Jacobine Geel spreekt over reïncarnatie met schrijver Bas Steman en regressietherapeut Hetty Kruijmer

BESTEL MORGAN EEN LIEFDE

Het thema van het KRO-NCRV televisieprogramma van presentatrice en theoloog Jacobine van Geel op zaterdag 5 januari 2019 was: Kun je in reïncarnatie geloven? Dat is mooi neutraal gesteld voor een beladen onderwerp als reïncarnatie, maar ze is esoterisch goed onderlegd en weet met haar uitzendingen bij te dragen aan bewustwording in met name reformatorische en andere christelijke kringen waar dominees en ambtsdragers nogal eens vastgeroest zitten in verouderde concepten, en zich soms met hand en tand verzetten tegen de bevrijdende en vernieuwende impulsen die alom in de samenleving kunnen worden waargenomen. 

Ook haar KRO-NCRV collega Annemiek Schrijver doet in dit opzicht geweldig werk, en in iets minder geldt dat ook voor de aanzienlijk jongere Marleen Stelling van de Evangelische Omroep. Bij de Evangelische Omroep is er echter veel meer censuur. Begrijpelijk, want als je je zelfverzekerde achterban confronteert met wat zij ‘dwaalleringen’ noemt en vermeende zekerheden ontneemt, verlies je leden. Daarom zijn nogal wat opnames van interviews door Marleen Stelling niet uitgezonden. Dat geldt bijvoorbeeld voor een interview voor met een moslima Anne Dijk voor Het Vermoeden, en een gesprek voor ‘De Nachtzoen’ met Bas Steman, auteur van de roman ‘Morgan, een liefde’. 

BESTEL MORGAN EEN LIEFDE

Bas Steman schrijft daarover op zijn website: ‘De uitzending van de opnames bij de EO van de werd verboden, omdat ‘Morgan, een liefde’ behalve over liefde ook over reïncarnatie gaat…tja…Bizar, omdat het aangename gesprek met Marleen Stelling ging over het mysterie, het onverklaarbare. En ik ben een romancier, geen prediker die het beter weet en een paar stellingen vastpint op een kerkdeur. Het pijnlijke is dat de IKON-redactie moet werken onder EO-bestuur. De vrijzinnigheid van de open geest wordt gekneveld door de angst en oogkleppen van de EO. Treurig.’

Bas Steman wel uitgebreid aan het woord in het genoemde programma van Jacobine Geel. De opmerkingen over de uitzending op de Facebookpagina @ncrvjacobine zijn lovend. Vele kijkers zijn blijkbaar blij dat dit belangrijke onderwerp eindelijk eens bespreekbaar wordt gemaakt, ook binnen de conventionele kerken. Hieronder volgt een transcriptie van het gesprek.

Jacobine: Bas Steman schreef een fascinerende autobiografische roman over de soldaat Morgan, iemand van wie hij sterk het gevoel had dat hij het zelf was. Was hij in een vorig leven de soldaat Morgan geweest, die omkwam bij de slag om Arnhem? Die zoektocht, daar is de roman een neerslag van, en over die zoektocht gaan we praten met uiteraard Bas Steeman zelf en met reïncarnatietherapeut Hetty Kruijmer-Clazier. 

Jacobine: Welk verhaal wil dit boek vertellen? 

Bas: Op de eerste plaats natuurlijk dat er een mysterie is dat we niet kunnen doorgronden, maar soms heel hard in je leven iets kan aanrichten – als je ervoor open gaat staan of als het op je pad komt -maar vooral ook over de liefde die over de dood heen wil. Dat is de drive die er onder dit verhaal ligt. Er zijn een paar hoofdpersonen. Een man die een beetje op mij lijkt en niet zo met dit soort zweverige dingen bezig is, een sceptische man. Maar hij wordt verliefd op een vrouw die er wel heel erg mee bezig is, en hem een beetje verleid in die wereld. Alles wat hij in die wereld meemaakt blijkt ook historisch zo te zijn gegaan. Het leidt hem naar soldaat Morgan. 

