BESTEL HET HUIS VAN DE VIER WINDEN SOFTBACK
BESTEL HET HUIS VAN DE VIER WINDEN EBOOK
Elif Shafak is een schrijfster van Turkse afkomst en de best verkopende vrouwelijke auteur van Turkije. Ze publiceerde boeken geschreven in het Turks en in het Engels. Haar boeken werden in 55 talen vertaald en werden genomineerd voor verschillende literaire prijzen. Haar meest recente boek heeft de titel Het huis van de vier winden. In de bovenstaande Engelstalige video met een TED talk van haar gaat zij in op de revolutionaire kracht van divers denken. Hieronder volgt de Nederlandse vertaling van de transcriptie.
LEES OVER DE BOVENSTAANDE ROMANS VAN ELIF SHAFAK
‘Proeft u woorden?’
Die vraag was een verrassing. Deze zomer gaf ik een toespraak op een literair festival, en daarna, terwijl ik boeken tekende, kwam een tienermeisje met haar vriend me dit vragen. Ik vertelde haar dat bij sommige mensen de zintuigen elkaar overlappen, zodat ze kleuren kunnen horen of geluiden kunnen zien, en dat veel schrijvers, waaronder ikzelf, door dit onderwerp gefascineerd zijn. Maar ze onderbrak me een beetje ongeduldig en zei:
‘Ja, dat weet ik wel. Het heet synesthesie. Hebben we op school geleerd. Maar mijn moeder is uw boek aan het lezen en ze zegt dat er veel levensmiddelen en ingrediënten in staan en ook een lange dinerscène. Bij elke pagina krijgt ze honger. Toen vroeg ik me af hoe het komt dat u geen honger krijgt terwijl u dit schrijft? En ik dacht dat u misschien woorden kon proeven. Snapt u wat ik bedoel?’
En eigenlijk klopte dat ook wel, want al sinds mijn jeugd heeft elke letter van het alfabet een andere kleur en kleuren brengen mij smaken. Zo is bijvoorbeeld de kleur paars heel scherp, bijna geparfumeerd, en alle woorden die ik associeer met paars smaken ook zo. Zoals ‘zonsondergang’ – een zeer pittig woord. Maar ik vreesde dat het voor die tiener misschien te abstract of te raar zou klinken, en er was hoe dan ook te weinig tijd voor omdat er mensen in de wachtrij stonden, dus voelde het plotseling aan dat wat ik probeerde over te brengen ingewikkelder en gedetailleerder zou zijn dan wat de omstandigheden toelieten.
Ik deed wat ik meestal doe in soortgelijke situaties: ik stamelde, klapte dicht en stopte met praten. Ik stopte met praten omdat de waarheid complex was, al wist ik diep van binnen dat je nooit mag zwijgen uit angst voor complexiteit. Daarom begin ik vandaag mijn talk met het antwoord dat ik toen niet kon geven.
Ja, ik kan woorden proeven. Soms, niet altijd, en gelukkige woorden smaken anders dan verdrietige woorden. Ik hou van verkennen: hoe smaken de woorden creativiteit, gelijkheid, liefde of revolutie?
En hoe is dat met het woord ‘moederland’? Het is nu vooral dat laatste woord waarover ik pieker. Het laat een zoete nasmaak na op mijn tong, zoals kaneel, wat rozenwater en appels. Maar daaronder zit er een wrange bijsmaak, zoals brandnetels of paardenbloem. De smaak van mijn moederland, Turkije, is een mix van zoet en bitter.
Ik vertel jullie dit, omdat ik denk dat meer en meer mensen over de hele wereld vandaag ook gemengde gevoelens hebben over hun thuisland. Wij houden toch van ons land van herkomst?Hoe zouden we niet? We voelen ons verbonden met de mensen, de cultuur, het land, het eten. En toch voelen we ons tegelijkertijd steeds meer gefrustreerd door de politiek en de politici, soms zelf tot op het punt van wanhoop of pijn of woede.
