BESTEL HET MOOISTE VAN ANNIE M.G. SCHMIDT
Dikkertje Dap, Floddertje, Pippeloentje, Het beest met de achternaam, Pluk van de Petteflet, Reus Borremans, Otje, Isabella Caramella, Wiplala, Jip en Janneke, Ibbeltje – in een bundel met het mooiste wat Annie M.G. Schmidt heeft geschreven voor kinderen horen ze natuurlijk allemaal thuis. Geniet van de bevrijdende vrolijkheid waarmee Schmidts personages regels aan hun laars lappen in deze grappige, eigenzinnige en spannende verhalen en gedichten. Een bundel om eindeloos uit voor te lezen.
ANNIE M.G. SCHMIDT
Annie M.G. Schmidt (1911-1995) bezat als kind al een bijna niet te stillen leeshonger. Ze was directeur van een kleine bibliotheek in Vlissingen, en na de Tweede Wereldoorlog werd haar schrijftalent ontdekt bij de krant ‘Het Parool’. Haar stukjes voor volwassenen en haar verhalen en gedichten voor kinderen werden door de lezers verslonden. Ze schreef voor radio, televisie en ook voor het theater, musicals en toneelstukken, maar het bekendst is zij van haar werk voor kinderen. Jip en Janneke, Abeltje, Wiplala, Minoes, Pluk van de Petteflet, Floddertje en Otje zijn al generaties lang geliefd. In 1988 ontving ze, uit handen van Astrid Lindgren, de hoogste prijs die er voor schrijvers van kinderboeken bestaat: de Hans Christian Andersenprijs. Hieronder volgen drie gedichten uit de nieuwste Annie M.G. Schmidt bundel (verschenen in november 2021), de inhoudsopgave en andere boeken van de beroemde schrijfster.
DE TANDARTS HOUDT EEN WINTERSLAAP
De tandarts L.J. Langjejaap
houdt in de winter een winterslaap,
hij slaapt al veertien weken.
Hij mompelt alleen zo ‘s morgens vroeg:
Katrien, ik heb weer geen dek genoeg,
dan krijgt hij nog een deken.
De mensen met een zere kies
(er zijn er negenentachtig precies)
staan op de deur te bonken.
Ze gooien met kiezeltjes tegen de ruit
en roepen: Zeg, komt hij er nog niet uit?
En de tandfarts blijft maar ronken.
Want voor hij ging slapen, toen heeft hij gezegd:
’t Komt later allemaal wel terecht,
en niemand mag mij wekken.
Ik blijf in bed zolang ik wil.
Je mag me pas roepen op zeven april,
dan ga ik weer kiezen trekken.
Zo staan al die mensen dan voor de deur
en raken verschrikkelijk uit hun humeur
en roepen: Het is een schande!
Maar tandarts L.J. Langejaap
blijft sluimeren in zijn winterslaap
en droomt niet eens van tanden.
En wat men ook zegt en wat men wil,
de wekker staat op zeven april:
(het is een winterslaap-wekker) …
Maar één is er blij en tevreden: ja,
de kleine Jacobus, hij denkt: Aha,
ik hoef dus nog niet. Lekker!
BESTEL HET MOOISTE VAN ANNIE M.G. SCHMIDT
HET VERWAANDE LICHTJE
Met een illlustratie van Fleur van der Weel
Er stond een kerstboom in de zaal
met honderdduizend lichtjes.
De kinders zongen allemaal
met vuurrode gezichtjes
Een lichtje was erbij dat vroeg:
Ben ik hier nou wel nodig?
Het is hier immers licht genoeg?
Ik ben zo overbodig!
Ik wou het liefst in ’t donker gaan
naar buiten, waar ’t gaat sneeuwen.
Toen vloog het weg, door ’t open raam,
en al die kinders schreeuwen:
Daar vliegt een lichtje! Vang het, zeg!
Kijk daar, tussen de takken!
