Alfred Lord Tennyson, één van de beroemdste Britse dichters

Intellectuelen en kunstenaars, met name mensen zoals William Blake (1752-1827) en de latere William Morris, herkenden paradoxen die door de modernisering ontstonden. Ze verlangden naar een rustiger, vrediger en landelijk verleden, dat ondanks de vele negatieve aspecten die daaraan kleefden, achteraf als idyllisch werd beschouwd. Daarbij kwam een nieuwe christelijke geestdrift, voortgekomen uit de Hogere Kerk van Engeland, samen met een hernieuwde belangsatelling voor oude katholieke gebruiken. In de ogen van veel victoriaanse schrijvers, kunstenaars en filosofen was het humanisme meer krijtgeraakt dan dat het won in zijn vlucht naar voorutitgang en industrialisatie. 

Alfred Lord Tennyson (1809-1892) was iemand die zo dacht. Hij werd in 1809 geboren in een tamelijk rijke en van oorsprong adellijke familie in Lincolnshire en werd een van de beroemdse Engelse dichters van zijn tijd. Hij was hofdichter van 1850 tot aan zijn dood in 1892. 

Tennyson schreef over diverse onderwerpen, maar toonde grote belangstelling voor middeleeuwse verhalen. We vinden hem nu overdreven moralistisch en erg genotzuchtig, net als veel andere victoriaanse dichters en schrijvers, maar in zijn eigen tijd was hij zeer populair en werd zijn werk veel gelezen. Tot zijn beroemdste gedichten hoort ‘Idyllen van de koning. Deze uitgebreide verzameling, die hij tussen 1856 en 1885 schreef, bestond uit twaalf lange gedichten die beginnen met de geboorte van koning Arthur en eindigen bij zijn dood bij de slag bij Caman. 

Een van de gedichten heet ‘De heilige graal’ en is geschreven vanuit het perspectief van Sir Percivale, die het verhaal als oude monnik vertelt. Het gedicht beschrijft in detail de queeste van Sir Percivale en Sir Galahad, en verhaalt over Galahads uiteindelijke vertrek naar een heilige stad en over de hopeloze queesten van andere, meer wereldlijke ridders, die uiteindelijk leiden tot het einde van de ronde tafel en tot de val van Camelot.    

In veel opzichten laat Tennyson in Idyllen van de koning een allegorie zien van de victoriaanse samenleving, die wat betreft deugdzaamheid  met haar hoofd in de wolken liep maar verder met beide benen op de grond stond. Tennysons graal was, net als de volmaakte samenleving, iets wat mensen konden proberen na te streven, maar ook iets wat vreselijk moeilijk te bereiken was. 

Bron: ‘De heilige graal, geschiedenis en geheimen’ door Alan Butler