Ik wil praten over emoties en de noodzaak om onze emotionele intelligentie te stimuleren. Ik vind het jammer dat mainstream politieke theorie weinig aandacht besteedt aan emoties. Vaak zijn analisten en deskundigen zo druk bezig met gegevens en statistieken dat ze de dingen in het leven lijken te vergeten die moeilijk te meten zijn en misschien onmogelijk te vangen in statistische modellen. Maar ik denk dat dit om twee belangrijke redenen een vergissing is.
Ten eerste omdat wij emotionele wezens zijn. Omdat wij als menselijke wezens nu eenmaal zo zijn. Maar ten tweede, en dit is nieuw, zijn we binnengestapt in een nieuwe fase in de wereldgeschiedenis waarin collectieve gevoelens de politiek leiden en misleiden, meer dan ooit tevoren. Via sociale media en sociale netwerken worden deze gevoelens verder versterkt en gepolariseerd, en reizen ze heel snel de hele wereld rond. We leven in een tijd van bezorgdheid, boosheid, wantrouwen, wrok en, denk ik, hoop en angst.
Maar hier komt het: zelfs als er volop onderzoek is over economische factoren, zijn er relatief weinig studies over emotionele factoren. Waarom onderschatten we gevoelens en perceptie? Ik denk dat het gaat om een van onze grootste intellectuele uitdagingen, omdat onze politieke systemen vol zitten met emoties.
In land na land hebben we rechtse politici deze emoties zien exploiteren. Toch neemt de academische wereld of de intelligentsia emoties niet serieus. Ik denk dat we dat zouden moeten doen. Net zoals wij ons moeten concentreren op de wereldwijde economische ongelijkheid, moeten we wereldwijd aandacht besteden aan emotionele en cognitieve hiaten en hoe deze te overbruggen omdat ze ertoe doen.
Toen ik jaren geleden nog in Istanboel woonde, zocht een Amerikaanse geleerde me op. Ze werkte aan vrouwelijke schrijvers in het Midden-Oosten. Op een bepaald moment zei ze: ‘Ik begrijp waarom je een feministe bent, want je woont in Turkije.’
En ik zei haar: ‘Ik begrijp niet waarom jij geen feministe bent, want jij woont toch in Amerika.’ En ze lachte. Ze zag het als een grap, en we gingen verder.
Maar de manier waarop ze de wereld verdeelde in twee denkbeeldige kampen, in twee tegengestelde kampen, hinderde me en bleef me bij. Volgens deze denkbeeldige kaart, waren sommige delen van de wereld ‘vloeibare’ landen. Ze waren als onrustige wateren, nog niet gekalmeerd. Terwijl andere delen van de wereld, namelijk het Westen, solide, veilig en stabiel waren. Dus waren het de vloeibare landen die het feminisme nodig hadden en activisme en mensenrechten. Wie onder ons de pech had van dergelijke plaatsen te komen, moest blijven worstelen voor deze meest essentiële waarden.
Maar er was hoop. Omdat de geschiedenis vooruitgaat, zullen ook de meest woelige landen ooit bijbenen. Ondertussen konden de burgers van de solide landen zich verheugen in het verloop van de geschiedenis en in de triomf van de liberale orde. Ze konden de strijd van mensen elders steunen, maar zij zelf hoefden niet meer te vechten voor de grondbeginselen van de democratie, omdat ze voorbij dat stadium waren.
Maar in het jaar 2016, denk ik, viel dit hiërarchische geografische plaatje uit elkaar. Onze wereld volgt niet langer het dualistische patroon van de geest van die geleerde, als het dat al ooit deed. Nu we weten dat de geschiedenis niet noodzakelijkerwijs vooruitgaat. Soms gaat het in cirkels, gaat ze zelfs achteruit, en generaties kunnen dezelfde fouten maken als hun overgrootvaders.
