de diepste duisternis geprezen. Luister naar mijn boetezang, en laat uw licht acht geven op de stem van mijn smeekbede. O Licht, wanneer gij aan zijn zonden denkt, zal ik voor u niet kunnen bestaan en gij zult mij alleen laten. Want gij, o Licht, zijt mijn bevrijder; vanwege het licht van uw naam heb ik in u geloofd, o Licht. Mijn lichtkracht geloofde in uw mysterie. Ook heeft mijn kracht op het licht vertrouwd toen zij in den Hoge was, en zij heeft erop vertrouwd toen zij in de Chaos beneden was.
Moge alle krachten in mij op het licht vertrouwen nu ik in de laagste duisternis verkeer, en mogen zij er ook op vertrouwen als zij in het gebied van den Hoge komen. Want het licht is voor barmhartigheid en verlost ons; er is in het licht een groot, reddend mysterie. Het zal alle krachten verlossen uit de Chaos terwille van mijn overtreding, want ik heb mijn gebied verlaten en ben afgedaald naar de Chaos. Welnu, wiens omvattingsvermogen ertoe geadeld is, moge het omvatten.