Hetty: Ik kende Bas niet, maar toen het uitkwam heb ik het meteen gekocht omdat het mij bijzonder interesseert. Als reïncarnatietherapeut is dit verhaal voor mij vertrouwd. Mensen komen bij mij in de praktijk met een probleem in het hier en nu. En dan is het soms heel goed – en dat is ook mijn werk – om te kijken naar het verleden daar en toen. Wij zoeken dan naar de oorzaken waardoor dat probleem kon ontstaan. Ik was professioneel geïnteresseerd in deze roman, maar ook als de mens Hetty, want ik vind het een prachtig verhaal. Ik vind het heel erg mooi om te zien dat Bas als schrijver zo kwetsbaar durft te zijn om dit naar buiten te brengen. 

Bas: Eigenlijk ligt aan dit verhaal een eigen ervaring ten grondslag waar ik totaal niet op was voorbereid. Heel concreet: een parachutesprong die ik niet durfde te doen met collega’s die gingen skydiven: met een vrije val naar beneden donderen en dan hopelijk op tijd aan het touwtje trekken. Iedereen durfde wel, maar de man met de grootste bek durfde ineens niet tot mijn eigen verrassing. Ik rijd wel als een debiel op mijn fiets een berg af, waarvan ik achteraf denk: misschien ook niet zo verstandig. Dus ik was er niet op bedacht dat ik zou weigeren met springen, dat ik zo bang zou worden. In de hangar waar we moesten omkleden ging ik helemaal in de paniekstand. Ik bevroor en werd heel echt zo bang, ik ging niet meer over mezelf. Ik hoorde alleen maar een stem in mij: als je gaat, ga je dood. Doe het niet, doe het niet. Dus ik moest me daar echt onderuit lullen om het zo maar te zeggen. Gelukkig kon je ook vliegles nemen en dat was mijn escape. 

Toen ik later een roman wilde schrijven over het idee dat een lichaam en een ziel een onafhankelijk tijdspad kunnen hebben, toen ben ik onderzoek gaan doen. Ik had helaas niet meer over deze ervaring van de parachutesprong nagedacht. Ik ging er heel veel over lezen en heb ook maar eens een keer een regressietherapeut bezocht, puur om alleen maar een gesprek te hebben, als researcher. Die regressietherapeut zei op een gegeven moment: Je kan lekker kletsen Bas, maar je komt volgende week maar eens terug en dan ga je op de bank hier liggen. Ik wilde alles, maar niet op de bank liggen. En toen ik op de bank lag – ik had het idee ik lig hier een uurtje of anderhalf en dan ga ik lekker weer verder met mijn leven – vroeg zij mij om naar een moment te gaan waarop ik was verrast door mezelf. Dat kan euforie zijn, blijdschap, maar ook angst die je niet kunt verklaren. Toen voelde ik wel: nu moet ik naar dat moment waar ik het bijna tien jaar niet meer over heb gehad. Er kwamen beelden bij mij boven die herinneringen waren, maar niet van mij. Maar ik wist meteen waar het was en dat het Tweede Wereldoorlog was. 

In het boek staat het volgende gedeelte over een regressiesessie

‘Hoe  heet je?’ 
Adrenaline, ik wilde me oprichten, vergeefs, een onzichtbaar gewicht duwde me tegen de matras. 
‘Geen idee, hoe moet ik dat nou weten?’
Met zachte stem, ijselijk rustig: ‘Als je het wel zou weten, hoe heet je dan?’
Ruis, stilte, beelden van een vrouw die mijn naam noemt. Donker haar. Ze lacht, zwaait me uit of zo. Opnieuw klagen van heel ver, vanuit een ander universum, die ergens diep in me ontstaan. 
‘Morgan. Ik heet Morgan.’
Best stellig. Ik had geen idee waar deze naam vandaan kwam. ook die was vreemd voor me. 
‘En verder?’
‘Niets, alleen Morgan.’

In de regressie spring je en maak je je eigen dood mee. Dat is best heftig. Je voelt en herbeleeft dat. Dus mijn lichaam schokte ook en er kwam een enorme wordt vrij en een heel erg groot verdriet dat ik nooit meer tegen mijn dierbaren kon zeggen dat ik van ze hield. Dat kwam er uit als een soort schreeuw. 

Jacobine: Was jij vanaf dat moment ook Morgan?

Bas: Emotioneel zeker. Ik denk dat ik met vier biertjes op veiliger naar huis rijdt dan na die sessie. 

Jacobine: Je wist toen ook een beetje waar die man te plaatsen?