Nu weten we dat er niet zoiets is als solide landen tegenover vloeibare landen. In feite leven we allemaal in vloeibare tijden, net zoals wijlen Zygmunt Bauman ons vertelde. Bauman definieerde ons tijdperk anders. Hij placht te zeggen dat we allemaal in drijfzand gaan terechtkomen. Als dat klopt, dan denk ik dat wij vrouwen ons meer dan mannen zorgen moeten maken, want als samenlevingen afglijden naar autoritaire praktijken, nationalisme of religieus fanatisme, hebben vrouwen veel meer te verliezen.
Daarom moet dit een cruciaal moment zijn, niet alleen voor globaal activisme, maar naar mijn mening, ook voor een wereldwijd zusterschap. Maar ik wil wat opbiechten voordat ik verder ga. Tot voor kort, was ik op internationale conferenties meestal een van de meer depressieve sprekers. Toen ik zag hoe onze dromen over democratie en co-existentie in Turkije met voeten werden getreden, geleidelijk aan, maar ook met een verbijsterende snelheid, voelde ik me door de jaren heen nogal gedemoraliseerd.
Op deze festivals kwamen ook andere sombere schrijvers van plaatsen als Egypte, Nigeria, Pakistan, Bangladesh, Filipijnen, China, Venezuela, Rusland. We glimlachten naar elkaar in sympathie, een kameraadschap van verdoemden. Je had ons ICBEDS kunnen noemen: Internationale Club van Bange en Depressieve Schrijvers.
Maar dingen begonnen te veranderen. Plots werd onze club populairder en begonnen we nieuwe leden aan te trekken. Ik herinner me dat Griekse schrijvers en dichters erbij kwamen, gevolgd door schrijvers uit Hongarije en Polen, en dan, interessant, schrijvers uit Oostenrijk, Nederland, Frankrijk, en ook schrijvers uit het VK, waar ik woon en thuis ben. Daarna schrijvers uit de VS. Plotseling waren er meer van ons die zich zorgen maakten over het lot van onze naties en de toekomst van de wereld. En misschien waren er nu meer die zich vreemden voelden in hun eigen moederland.
Toen gebeurde er iets raars. Wie zich vroeger lange tijd erg depressief voelde, voelde zich nu minder depressief, terwijl de nieuwkomers, die niet gewend waren aan dit gevoel, nu zelfs nog depressiever werden. Zo zag je schrijvers uit Bangladesh, Turkije of Egypte bezig met het troosten van hun collega’s uit Groot-Brittannië om Brexit of uit de VS om de verkiezingen. Maar alle gekheid op een stokje, ik denk dat onze wereld vol is van ongekende uitdagingen, en dit heeft een emotionele weerslag.
Door de snelle veranderingen willen veel mensen afremmen, en tegenover te veel onbekendheid, willen mensen terug naar het vertrouwde. Als dingen te verwarrend worden,
snakken veel mensen naar eenvoud. Dit is een zeer gevaarlijk kruispunt, want het is precies daar waar de demagoog op de proppen komt. De demagoog begrijpt hoe collectieve gevoelens werken en hoe hij, meestal een hij, er zijn voordeel mee kan doen.
Hij vertelt ons dat we allemaal tot onze stammen behoren en dat we veiliger zullen zijn als we omringd zijn door meer van hetzelfde. Demagogen zijn er in alle maten en vormen. Het zou de excentrieke leider van een marginale politieke partij ergens in Europa kunnen zijn, of een islamistische, extremistische imam die dogma en haat predikt, of ergens anders een blanke supremacist en Nazi-vererende redenaar. Deze figuren lijken op het eerste gezicht niets met elkaar te maken te hebben. Maar ik denk dat ze elkaar voeden en elkaar nodig hebben.
Over de hele wereld, als we kijken naar hoe demagogen praten en hoe ze bewegingen inspireren, denk ik dat ze een onmiskenbaar kenmerk gemeen hebben: ze hebben een sterke, sterke hekel aan pluraliteit. Ze kunnen niet omgaan met meervoudigheid.
