Stilte, stil zijn en zwijgen in het Boek van Mirdad van Mikhaïl Naimy

 

De Stilte waarin ik u wil binnenleiden is dat oneindige uitspansel, waarin het niet-zijnde in het zijnde overgaat en het zijnde in het niet-zijnde. Het is die ontzagwekkende ruimte, waarin ieder geluid geboren wordt en verstilt, en iedere vorm gestalte krijgt en vergaat, waarin ieder zelf wordt ingeschreven en afgeschreven: waarin niets is dan Het.

Wanneer ge die ruimte en dat uitspansel niet in stille, diepe innerlijke aandacht doorschrijdt, zult ge niet weten hoe werkelijk uw wezen is, en hoe onwerkelijk het niet-zijnde. En evenmin hoe hecht uw werkelijke wezen met de Al-Werkelijkheid verbonden is. In die stilte wilde ik u doen wijlen, opdat ge uw oude, nauwe huid zult mogen afleggen, en zonder kluisters en belemmeringen rondgaan.

Dáárheen wilde ik uw zorgen en uw vrees doen drijven, uw begeerten en verlangens, uw afgunst en uw lusten, opdat ge ze één voor één moogt zien verdwijnen, en zo uw oren zult bevrijden van hun voortdurende geschreeuw, en uw zijden de pijn van hun scherpe sporen zult besparen.

Werpt dáár de pijlen en bogen van deze wereld weg, waarmee gij naar bevrediging en vreugde hoopt te jagen, terwijl ge in werkelijkheid niets dan rusteloosheid en verdriet najaagt. Kruip dáár uit het donkere, verstikkende omhulsel van het zelf, in het licht en de vrije lucht van het Zelf. Het is deze Stilte die ik tegenover u roem, en niet slechts een pauze voor uw door-gepraat-versleten-tongen.

Het is de vruchtbare stilte van de aarde die ik tegenover u roem, en niet de met-angst-beladen stilte van de misdadiger en de schelm. Het is de geduldige stilte van de broedende hen die ik tegenover u roem, en niet het ongedulde gekakel van haar leggende zuster.

De eerste broedt éénentwintig dagen voort, en wacht stil in stil vertrouwen op de mystieke hand om het wonder onder haar donzen borst en vleugels tot stand te brengen. De ander stuift uit haar hok vandaan, en kakelt dwaas om aan te kondigen dat ze een ei heeft gelegd.

Pas op voor een kakelende deugd, deelgenoten! Zo ge uw schaamgevoel het zwijgen oplegt, doe dat dan ook uw eer-aanspraak. Want een kakelende eer is erger dan een stille schande; en een luidruchtige deugd is erger dan een sprakeloze zonde. Onthoudt u ervan veel te spreken.

Van duizend gesproken woorden is er misschien één dat werkelijk terecht geuit wordt. De overige benevelen slechts het verstand, verdoven het gehoor, vermoeien de tong en verduisteren bovendien het hart. Hoe moeilijk is het het woord te spreken dat werkelijk gezegd moet worden!

Bron: Het Boek van Mirdad van Mikhaïl Naimy