De Lantaarnaansteker is een poëtische novelle met een nieuw verhaal voor de jeugd van bekroonde auteur (Aline Sax) en illustrator (Ann de Bode) . Een lantaarnaansteker brengt mensen in een stad samen.
Elke avond, als het donker wordt, steekt de lantaarnaansteker de lichten aan. Zo laat hij een spoor van licht na. Hij kijkt bij iedereen naar binnen. Hij ziet de jonge vrouw die alleen is, de vreemdeling die niemand begrijpt, het meisje dat wacht op haar papa, het oude koppel zonder kind …De lantaarnaansteker bedenkt een plan. Een plan dat licht brengt in donkere harten. Hieronder volgen vijf korte gedeelten met vijf illustraties.
De lantaarnaansteker wandelt de hele stad door. Langs de ramen van rijke huizen. Langs de ramen van arme huizen. Hij kent de stad en haar bewoners goed. Hij ziet gezinnen aan tafel zitten. Hij ziet mannen en vrouwen thuiskomen van hun werk. Hij ziet moeders die hun kinderen voorlezen en onderstoppen.
Maar hij ziet ook andere dingen. Hij ziet de jonge vrouw bij het raam. Ze staart naar de stad. Ze wacht op haar geliefde. Elke dag schrijft ze hem een brief. Nooit krijgt ze een brief terug. Haar brieven komen ongeopend terug. Toch blijft ze schrijven. En hopen.
De lantaarnopsteker ziet het meisje op de rand van haar bed. Ze is alleen in de flat. Haar vader komt niet. Ze speelt met haar pop. Ze maakt voor zichzelf een boterham klaar. Haar vader komt niet, Hij werkt. Altijd. Wanneer hij thuiskomt, slaapt ze al. Zo moe wordt ze van het lange wachten.
De lantaarnopsteker ziet de man en zijn vrouw. De man zit bij het bed van de vrouw. Elke dag wordt ze een beetje bleker en een beetje magerder. De man bidt en smeekt en huilt. Hij knijpt haar zachtjes in haar hand, hij streelt over haar wang. Hij vertelt haar hoeveel hij van haar houdt. De vrouw wordt niet beter.
De lantaarnaansteker ziet de vreemdeling. Die probeert elke avond de krant te lezen, maar begrijpt niets van de vreemde woorden. Zijn familie bestaat alleen op de foto naast zijn bed. Nooit komt iemand bij hem op bezoek. Nooit gaat hij bij iemand op bezoek. Niemand begrijpt zijn vreemde woorden.
Bron: ‘De lantaarnaansteker’ door Aline Sax en Ann de Bode