Maar het lichtje was al zo ver weg
ze konden het niet meer pakken.
Het vloog hoog, het ging zo ver,
zo ver boven de velden.
De mensen zeiden: Kijk, een ster!
Zo’n mooie ziet men zelden.
Het lichtje zwol, en zei: Jawel,
ik ben een ster hierboven.
Kijk ik ’s schijnen! En zo fel!
Nou zal ik nooit meer doven.
Er kwam een stormwind en een vlaag
van natte sneeuw en regen.
Het lichtje suisde naar omlaag,
want daar kon het niet tegen.
O, kijk daar valt een ster, o kijk!
zo fluisterden de mensen.
Ze riepen allen tegelijk:
Nou mogen we iets wensen!
En nu het Kerstmis is vandaag,
nu wensen we de vrede!
Nooit viel een sterretje als vandaag
zo pijlsnel naar beneden!
De mensen waren vol geluk
en werden warm vanbinnen
Ze kregen het opeens zo druk.
Ze moesten nu beginnen
iets aan die vrede te gaan doen
waarin ze nu geloofden.
Maar ’t lichtje viel in een plantsoen
onder de sneeuw. En doofde.
BESTEL HET MOOISTE VAN ANNIE M.G. SCHMIDT
DE KERSTMAN IN ’T BAD
Met een illustratie van Arevik d’Or
Er staat een huis in Lapland, een huis met een dak van sneeuw;
daar woont de kerstman met zijn vrouw al twee en een halve eeuw.
En naast het huis is een stalletje, daar woont het rendier Jan,
een rendier, nou dat is een dier, dat heel hard rennen kan.
Op negentien december, om zeven uur zowat,
dan gaan de kerstman en het rendier allebei in ’t bad,
dat kan niet anders, voel je wel, ze moeten op toernee,
de twintigste moeten ze schoon zijn, want dan rijden ze weg met de slee.
Het gaat dan zo: het rendier Jan wordt helemaal ingezeept,
daarna krijgt hij een wolletje an, dat wolletje is gestreept.
Dan mag hij bij de kachel zitten, ’t ouwe rendier Jan
en krijgt drie roze suikertjes, daar houdt een rendier van.
Dan komt de kerstman aan de beurt. Hij roept: Pas op, pas op!
Mijn baard wordt nat, mijn baard wordt nat, mijn baard mag niet in ’t sop.
Dan zegt de kerstvrouw ieder jaar weer vriendelijk en bedaard:
Je kan toch niet op reis gaan met zo’n groezelige baard.
Dan dribbelt zij bedrijvig in haar roodgeruite jak
en wast zijn baard met shampoo en een scheutje ammoniak.
Dan moeten er nog dertig kleine vlechtjes in gezet,
en dan is alles, alles klaar, dan gaan ze maar naar bed.
Dan is het stil, daar in dat huis, het huis met het sneeuwen dak,
de kerstman slaapt en aan een spijker hangt zijn mooie pak,
zijn rooie pak met randjes bont, dat moet hij morgen aan
en Jan staat in zijn stalletje en buiten schijnt de maan.
En dan de volgende morgen vroeg vertrekken ze met de slee
en pakken vol met kerstcadeautjes moeten natuurlijk mee;
de kersttvrouw wuift hen goedendag en alle belletjes luiden,
dan rijden ze, dan glijden ze naar het zuiden.