Bas: Ik wist alles. Mijn hoofd wilde niet. Ik dacht: ik ben toch geen gerecyclede soldaat? Doe effe normaal! Het was een parachutist gesneuveld bij Oosterbeek bij Arnhem. Ik wist bepaalde details, wat hij één nacht had meegemaakt, hoe die sprong was gegaan. Ik had hem wel even gezien, en ook het huis waarin hij woonde. Maar ik vertrouw mezelf natuurlijk voor geen meter. 

Jacobine: Is zo’n beschrijving wel herkenbaar?

Hetty: Ja, dat is heel herkenbaar, herkenbaar maar het is bij iedereen wel anders. Bij Bas is het heel echt levendig: alles is in het bewustzijn van Bas echt duidelijk geworden: namen plaatsen … Dat is niet altijd in therapie zo. Bij de meeste mensen instrueer ook ook echt terug naar een vorig leven met dingen die ik heb opgevraagd, en begeleid mensen daarin. Ieder verhaal is uniek. Mensen reageren ‘Dit past helemaal niet in het hier en nu, maar het hoort toch wel bij mij.’ 

Jacobine: Je komt erbij omdat mensen bij je komen met een probleem. Ze lopen ergens in vast. Dus je bent ergens behulpzaam aan om die herinnering op een of andere manier vorm en kleur en naam te geven?

Hetty: De symptomen in het hier en nu – dus dat waar je last van hebt – zijn eigenlijk spiegels naar het verleden. Durf je in de spiegel te kijken of zeg je; dat doe ik niet. Het is een uitdaging en ook heel moedig als je durft te kijken. Het heeft altijd te maken met onverwerktheden in het verleden, waar dan ook. 

Jacobine: Het ging bij jou Bas om een soldaat uit Engeland, uit Wales. Wat voor puzzelstukjes waren er allemaal?

Bas: ‘Eerst wilde ik er niet aan. Mijn lichaam zegt: ja, dit is allemaal waar, maar mijn hoofd zegt: no go, dat kan niet. Ik ging zoeken en mijn eerste aanknopingspunt was de naam Morgan. Ik kende geen Morgan, ging zoeken en op een website vind je soms een digitaal oorlogskerkhof waar alle jongens op staan die meededen aan de slag bij Arnhem. Ik wist dat het Brits was – dat had ik gezien denk ik, aan mijn uniform of zo. Toen ging ik zoeken er er bleek één te zijn met de naam Morgan: een parachutist, 26 jaar, toevallig net zo oud als ik was toen ik die angstaanval kreeg. Op die site vond ik ook zijn geboorteplaats, een dorp in Wales wat vroeger een staaldorp was met kolen. Dat was allemaal dicht, niet veel te beleven. Ik had een huisje gezien in mijn regressie en dat huisje bleek er ook te zijn. 

Jacobine: Je bent echt afgereisd om ook daar te kijken: wat vind ik?

Bas: ‘Ja, maar met de grondhouding: het is niet waar. Ik wilde eigenlijk steeds zoeken en zien dat het niet waar was. Maar alles klopte: de plek waar hij overleden is, de datum waarop hij sprong. Alles klopte met wat ik had verteld in die regressie. Dus kwam ik er gewoon niet meer onderuit. 

Jacobine: Tot op het punt dat je zijn zus of jouw zus ook hebt ontmoet. 

Bas: Ja, dat was een oud dametje dat in het dorp woonde. Op een gegeven moment kreeg ik te horen dat ze leefde en iemand zei: ik kan wel met je naar haar huis lopen. Toen dacht ik: ho eens even, wat moet ik dan zeggen tegen dat oude mensje? Dus ik schreef een brief met daarin wat strikvragen en daarin ook de vraag of Morgan iets met wielrennen had. 

Jacobine: Want daar heb jij iets mee?

Bas: Ja. Mijn meest sceptische vrienden zeiden: dan moet er toch een wezenskenmerk van hem in jou zitten? Toen bleek Morgan bij een fietsclub te zitten en elk weekend met zijn vrienden alleen maar aan het rammen was op zijn racefiets. Toen dacht ik: nu moet ik die zus uitnodigen om naar Nederland te komen. Ze was nog nooit bij het graf geweest. Ze had het geblokt. 

Jacobine: Ze herkende je ergens?

Bas: Ja, ik haar ook. 

Jacobine: En ze vond het dus niet een vreemd idee?