Adorno zei vaak: ‘Intolerantie voor onduidelijkheid wijst op een autoritaire persoonlijkheid.’ Maar dan vraag ik me af: wat als datzelfde signaal, diezelfde onverdraagzaamheid voor onduidelijkheid, wat als dat nu tekenend is voor onze tijd, de tijd waarin we leven? Want waar ik ook kijk, zie ik de nuances wegdeemsteren. Op tv-shows zien we een anti-iets spreker het opnemen tegen een pro-iets spreker. Dat geeft goede kijkcijfers. Het is nog beter als ze tegen elkaar schreeuwen.
Zelfs in de academische wereld, zogenaamd de voedingsbodem voor ons intellect, zie je een atheïstische geleerde debatteren met een theïstische geleerde, maar het is geen echt intellectueel debat, omdat het een botsing is tussen twee zekerheden. Ik denk dat je overal die tegenstellingen tegenkomt. Langzaam en systematisch wordt ons het recht ontzegd om complex te zijn.
Istanboel, Berlijn, Nice, Parijs, Brussel, Dhaka, Bagdad, Barcelona: we zagen keer op keer verschrikkelijke terroristische aanslagen. En wanneer je je verdriet toont en reageert tegen de wreedheid, krijg je hopen reacties, berichten op sociale media. Maar één ervan is heel storend, omdat het zo wijdverbreid is.
Ze zeggen: “Waarom voel je medelijden met hen? Waarom voel je medelijden met hen? Waarom heb je geen medelijden voor de burgers in Jemen of de burgers in Syrië?” Ik denk dat de mensen die dat schrijven, niet begrijpen dat we medelijden kunnen voelen en solidair zijn
met slachtoffers van terrorisme en geweld in het Midden-Oosten, in Europa, in Azië, in Amerika, overal, overal, evenzeer en tegelijkertijd.
Ze lijken niet te begrijpen dat we geen pijn of plaats boven alle andere moeten plaatsen. Maar ik denk dat het dit is wat tribalisme met ons doet. Het vernauwt onze geest, zeker, maar het vernauwt ook onze harten, zozeer dat we gevoelloos worden voor het lijden van andere mensen.
De trieste waarheid is dat we niet altijd zo waren. Ik gaf een kinderboek uit in Turkije. Toen het werd gepubliceerd, heb ik veel sessies georganiseerd. Ik ging naar veel basisscholen, zodat ik jonge kinderen in Turkije kon observeren. Het was altijd geweldig om te zien hoe veel empathie, verbeelding en bravoure ze hadden. Die kinderen zijn op die leeftijd veel meer geneigd om wereldburgers te worden dan nationalisten. Het is prachtig om zien dat, wanneer je ze bevraagt, hoeveel ervan dichters en schrijvers willen worden, en meisjes evenzeer als jongens, zo niet zelfs meer.
Maar als ik naar middelbare scholen ging, was alles veranderd. Nu wil niemand meer een schrijver worden, niemand meer een novelist. Meisjes zijn timide geworden, voorzichtig, waakzaam, terughoudend om te spreken in de openbare ruimte, omdat de familie, de school, en de maatschappij hen leerden hun individualiteit uit te wissen.
Ik denk dat we in Oost en West onze diversiteit kwijtraken zowel binnen onze samenlevingen als in onszelf. Afkomstig uit Turkije, weet ik dat het verlies van diversiteit een groot, groot verlies is. Vandaag is mijn moederland ’s werelds grootste gevangenis voor journalisten, en overtreft zelfs het trieste record van China. Ik geloof ook dat wat er daar in Turkije gebeurd is overal kan gebeuren. Het kan zelfs hier gebeuren. Dus evenals solide landen een illusie bleken, zijn enkelvoudige identiteiten ook een illusie, omdat we van binnen allemaal een veelvoud aan stemmen hebben.