BESTEL HET MOOISTE VAN ANNIE M.G. SCHMIDT
INHOUDSOPGAVE
- Ik ben lekker stout
- Pluk van de Petteflet – Pluk vindt een huisje
- Tante en oom in Laren
- Het beest met de achternaam
- De koning gaat verhuizen
- Hendrik Haan
- Floddertje- Tante is jarig
- Pas op voor de hitte
- Jip en Janneke – In de draaimolen
- Dikkertje Dap
- Ibbeltje – Vis
- Het fluitketeltje
- Dromen onder moeders vleugels
- Slordige Saartje Otje – de poes van de wasserette
- Drie ouwe ottertjes
- Roel-met-gevoel
- Iedereen heeft een staart
- Wiplala – Vlieg heefdt iets gevangen
- Ik zou je in een doosje willen doen
- Twee vleugeltjes
- Minoes – een aanloopkat
- Liever kat dan dame
- De heks van Sier-kon-fleks
- Jip en Janneke – De koning en de koningin
- De toren van Bemmelekom
- De kikvorst
- Vissenconcert
- Kroezebetje
- Pepijn de kat
- Sebastian
- Pluk redt de dieren – Spijtebijt
- Wie maakt Lindeloesje beter?
- Breien in de tram Ibbeltje – de frietenmachine
- Stekelvarkentje wiegelied
- Pippeloentje – Pet
- Jip en Janneke – Kraaltjes rijgen
- De wim-wam reus
- Het luie varkentje Lanterfant
- Minoes – De praatdokter
- Als de koning nieste
- Drie huilende uilen
- De koning op de kermis
- Kaatje Poelepetaatje
- De koning was bang voor k…
- Jip en Janneke – een buil en een verband
- Ik had een jonkvrouw willen zijn
- Prinsesje Annabel
- Mr. Van Zoeten
- Meneer Hammes en de tijgers
- Floddertje – Tomatensoep
- Het schaap Veronica
- Otje – de Stevige Pot
- Spoken in het kasteel
- Zeven kinderen in het bad
- Het girafje dat niets zag
- Tante patent
- De koning had geen zin
- De tijd van elfjes is voorbij
- Prélientje en de leeuwen
- In de wei
- De leeuw is los
- Pluk van de Petteflet – De Stampertjes
- Isabella Caramella
- Dries en de weerwolf
- De tandarts houdt een winterslaap
- Kerstman in ’t bad
- Het verwaande lichtje
- De mislukte fee
- Dat jongetje zonder z’n moeder
- Spiegeltje Rondreis
- Drie kouwelijke mussen
- Abeltje – Het bovenste knopje
- De graaf van Weet-ik-veel
- Een heel klein varkentje
- Waarom koekoek een indringer is
- Bello
- Tante Marijke
- De lapjeskat
- Wiplala weer – Mee met Johannes
- Het kameeltje
- Eenentwintig poezen
- Jip en Janneke – Een taart met holletjes
- M’n opa
- Reus Borremans
- Het schaap Veronica – Olifant
- Wat is dat, mevrouw Van Gelder?
- De regenworm en zijn moeder
Verantwoording
ANDERE BOEKEN VAN ANNIE M.G. SCHMIDT
Abeltje en De A van Abeltje (1953, 1955)
Wiplala en Wiplala weer (1957, 1962)
Minoes (1970) Zilveren Griffel 1972
Floddertje (1973)
Jip en Janneke (verzamelbundel, 1977)
Tom Tippelaar (1977)
Otje (1980) Gouden Griffel
Ziezo. De 347 kinderversjes (1987)
Jorrie en Snorrie (Kinderboekenweekgeschenk 1990)
Ibbeltje (1996)
Pluk redt de dieren (2004) Prijs van de Nederlandse Kinderjury 2005
Jip en Janneke. Sinterklaas komt!
Allemaal sprookjes (2008)
Jip en Janneke. Er is er een jarig (2011)
Met Jip en Janneke door Nederland (2014)
Takkie (2016)
De mooiste kindergedichten (2017)
Siepie (2020)
Jip en Janneke. Kom je spelen? (2020)
Jip en Janneke. Allemaal dieren (2020)
Jip en Janneke. Een heel jaar feest (2020)
Jip en Janneke. Vriendjes voor altijd (2020)
BESTEL HET MOOISTE VAN ANNIE M.G. SCHMIDT
LEES MEER OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN MET GEDICHTEN VOOR KINDEREN