De school van de magische dieren, Winterstein – eerste deel van jeugdboekenserie van Margit Auer

BESTEL DE SCHOOL VAN MAGISCHE DIEREN

Winterstein lijkt misschien een heel gewone school, maar heeft een geheim. Als je geluk hebt, ontmoet je er de beste vriend die je ooit vindt: een magisch dier dat kan spreken! – maar alleen met jou. Welke leerling krijgt een magisch dier? De onhandige Eddie? De dromerige Benni? De verlegen Anna-Lena? Of de ambitieuze Ida? Dit is het eerste deel van de jeugdboekenserie Magische dieren van schrijfster Margit Auer en illustrator Martijn van der Linden.

De bus reed ronkend over de ijsvlakte en kwam met piepende remmen tot stilstand. Een man die dik aangekleed was stapte uit. Hij keek om zich heen. Overal staken ijsbergen uit het gladde wateroppervlak onder de blauwe hemel. Witte, zacht glooiende sneeuwbergen glinsterden in de zon. Het was doodstil.

Ineens hoorde hij zacht gegrom en kreten die een beetje aan de geluiden van een trompet deden denken. De man lachte, schoof zijn bontmuts recht en begon in de richting van het geluid te lopen.

Na een halfuur wandelen bereikte hij de pinguïnkolonie. Hij keek naar alle zwarte koppen, ging op zijn hurken zitten en begon zachtjes te praten. ‘Ik ben Mortimer Morrison, de eigenaar van de magische dierenwinkel. Magische dieren zijn veilig bij mij. Wie wil mag naar me toe komen.’

Hij wachtte. De dieren hadden niet in de gaten dat hij er was. ‘Magische dieren zijn uniek’, ging hij verder. ‘Iedereen die zich uniek voelt, mag naar me toe komen.’

Mortimer Morrison wachtte. Ineens leek er een schok door de kolonie te gaan. Een van de pinguïns draaide zich om. Het dier liep tussen de andere door en bleef voor de man met de bontmuts staan. Ze keken elkaar aandachtig aan.

‘Versta je wat ik zeg?’ vroeg Mortimer Morrison nieuwsgierig.
De pinguïn knikte en klepperde met zijn snavel. ‘Krrrch’, zei hij.
‘Probeer het nog een keer’, moedigde Mortimer Morrison hem aan.

‘Krrcheech’, gromde de pinguïn en hij
haalde diep adem. ‘Ik wist helemaal niet dat er nog iemand is die mijn taal spreekt’, zei hij aarzelend. Hij hief zijn rechtervleugel en wees naar de pinguïnkolonie. De dieren stonden dicht tegen elkaar aan. ‘Ik voelde me verschrikkelijk eenzaam.’ Er rolde een traan over zijn zwarte pinguïnwang.

‘Dat is nu voorbij’, zei Mortimer vriendelijk. ‘Als je met me meegaat, vind je vrienden.’
‘Zijn er nog meer wezens die mijn taal spreken?’ vroeg de pinguïn opgewonden.
‘Jazeker.’ De man knikte. ‘Alle magische dieren verstaan elkaar. Omdat ze elkaar normaal gesproken niet tegenkomen, rijd ik in mijn bus rond en haal ze op. Bij mij krijgen ze een nieuw thuis. Hoe heet je?’
‘Juri’, antwoordde de pinguïn.

Mortimer Morrison lachte. ‘Welkom, Juri. Je hoeft je nooit meer eenzaam te voelen.’
De pinguïn schudde zijn veren op. Vervolgens liep hij zonder nog één keer achterom te kijken met de man met de bontmuts mee.

1 DE VERHUISWAGEN

aaahhh! Au! Nee!’
Benni schoot met een razende vaart

door de Leeuwerikstraat en belandde midden in een rozenperk. Het was de laatste dag van de zomervakantie en Benni was voor één keertje buiten. Anders luisterde hij altijd naar zijn lievelingsprogramma, De derde dimensie, maar dat werd vandaag niet uitgezonden.

Hij had het skateboard dat zijn oom Johnnie hem voor Pasen had gegeven, uit de kelder gehaald. Zijn oom had gezegd dat hij daarmee indruk kon maken op de meisjes.

