Begin van de syllabus van de cursus ‘Mysteriën van God, kosmos, mens’, gehouden in 16 plaatsen in Nederland

DOWNLOAD HET GRATIS GEDEELTE VAN DE SYLLABUS VAN DE CURSUS

 

HOOFDSTUK 1: NIEUW BEWUSTZIJN

“Maar wat is de wijsheid van God? Zij is het goede en het schone en de gelukzaligheid en alle deugd en de eeuwigheid. De eeuwigheid vormt de wereld tot een orde, door de materie te doordringen met onsterfelijkheid en duurzaamheid. Het ontstaan van de materie is afhankelijk van de eeuwigheid, zoals de eeuwigheid zelf weer afhankelijk is van God.”

(Hermes Trismegistus, Corpus Hermeticum 2:11-13)

Als je de titel tot je laat doordringen – Mysteriën van God, kosmos,mens – kunnen allerlei vragen opkomen. God, kosmos en mens, dat omvat toch alles? Niet alleen het zichtbare, maar ook het onzichtbare, niet alleen ons leven, maar feitelijk alle leven. Het leven dat aan de ene kant zo bekend voor ons is, en dat aan de andere kant ook een groot mysterie is. En we vragen ons af: Kunnen we daar wel met ons verstand bijkomen? Is het niet te groots voor ons bewustzijn om te omvatten? Zeker, het is groots en mysterieus, maar ook wonderbaarlijk dichtbij. Het is namelijk in ons, maar ook buiten ons. Het is hier en nu, maar ook overal en altijd.

Er zijn verschillende uiteenlopende reacties mogelijk als we met het mysterie van het leven geconfronteerd worden. Je kunt bijvoorbeeld onderschrijven dat God, kosmos en mens inderdaad ondoorgrondelijke mysteriën zijn en dat je op grond van deze ondoorgrondelijkheid geen moeite wilt doen je in deze mysteriën te verdiepen. Dat is een schijnbaar gemakkelijke houding, maar niet altijd gemakkelijk vol te houden als je antwoorden zoekt op levensvraagstukken. Een andere misschien meer herkenbare reactie is, dat je ernaar gaat verlangen de mysteriën te ontsluieren, juist omdat je beseft dat deze raken aan de grond van het menszijn; aan de essentie van wat leven is.

In een gnostiek geschrift, de scheppingsmythe van Valentinus, lezen we dat het de bedoeling is, dat de aeonen tot een ‘mijmerend verlangen’ naar de vader, naar hun schepper, komen. Dit ‘mijmerend verlangen’ vraagt niet om directe bevrediging, maar volhardt geduldig in het vertrouwen op een eens te ontvangen antwoord.

Zodra je je gaat bezinnen op de mysteriën van het leven, kan het zijn dat ze in eerste instantie eerder groter dan kleiner worden. Je wordt je er meer van bewust hoe diep deze mysteriën in feite zijn.Voor die diepte kun je terugschrikken. Wellicht kan dat ook een reden zijn om mysteriën dan maar mysteriën te laten. Maar toch willen we op een gegeven moment, hoe dan ook, het mysterie begrijpen en doorgronden.

Wat is leven nu eigenlijk? Om dit te onderzoeken kunnen we bijvoorbeeld kijken naar wat we weten over ons eigen leven. We kunnen ons afvragen in hoeverre we bewust zijn van wat zich daarin afspeelt. Natuurlijk kennen we dag en plaats van onze geboorte, weten we hoe oud we zijn en rond welke coördinaten op de aardbol wij ons ophouden. Maar waar waren we vóór onze geboorte en waar gaan wij heen na ons overlijden? Met het spreken over een bestaan vóór de geboorte of ná de dood, begeven wij ons al in het speculatieve. Wij zijn ons daar immers niet van bewust. Als biologische verschijning zijn wij een voortbrengsel, een nazaat van onze ouders en na onze dood keren de elementen waaruit ons lichaam is opgebouwd, terug tot hun oorsprong: de aarde.

Veel vindt buiten ons bewustzijn om plaats, zoals bijvoorbeeld de opbouw van het lichaam. We weten dat we regelmatig eten en drinken moeten, dat zijn handelingen die we zelf kunnen verrichten. Maar ademhalen bijvoorbeeld is iets dat buiten onze directe wil omgaat. Waar in onze longen de zuurstof uit de lucht wordt gehaald en waar uit spijs en drank in onze spijsverteringsorganen de nuttige bestanddelen worden afgescheiden en opgenomen, daar kunnen wij niet meer spreken van bewuste eigen handeling. Het is duidelijk dat er assimilatie van verschillende bouwstoffen plaatsvindt. Maar van de processen die daarbij betrokken zijn, zijn wij ons nauwelijks bewust, laat staan dat we er bewust invloed op kunnen uitoefenen. Net zomin kunnen wij onze lichaamsvormen, ons uiterlijk, naar believen boetseren en modelleren. Kennelijk is onze verschijningsvorm al bij de conceptie grotendeels vastgelegd.

Als we dit alles overzien, dan kan in ons de volgende vraag oprijzen: Als alleen al in ons stoffelijk lichaam zoveel processen plaatsvinden waar we ons amper bewust van zijn, in hoeverre kan ons bewustzijn dan doordringen in de mysteriën van het leven, van God, kosmos en mens?

We weten natuurlijk wel dat een mens meer is dan een lichaam. Ieder mens heeft gevoelens, gedachten, drijfveren, motieven. Er zijn talloze filosofen die daarover hun ideeën op schrift hebben gesteld, zoals ook de filosoof Arthur Schopenhauer. Volgens hem beweegt ons leven zich tussen de polen ‘onvervuld verlangen’ en ‘verveling’. Hoe werkt dat in een mensenleven?

Na een jeugd waarin onze ouders zorgden voor eten en onderkomen, groeien we op tot zelf- standigheid. We zoeken werk om zelf te voorzien in ons levensonderhoud en eigen woonruimte. In een bepaalde levensfase is dat allemaal best spannend: vind ik een baan die bij mij past, een partner die een beetje op mij past en vinden we een huis, waar we samen in passen? We krijgen steeds meer besef van onze eigen, specifieke identiteit en proberen die te bevestigen, te profileren, door de juiste keuzes te maken, voor zover er keuzes mogelijk zijn……

MEER INFORMATIE OVER DE CURSUS EN INSCHRIJVEN