Sterven is doodeenvoudig, iedereen kan het – Wim Brands in gesprek met René Gude

BESTEL STERVEN IS DOODEENVOUDIG, IEDEREEN KAN HET

Toen toenmalig ‘denker des vaderlands’, René Gude stervende was, sprak Wim Brands met hem over wat er werkelijk toe doet in het leven, over humeurmanagement en over de troost van de filosofie. Juist nu de dood voor de deur staat, blijken filosofische vaardigheden handig om de gemoedsrust te bewaren. Als je goed over de inrichting van je leven hebt nagedacht, hoef je op het eind niet nog van alles goed te maken. Wie een beetje nadenkt hoeft zich ook niet te verliezen in bozige theorietjes over het bittere lot dat je treft. Natuurlijk dat soort sombere emoties zijn er wel, maar je kunt leren om ze niet kunstmatig, door verkeerd gebruik van je verstand, te verlengen. En wat het sterven zelf betreft: dat moet toch tamelijk eenvoudig zijn. Tot nu toe is het iedereen gelukt.

René Gude  was oud-directeur van de ISVW en voormalig hoofdredacteur van Filosofie Magazine. Over hem publiceerde Wilma de Rek eerder het boek stand-up filosoof, de antwoorden van René Gude.  

VOORWOORD

René en ik zijn bevriend geraakt nadat ik hem al weer jaren geleden uitvoerig had geïnterviewd voor mijn radioprogramma over boeken. Het was aan de vooravond van de Nacht van de Filosofie. Een paar dagen voordien belde René op om te zeggen dat hij overwoog niet te komen; naar die Nacht – later op de avond – ging hij sowieso niet. Hij vermoedde dat hij weer ziek aan het worden was. Ik herinner me nog goed hoe rustig hij dat vertelde: hoe hij al weer jaren geleden een been leek te breken, dat het kanker was, hoe zijn intuïtie hem nu influisterde dat er weer iets goed mis was met het been dat hersteld leek

Dagen na de geplande uitzending zou hij in het ziekenhuis worden gecontroleerd en we besloten dat de uitzending toch maar moest doorgaan. We hebben het niet gehad over wat hem te wachten stond. Maar toen ik het gesprek nadien terughoorde viel me op dat de dood voortdurend op de achtergrond aanwezig was. Dit klinkt dramatisch terwijl ik het tegenovergestelde probeer te zeggen.

Sein zum Tode – filosofeerde Heidegger. In het licht van de dood krijgen we vorm, maar als die dood eerst op kousenvoeten en dan geschoeid de kamer binnenkomt gaat het licht vaak uit. Ik heb daar verder geen oordeel over. Wel heb ik met toenemende bewondering gadeslagen hoe René na het Salomonsoordeel zijn leven als filosoof bleef vormgeven. Bleef zoeken naar de juiste woorden om zijn wereldbeeld over het voetlicht te brengen.

Onze gesprekken voor de uitzendingen van de Human verschilden niet van de gesprekken die we op zijn boot voerden. U kunt een samengevatte neerslag in dit boek lezen.

Der Mensch ist das Tier dem man die Lage erklären muss’, schreef zijn vriend Peter Sloterdijk. Onvermoeibaar ging René daarmee door. De dood die over zijn schouder meekijkt, kreeg er zelfs een vriendelijk gezicht van.

Wim Brands

1 RESERVE

René, hoe gaat het met je?

Nou, ik leef in reservetijd. In april 2011 kreeg ik te horen dat ik nog tien procent kans had om twee jaar te overleven. En dat is toch mooi al weer drie jaar geleden. Wel zijn de behandelingen die nu plaatsvinden niet meer bedoeld om mij te genezen, maar om het zaakje te rekken. Maar dat lukt tot nu toe dus goed.

Dat is wat ze palliatief noemen.

Er zijn wel twee rare dingen aan. Het eerste rare ding is dat ik me eigenlijk tussen die behandelingen door vrij goed voel, dus dat er dan niet zo veel met mij aan de hand is, behalve dat ik zwaar ziek ben. Het andere is dat ik al in 2012 in de rubriek ‘Het laatste woord’ van de NRC mijn laatste woord heb gedaan, en dat ik ei- genlijk nog nooit zoveel gekletst heb als sindsdien. Ik ben Denker des Vaderlands geworden en word overal uitgenodigd. Dus als jij mij vraagt hoe het met mij gaat, dan moet ik zeggen dat ik doodziek ben en dat ik mij tegelijkertijd heel redelijk voel en heel veel doe. Dat wringt toch een beetje. Zouden de mensen niet langzamerhand van mij verwachten dat ik ergens sneu in een hoekje ga liggen?

Als de mensen dat mochten denken, dan verbied ik hen dat meteen. Je hebt het over de rubriek ‘Het laatste woord’. Herinner je je nog wat je toen gezegd hebt?

Ik ben toen vrij uitvoerig ingegaan op het idee dat mensen twee aandriften hebben. De aandrift om erbij te horen en de aandrift om een beetje bijzonder te zijn. Dat zijn aandriften die op ge- spannen voet met elkaar staan, want als je erbij wil horen moet je je individualiteit een beetje opgeven, terwijl als je een beetje bijzonder wilt zijn, of ergens eer mee wilt inleggen, dan moet je je individualiteit natuurlijk juist wat aanzetten.

Mensen die ziek worden hebben ook allerlei aandriften. Lance Armstrong bijvoorbeeld raadt mensen aan om te doen alsof het allemaal niet uitmaakt en gewoon door te gaan, te vechten, te strijden en er niet mee op te houden. Dat komt voort uit ontkenning. Je hoort dat je doodziek bent en dan ga je doen alsof dat niet zo is. Het vervelende is dat je daarmee een hele rare indruk op je omgeving begint te maken, want iedereen vindt dat gek. Die mensen weten allemaal dat je doodziek bent terwijl jij doet alsof dat niet zo is. Dat lijkt mij dus niet zo’n handige reactie. En de andere extreme reactie is dat je meteen de handdoek in de ring gooit en helemaal niks meer doet. Dus dat je je ook op die manier terugtrekt uit het sociale leven.

Heb je die aanvechtingen gehad?

Allebei, ja.

En welke was het sterkst?

Ik ben eerder geneigd om te doen alsof er niets aan de hand is dan om op de bank te gaan liggen huilen. Het is ontzettend lastig om je er steeds van bewust te zijn dat er iets aan het aflopen is.

INHOUDSOPGAVE

Inleiding

  1. Reservetijd
  2. Troost van de filosofie
  3. Jezelf uit de knoop halen
  4. De zin van het leven
  5. Leven met onzekerheid
  6. We moeten het met elkaar uithouden 
  7. Blijven oefenen

BESTEL STERVEN IS DOODEENVOUDIG, IEDEREEN KAN HET