Benjamin Schubert zuchtte en kroop uit het rozenperk. Dat had er beslist niet indrukwekkend uitgezien. Hij hinkte naar de stoep en trok de pijp van zijn spijkerbroek omhoog. Zijn rechterknie was geschaafd, maar bloedde gelukkig niet. Op dat moment zag hij de verhuiswagen.
Die stond onder de kastanjeboom op het Johannisplein, een mooi plein dat aan het eind van de Leeuwerikstraat lag. Op het plein stonden woningen en winkels, zoals een bakkerij, een fietsenwinkel en kapsalon Elfriede. De kapsalon had aan het begin van de maand een nieuwe eigenaar gekregen. En blijkbaar verhuisden ze vandaag naar de woning op de eerste verdieping.

Benni besloot een kijkje te nemen. Hij ging met trillende benen op zijn skateboard staan en rolde voorzichtig dichterbij.

De deuren van de verhuiswagen stonden wijd open. Benni zag een staande lamp, boekenplanken, een kledingkast en heel veel dozen. Verhuizers droegen meubels, opgerolde vloerkleden en in plastic verpakte schilderijen het huis in.

Een gestreepte eekhoorn rende voor zijn voeten langs en verdween in de kastanjeboom. Benni bleef staan. Ineens ging zijn skateboard ervandoor en rolde de weg op. Een fietser met een zwarte helm op zijn hoofd scheurde eropaf. Hij vloekte en probeerde het skateboard te ontwijken. Daardoor botste hij bijna tegen de verhuizers aan, die precies op dat moment een grote spiegel over het plein sjouwden. Er klonk een doordringende fluittoon. De fietser keek op en stuurde net op tijd naar links. ‘Hou je troep bij je!’ riep hij tegen Benni en hij reed verder.

Benni lette niet op hem. Hij wist zeker dat de fluittoon afkomstig was van het eekhoorntje dat daarnet over het plein was gerend. Nu zat het boven in de kastanjeboom, keek op hem neer en zwaaide met zijn borstelige staart. Benni had nog nooit een eekhoorntje horen fluiten. En sinds wanneer hadden eekhoorntjes strepen?

De verhuizers droegen een ladekast vol stickers de woning in. Benni ging weer op zijn skateboard staan en rolde dichterbij. Au, zijn knie deed nog steeds pijn. Op de laadvloer van de vrachtwagen stond een bureau met paarse laden. Paars? Toen een van de verhuizers een bioscoopposter met de tekst Nacht der Vampieren uit zijn handen liet vallen, wist Benni het zeker. Boven de kapsalon kwam een meisje wonen. Hij haalde zijn schouders op en besloot naar huis te gaan. Hij kon wel een vriend gebruiken, maar een meisje? Nee, dank je wel.

Benni rolde langzaam door de Leeuwerikstraat naar huis. Plotseling hoorde hij gesis uit de heg komen. Het was net alsof iemand een luchtbed liet leeglopen. Wat was dat?

Benni stapte van zijn skateboard en zette heel zachtjes zijn ene voet voor de andere. Hij kon erg goed sluipen. Bij de heg ging hij op zijn hurken zitten en staarde naar het donkere gat. Hij schrok. Tussen de takken en de bladeren lag een slang. Een echte, levende slang met olijfgroene schubben. Benni’s hart begon sneller te slaan.

De slang had donkerbruine, waakzame ogen. Hij opende zijn bek en zijn tong schoot naar buiten. Zijn mondholte was blauwzwart.

Benni trilde zo hevig dat het hem nauwelijks lukte om weg te lopen.

Toen hij weer bij zijn skateboard stond, aarzelde hij geen seconde. Hij skatete zo snel mogelijk weg en stopte pas toen hij thuis was.

Ida Kronenberg zat op de vensterbank van haar nieuwe kamer en bungelde met haar benen. Eén been binnen, één been buiten. Zo zat ze het liefst.

Ze had genoeg van de verhuizing. Eerst had ze alles moeten inpakken en nu moest ze alles weer uitpakken. Daar had ze helemaal geen zin in.

Het was middag en een straatveger had zijn oranje kar op het Johannisplein geparkeerd. Zou hij kapsalon Elfriede binnen zijn gegaan om zijn haar te laten knippen? Haar ouders hadden de kapsalon samen en het was er verschrikkelijk druk.

Zelfs vandaag, op de dag van de verhuizing, moesten ze werken. De kapsalon had lang leeggestaan en blijkbaar hadden alle bewoners van de wijk erop gewacht tot er in kapsalon Elfriede weer geknipt, geföhnd en gekleurd zou worden.