De Iraanse, de Perzische dichter Hafiz placht te zeggen: “In je ziel heb je elk ingrediënt nodig voor een vreugdevol leven. Alles wat je hoeft te doen, is die ingrediënten te mengen.”
Ik denk dat we kunnen mengen. Ik ben een Istanboelse, maar zit ook vast aan de Balkan, de Egeïsche zee, de Middellandse Zee, het Midden-Oosten, de Levant. Ik ben Europeaan door geboorte, door keuze, door de waarden die ik koester. Ik ben een Londenaar geworden door de jaren heen. Ik zou mezelf graag zien als een mondiale ziel, een wereldburger, een nomade en een rondreizende verteller.
Ik heb meerdere banden, net zoals wij allemaal. En meerdere banden betekenen meerdere verhalen. Als schrijvers jagen we natuurlijk altijd op verhalen, maar ik denk dat we ook geïnteresseerd zijn in de stiltes, de dingen waarover we niet kunnen praten, de politieke taboes, de culturele taboes.
We zijn ook geïnteresseerd in onze eigen stiltes. Ik ben ook altijd opgekomen – en heb er uitgebreid over geschreven – voor rechten van minderheden, vrouwen en lhbt’ers. Maar terwijl ik over deze TED Talk zat te denken, realiseerde ik me iets: Ik had nooit de moed gehad om publiekelijk toe te geven dat ik zelf biseksueel was, omdat ik zozeer vreesde voor de laster
het stigma, het bespotten en de haat die zeker zouden volgen.
Maar natuurlijk moet je nooit blijven zwijgen uit angst voor complexiteit. Hoewel ik aan angsten geen gebrek heb en ik hier spreek over de kracht van emoties – ik ken de kracht van emoties – ontdekte ik na verloop van tijd dat emoties begrensd zijn. Ze hebben een limiet. Er komt een moment – iets als een kantelpunt of een drempel – als je moe wordt om bang te zijn, moe om je angstig te voelen.
Ik denk dat niet alleen individuen, maar misschien ook naties hun eigen kantelpunt hebben. Dus zelfs sterker dan mijn emoties is mijn bewustzijn dat niet alleen geslacht, niet alleen identiteit, maar het leven zelf vloeibaar is.
Ze willen ons verdelen in stammen, maar wij zijn verbonden over de grenzen heen. Zij preken zekerheid, maar wij weten dat het leven zelf magisch en dubbelzinnig is. Zij willen aanzetten tot dualiteiten, maar wij zijn veel genuanceerder dan dat. Wat kunnen we dan doen? Ik denk dat we moeten teruggaan naar de basis, terug naar de kleuren van het alfabet.
De Libanese dichter Khalil Gibran placht te zeggen: ‘Ik leerde stilte van de lawaaierige, tolerantie van de intolerante en vriendelijkheid van de onvriendelijke.’
Ik denk dat dat een groot motto is voor onze tijd. Van populistische demagogen zullen we de onmisbaarheid van de democratie leren en van isolationisten de noodzaak voor wereldwijde solidariteit, van tribalisten de schoonheid van kosmopolitisme en de schoonheid van diversiteit.
Ik wil eindigen met één woord, of één smaak: het woord ‘yurt’ betekent in het Turks ‘moederland’. Het betekent ’thuisland’. Maar interessant is dat het woord ook betekent: een tent van nomadische stammen. Ik hou van die combinatie, omdat ze me laat denken dat thuislanden niet op één plaats geworteld hoeven te zijn. Ze kunnen draagbaar zijn. We kunnen ze overal meenemen.
Ik denk dat er voor schrijvers, verhalenvertellers uiteindelijk maar één belangrijkste vaderland is, en dat heet ‘Verhaalland’. De smaak van dat woord is de smaak van vrijheid.
Dank u.
BESTEL HET HUIS VAN DE VIER WINDEN SOFTBACK