Amon: Egyptische beschermgod van Thebe en van de vruchtbaarheid, de paring en het licht

Oorspronkelijk was Amon in het Oude Egypte de beschermgod van Thebe, maar ook van de vruchtbaarheid, de paring en het licht. Daarom versmolt hij later met de zonnegod Ra tot Amon-Ra en werd aan hem gelijkgesteld. Als schepper van het achttal te Hermopolis en als ‘Verborgene’ beheerst hij ook de wind, vandaar dat hij een kroon van veren draagt en ‘alle mensen zijn goddelijke adem inademen’. 

In de regel is hij afgebeeld als een mens en in het blauw en draagt in de ene hand het ankh-teken (hengselkruis) en in de andere hand de scepter. Men ziet hem ook wel met een ramskop met naar beneden opgebogen horens (voornamelijk in Ehiopië). Zijn heilige dieren zijn de ram en de gans. Met zijn gemalin Moet en hun zoon Chons vormt hij een heilge gezins-drieëenheid. 

Na de verdrijving van de Hyksos door de vorsten uit Thebe werd hij verheven tot rijksgod. Zijn tempel te Karnak stelde alle andere Egyptische gebouwen in de schaduw en de Amon-priesters werden de rijkste en invloedrijkste van het land. Ondanks de Amarna-episode onder Ichnaton en de afgunst die men vanuit andere cultus gemeenschappen ten toon spreidde kon hij zich handhaven tot in de 5e eeuw v.Chr. 

Behalve de Karnak-tempel was het Ammonium in de oase Siwa een in oude tijden wereldberoemd Amon-heiligdom. Kambyses bezocht dit orakel vergeefs, Alexander de Grote daarentgen met succes. Deze laatste werd als zoon van Amon feestelijke ingehaald.  

Bron: ‘Egypte – geschiedenis, kunst en kultuur in het Nijldal en de Sinaï’ door Hans Strelocke