Wat gebeurt er vanuit de boeddhische Christusimpuls gedurende de zogenaamde dertien heilige nachten? Tijdens de dertien heilige nachten, van 24 december tot 6 januari , is er sprake van een wereldrust of de innerlijke stilte van de aarde zelf. Het is precies het verschil tussen de maancyclus van twaalf maanmaanden en de zonnecyclus van twaalf zonnemaanden. Het aantal dagen dat je zou moeten aanvullen om van de jaarlijkse maancyclus (354 dagen) een jaarlijkse zonnecyclus (365 dagen) te maken bedraagt precies twaalf dagen.
In hun boek ‘Wat de natuurwezens ons te zeggen hebben’ schrijven de auteurs Wolfgang Weirauch en Verena von Holstein dat de eerste heilige nacht in het teken staat van de mineralenwereld, de tweede nacht van de plantenwereld, de derde nacht van de dierenwereld, de vierde nacht van de mensenwereld, de vijfde tot en met de dertiende nacht van de negen engelenhiërarchieën.
Dit is van grote betekenis, want in dit beeld schuilen de kiemkrachten als ontswikkelingsmogelijkheden voor de mens die de Christusimpuls geeft. De eerste vier nachten kunnen nauw verbonden worden met de vier wezensdelen van de mens. Als we vanuit deze opbouw van wezensdelen verdergaan, dan komen na het IK Geestzelf, Levensgeest en Geestmens.
De op de eerste vier heilige nachten volgende nachten worden in verbinding gebracht met de negen engelhiërarchieën. Daardoor zijn we ook gerechvaardigd om de negen engelhiërarchieën in verband te brengen met de drie geesteswezensdelen van de mens. Want na het Ik volgen niet de wezendelen waarin het Ik zich uitdrukt – gewaarwordingsziel, verstands-gemoedsziel en bewustzijnsziel – maar Geestzelf, Levensgeest en Geestmens.
Hoe brengen we deze laatste drieheid in relatie met de negen engelhiërarchieën? Steiner geeft aan dat de Angeloi, de Archangeloi en de Archai (de Derde Hiërarchie) werken vanuit het goddelijke denken. Dat de Exousiai (Elohim), de Dynamis en Kryriotetes als Tweede Hiërarchie werken vanuit het goddelijke voelen en dat de Tronoi, de Cherubom en de Seraphim als de Eerste Hiërarchie werken vanuit het goddelijke willen.
Hierdoor kunnen deze drie Hiërarchieën (met ieder drie engelenhiërarchieën) worden verbonden met de ontwikkeling van Geestzelf (Manas of het vergeestelijke denken), Levensgeest (Boeddhi) of het vergeestelijke voelen) en Geestmens (Atma of het vergeestelijkte willen).
24 op 25 december fysiek lichaam
25 op 26 december etherisch lichaam
26 op 27 december astraallichaam
27 op 28 december Ik
28 op 29 december Angeloi in de Geestzelf-ontwikkeling
29 op 30 december Archangeloi in de Geestzelf-ontwikkeling
30 op 31 december Archai in de Geestzelf-ontwikkeling
31 december op 1 jan. Exhousai in de Levensgeest-ontwikkeling
1 op 2 januari Dynamis in de Levensgeest-ontwikkeling
2 op 3 januari Kyriotetes in de Levensgeest-ontwikkeling
3 op 4 januari Tronoi in de geestmens-ontwikkeling
4 op 5 januari Cherubim in de Geestmens-ontwikkeling
5 op 6 januari Seraphim in de Geestmens-ontwikkeling
Bron: ‘Wie denken de mensen dat ik ben, christologie van de liefde’ van Ronald van Vliet