Bas: In het begin had ik natuurlijk een smoes: Ik ben een schrijver en ik schrijf over onbekende soldaten. Maat het was te familiair, te amicaal en ik dacht: er moet een moment komen waarop ik haar ga vertellen wie ik ben en wat mij motiveert. Ik durfde dat niet zo goed te vertellen. En ook: hoe gaat het met haar hart als ik haar dit vertel. Ik heb het toch verteld, hortend en stotend. Er viel meteen iets van haar af. Ze wilde meteen alles weten. Waar is hij gestorven? Heeft het lang geduurd? We zijn samen naar het graf van Morgan gegaan en voor het eerst sinds misschien wel 50 jaar huilde ze, en ik had haar vast. 

Jacobine: Hetty, dat raakt mij en het raakt jou ook, dat kan niet anders. Dit is bijzonder hè, dat iemand niet alleen in zichzelf iets terugvindt, maar het ook in de werkelijkheid terugvindt. 

Hetty: Ja, dat vind ik wel heel bijzonder. Ik heb het wel één keer eerder meegemaakt. Dat was ook een Tweede Wereldoorlog-verhaal.

Bas: Er zijn er veel teruggekomen hoor. 

Hetty: De cliënt kreeg hele heldere beelden en wist ook een naam te noemen. Dan lopen de rillingen je toch ook wel over de rug. Maar in wezen is het voor therapie niet zo heel belangrijk om namen te weten, want het gaat om het onverwerkte trauma van die persoon uit een vorig leven. Dat klinkt misschien niet te volgen voor de ratio, maar ik ben ervan overtuigd dat mensen bezielde wezens zijn. We hebben een ziel in ons die eeuwig is. In ons zit ook een stukje onstoffelijke werkelijkheid wat de dood telkens overleeft. En als daar hele harde krassen op komen, dan vraagt de ziel niet om herhaling, maar wel om voltooiing. Dan zoekt die ziel na verloop van tijd vanuit andere dimensies weer een nieuw leven om zich mee te verbinden. 

Jacobine: Zo snel dus eigenlijk al weer. 

Hetty: Ja, dat kan. Het betreft een zus van Morgan, maar Morgan is een stukje van de zielsenergie van Bas. 

Jacobine: Het ontstond bij jou uit toeval zeg je. Maar zijn er achteraf ook dingen die daarop wijzen?

Bas: Ja, als je kijkt naar kindertekeningen van mij toen ik 4 of 5 jaar oud was, dan zie je soldaten die uit een vliegtuig springen en overhoop geknald worden. Toen er in mijn jeugd een tank op de dijk stond, stonden vriendjes daar stoer bovenop. Ik niet, ik stond te janken. Ik moest ook een keer filmen bij een herdenking terwijl ik hier helemaal niet mee bezig was. Ik loop op een parkeerplaats, zie de veteranen aankomen. Ik voel mijn benen week worden en zeg tegen mijn cameraman: ga jij die shots maar maken want ik blijf hier. Nu denk ik: o, dat past in elkaar. Als ik in een bos loop wil ik altijd dat ik niet gezien wordt. Nu denk ik aha, daar ziet die. 

Ik houd nu veel lezingen en dan is elke keer verrassend dat er mensen die er zitten ‘ik moet van mijn vrouw mee’. En ’s avonds krijg ik dan een berichtje van iemand die zichzelf ineens begrijpt. Het is zo vaak de Tweede Wereldoorlog. 

Jacobine: Mijn gevoel bij reïncarnatie wel dat het geen begrip is dat onmiddellijk op veel herkenning, begrip en enthousiasme stuit.

Hetty: ‘Ja, weerstand tegen het woord reïncarnatie. Ik kan heel goed leven met mensen die zeggen dat ze daar niets mee hebben, maar zeg wel: wijs het vooral niet af als je niet weet wat het inhoudt. Het is een prachtige manier van werken die ook rekening houdt met de spirit, met de ziel. 

Jacobine:  Dan gaat het dus ook niet over bewijzen, maar om helen. Dat zei ook jij Bas, toen je bij het graf stond: het was geheeld. 

Bas: Er kwam een rust over mij. Ik heb nu gedaan wat ik moest doen voor Glennis en haar familie en voor mijzelf. Het was bijna alsof ik weer gewoon Bas kon zijn.  