Ida keek naar het Johannisplein. De woningen hadden kleurige gevels en kleine balkons. Veel ramen stonden open, iemand oefende op een viool. Het klonk behoorlijk vals. Ineens voelde ze zich heel verdrietig. Haar beste vriendin Miriam speelde ook viool. Ze miste haar zo! Ida vond dat het veel beter klonk als Miriam speelde.

Morgen was haar eerste schooldag op de Wintersteinschool, waar ze voortaan naartoe zou gaan. Hoe zou het daar zijn? Ida kende er niemand.

Ook in de buurt had ze nog geen kinderen gezien, behalve de bleke jongen die zo onhandig op zijn skateboard bezig was geweest. De deurbel van de kapsalon rinkelde en de straatveger kwam met zijn nieuwe kapsel naar buiten. Ida boog zich nieuwsgierig naar voren – te ver! Er klonk een schelle fluittoon. Ze kon nog net op tijd het raamkozijn vastpakken. Ida kreunde. Ze was bijna naar beneden gevallen. Ze vroeg zich af wie er gefloten had. In de kastanjeboom, die midden op het plein stond, zat een diertje met een borstelige staart dat naar haar knipoogde. Het zwaaide zelfs naar haar, maar dat zag Ida niet.

Toen de straatveger zijn kar pakte en rammelend over de stoep wegliep, glipte het diertje weg. Het was al tussen de takken van de kastanjeboom verdwenen toen er een tweede fluittoon klonk. Dat was om afscheid van haar te nemen, maar dat hoorde Ida ook niet.

Thuis bracht Benni eerst zijn skateboard naar de kelder, daarna ging hij naar zijn kamer. Hij sloeg de dierenencyclopedie open en bladerde langs een heleboel bladzijden voordat hij vond wat hij zocht: een foto van een slang met olijfgroene schubben en een blauwzwarte bek.

Zwarte mamba: Een van de gevaarlijkste slangen ter wereld. Hij is heel snel en zijn gif is dodelijk. Is afkomstig uit Oost-Afrika.

Hij bladerde verder en vond een dier dat op een eekhoorntje leek, maar het niet was.

Wangzakeekhoorn: De wangzakeekhoorn heeft een bruine vacht en zwarte strepen op de rug. Hij trekt de aandacht door hard te fluiten. Zijn leefgebied is Noord-Amerika.

Benni sloeg het boek verward dicht. Waarom had hij een slang uit Oost-Afrika en een wangzakeekhoorn uit Noord-Amerika in zijn straat gezien?

’s Nachts was het warm en de hemel was vol vallende sterren. Benni lag in zijn piratenbed
en draaide onrustig van zijn ene zij op de andere. Hij droomde heel eng. Hij moest in een hardloopwedstrijd uitkomen tegen een gestreepte slang en een groene eekhoorn, maar kwam niet van zijn plek. De dieren lachten hem uit, ze lachten en lachten…

Benni opende zijn ogen slaapdronken. Buiten begon het licht te worden, maar dat merkte hij niet. ‘Ik wil niet altijd de laatste zijn’, snikte hij en hij draaide zich naar de muur.

Een paar woningen verderop zat Ida bij het raam. Ze kon niet slapen omdat ze veel te opgewonden was. Morgen zou ze in de nieuwe klas beginnen. Zou ze snel vriendinnen krijgen?

Wow, alweer een vallende ster! Ida wenste heel snel, voor de zevende keer al, dat ze het op de nieuwe school naar haar zin zou krijgen.

  1. De verhuiswagen
  2. Tante Elfriede
  3. Geheimzinnige bus
  4. De gymles
  5. Morrison meldt zich
  6. Pinkie veroorzaakt chaos
  7. Alles gaat mis
  8. Post van de magische dierenwinkel
  9. Ida en Bennie krijgen hun magische dieren
  10. Bij Ida thuis
  11. Bij Benni thuis
  12. Magische dieren gaan mee naar school
  13. Rabbat heeft trek in chocoladekoekjes
  14. Stank in de Aula
  15. De liefdesbrief
  16. De stinkende toverdrank
  17. Een nachtelijk uitstapje
  18. Betrapt!
  19. De stinkbom belandt in de vuilnisbak
  20. Ida en Benni worden vrienden
  21. De wedstrijd

BESTEL DE SCHOOL VAN MAGISCHE DIEREN