De zeven zaligsprekingen uit ‘De openbaring van Johannes’

OPENBARING 1OPENBARING 2 EN 3OPENBARING 5 –  OPENBARING 7OPENBARING 10OPENBARING 12OPENBARING 13 – OPENBARING 14 – OPENBARING 17 – OPENBARING 18OPENBARING 19OPENBARING 20OPENBARING 21 EN 22

De negen zaligsprekingen uit de Bergrede (Mattheus 5: 1-12) zijn algemeen bekend. Ze worden ook wel de grondwet voor geluk genoemd. Veel minder bekend zijn de zeven zaligsprekingen uit het laatste boek van de Bijbel: De openbaring van Johannes. Deze staan niet bij elkaar, maar zijn verspreid over de hoofdstukken. Hieronder volgen die zaligsprekingen in chronologische volgorde. 

1
Zalig is hij die leest en zijn zij die horen de woorden van de profetie, en die in acht nemen wat daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.
(Openbaring 1:3)

2
Zalig zijn de doden die in de Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten van hun inspanningen, en hun werken volgen met hen.
(Openbaring 14:13)

3
Zalig hij die waakzaam is en op zijn kleren acht geeft, zodat hij niet naakt zal rondlopen en men zijn schaamte niet zal zien.
(Openbaring 16:15)

4
Zalig zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam.
(Openbaring 19:9)

5
Zalig en heilig is hij die deelheeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang.
(Openbaring 20:6)

6
Zalig is hij die de woorden van de profetie van dit boek in acht neemt.
(Openbaring 22:7)

7
Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, zodat zij recht mogen hebben op de Boom des levens, en opdat zij door de poorten de stad mogen binnengaan.
(Openbaring 22:14)

Bron: Bijbel, Herziene Statenvertaling

BESTEL BIJBEL HERZIENE STATENVERTALING