Jacobine: Dat  is natuurlijk interessant. Het is een heel spiritueel gegeven en het gaat om de ziel. Waar komt de ziel vandaan en waar gaat die naartoe. Tegelijkertijd is er altijd een ongelofelijke spanning geweest tussen reïncarnatie en met name het christelijke geloof. Dat weet jij toch ook Hetty, want jij komt daarvandaan?

Hetty: Jazeker. Ik ben opgegroeid in een synodaal gereformeerd gezin. Ik ben al wat ouder en in de tijd dat ik jong was was het toch wat strakker. De nadruk werd toch altijd wel gelegd op preken, op wat de dominee zei en vond. Daar heb ik me van binnenuit, toen ik jong was toch altijd wel wat tegen verzet omdat het voor mij niet zo klopte. De ingang vind ik de ziel, want in de kerk wordt ook over de ziel gesproken. Als iemand overlijdt, dan zou je geborgen zijn bij God of in de hemel zijn – dat werd mij dan verteld. Maar wat is dat dan eigenlijk? Dat is ook maar een perceptie, een beeld. Op een gegeven moment ben ik ook actief geweest in de kerk, ik ben ouderling geweest viereneenhalf jaar. Ik kwam bij mensen thuis en die vertelden mij zulke bijzondere verhalen die ze nog nooit aan iemand hadden verteld. En zij durfden dat ook voor geen goud in de kerk of aan de dominee te vertellen. 

Jacobine: Wat voor soort verhalen?

Hetty: Paranormale gaven, of mensen zien een verschijning, of ook wel herbelevingen, of ik heb gedroomd dat … Dat soort dingen. Ergens was er een stemmetje in mij dat zei: zie je wel. Mensen durven dat alleen niet naar buiten te brengen. Dat heeft mij veranderd. Ik heb andere mensen ontmoet, gesprekken daarover gehad. Het is ook een hele groeiweg in mij geweest, want het valt niet mee om anders om te gaan met vaste patronen en wat je allemaal hebt geleerd. Ik heb het toch gedaan omdat ik mijn hart volgde. Dat stuitte best op weerstand. 

Jacobine: En is het nu voor jou een vanzelfsprekende eenheid?

Hetty: Ja, mijn geloof is heel erg verdiept hierdoor. Ik ben nog steeds lid van de kerk en ik kom er ook nog wel eens. Dan zit ik daar heel anders, want ik heb een levend geloof gekregen. Het zijn geen woorden meer, want woorden kunnen ontzettend uitslijten. Ik ben daarin een eigen weg gegaan. Mensen vonden dat toch wel een beetje vreemd, een beetje raar. Het stond in de krant dat ik een praktijk had geopend: ‘Maar dat is toch die ouderling van toen? Hoe kan dat nou allemaal?’ Ik was wel dezelfde gebleven, maar het was een ontwikkeling. 

Jacobine: Jij bent van huis uit katholiek he Bas?

Bas: Ja, dus ik ben met het mysterie opgegroeid. 

Jacobine: Is dit ook nog steeds een mysterie?

Bas: Ja, natuurlijk. Ik weet niks. Ik heb alleen maar mijn eigen ervaringen. En dat is ook wel één van de redenen waarom ik een roman wilde schrijven: geen wetenschappelijk verhaal en ook geen zweverig boek. Ik wil dat het groter is: dus het is voor mij een basis onder een boek. Maar het heeft mijn leven wel absoluut verdiept. Ik ben veel minder stellig. Ik maak nog steeds flauwe grappen, maar sta ook wel open voor dingen die ik niet meteen begrijp. Dat vind ik wel fijn. Ik denk wel dat ik een fijner mens ben geworden. 

Hetty: De ratio wil alles begrijpen. Wij leven in een samenleving waar alles verklaarbaar moet zijn, onderzocht moet zijn en bewezen moet worden. Maar dit soort ervaringen kun je niet meten, dat is persoonlijk. 

Bas: Ik ben er ook wel door verrast toen ik dit verhaal heb verteld aan een aantal cardiologen en neurologen. Ik dacht: nu ga ik voor de bijl. Zij waren echt sprakeloos. Die artsen maken ook dingen mee die ze niet kunnen verklaren. Ik had daar een soort weerstand verwacht, en die was daar helemaal niet. 

Jacobine: Het klinkt alsof dit je blik geopend heeft.

Bas: Ja, het voelt ook echt zo: Als ik één boek in mijn leven moest schrijven, dan is het wel dit. 

BESTEL MORGAN EEN LIEFDE