Webinar 2 van 5 – de verbinding tussen Rozenkruis en Gnosis – een onsterfelijk beginsel in de mens

DOWNLOAD SYLLABUS ROZENKRUIS EN GNOSIS 2020 (korte versie, pdf, 28 A4)

De bovenstaande video is een opname van het tweede van vijf webinars ‘Rozenkruis en Gnosis’ dat gehouden is op dinsdagavond 29 september 2020. De volgende webinars zullen worden gehouden op dinsdag 20.00 uur op 13 oktober (webinar 3) , 10 november (webinar 4) en 24 november (webinar 5)  2020. De opname  van webinar 1 en is nog toegankelijk. Hieronder volgen de teksten die horen bij het tweede webinar (De verbinding tussen Rozenkruis en Gnosis) en Een onsterfelijk beginsel in de mens).

VERKENNING 1: DE VERBINDING TUSSEN ROZENKRUIS EN GNOSIS

  • Wat is gnosis?
  • Waar vinden we bronnen van innerlijke wijsheid?
  • Welke beloften liggen er besloten in de symbolen roos, kruis en rozenkruis?

Wat is gnosis?

In het woordenboek wordt gnosis verklaard als diepere kennis en innerlijk inzicht in mens, wereld en godsdienst. We kunnen het ook omschrijven als levende kennis van het hart, die het mysterie van het menselijk bestaan onthult. Gnosis wekt het hart zoals een bloem zich uit de knop ontvouwt; door de warme lichtstralen die haar beschijnen, kan zij zich openen. Zo zal de diepere kennis die in het hart besloten ligt, zich kunnen openbaren. Een mens kan dit ervaren als een innerlijk herkennen, een zeker weten van iets wat niet te benoemen valt.

In gnostieke geschriften wordt dan ook gezegd dat gnosis een kracht is of een licht, dat niet uit de ons bekende natuur voortkomt maar uit de goddelijke liefde. Dit licht is voortdurend werkzaam in de wereld en maakt zichkenbaar aan hen die daarvoor openstaan.

Gnosis kunnen we pas verstaan als wij haar als een geestelijke kracht gaan ervaren. Een kracht die in mens en kosmos werkzaam is en die een mens kan leiden naar zijn bestemming. Het bereiken van de juiste bestemming isimmers het doel van iedere reis, ook van onze levensreis. Echter, om onze bestemming te kunnen herkennen, zullen we eerst onszelf moeten kennen.

Mens ken uzelf stond enkele duizenden jaren geleden al gegrift in het voorportaal van de tempel van Delphi. Het Evangelie van Thomas zegt: Wie alles weet maar niet zichzelf kent, die mist het Al. In de Egyptische wijsheidstaal wordt gesproken over de zelfkennis die gelijk is aan godskennis. O, Asklepios, roept de legendarische Hermes Trismegistus uit, de mens is een groot wonder!

De mens is een groot wonder!

Kennis over of bewondering voor het zeer gecompliceerde en uiterst gevarieerde menselijke leven is niet waar het hier om gaat, een leven dat in wezen nog een groot raadsel voor ons is. Daarom wijzen deze woorden naar iets anders, iets waardoor een mens boven zichzelf uitstijgen kan. Een vermogen of een bijzondere eigenschap, die diep in een mens verborgen ligt.

Als wij besef krijgen van dit uitzonderlijke vermogen en dit in onszelf aan het licht brengen, dan dienen we diep in het eigen wezen af te dalen, tot in de kern van ons wezen, van ons zijn. Die kern wordt op vele wijzen beschreven, bijvoorbeeld als roos, zaadkorrel of lotus.

Gnostici en rozenkruisers gebruiken vaak het begrip geestvonk. De geestvonk is een vonk van het volmaaktegoddelijke licht, het licht van de geest, waarvan gnosis een aspect is.
Geleid door dit licht kan een mens zijn diepstezelf leren kennen en zijn ware bestemming gaan begrijpen. Uit deze kleine goddelijke kern in een mens kan de geestmens herboren worden.

Volgens het Evangelie naar Johannes zijn wij in oorsprong kinderen van God. Het terugkeren naar dat kind zijn, niet in theorie maar in werkelijkheid, dat is het kenmerkende mysterie van het gnostieke christendom. Het is eeninnerlijk herscheppingsproces, een weer tot wasdom komen. Gnostieke scholen van alle tijden hebben dit hun leerlingen onderwezen.

Ook de School van het Gouden Rozenkruis staat in deze traditie. De stichters van deze school, J. van Rijckenborgh en Catharose de Petri, hebben veel authentieke gnostieke teksten en geschriften voorzien van een toelichting. Zij vormen een bron van wijsheid, die behulpzaam kan zijn op de zoektocht naar de zin van het leven.

Roos-en-kruis

Het symbool roos-en-kruis verbeeldt de mens die gericht is op zijn uiteindelijke bestemming: de terugkeer naar zijn goddelijke oorsprong. De horizontale balk van het kruis verwijst naar het leven in deze wereld, een leven dat wij zogoed kennen. De verticale balk verwijst naar de instroming van het gnosislicht. Op het ontmoetingspunt van de beide balken ontvouwt zich de roos. Het is het symbool van de geestvonk in ons hart.

Wie positief op deze roep reageert, gaat zich innerlijk op deze verticale stroom richten. Dit schept de mogelijkheid de roos tot volle bloei te brengen en zo – als mens – zijn ware bestemming te realiseren.

Als de roos, de geestvonk, ontwaakt door het aanrakende geestelijke licht, ervaren wij dit als een innerlijk heimwee. Dit heimwee is een verlangen naar gnosis en de verwerkelijking ervan vraagt om onze medewerking. Een mens die dit ervaart, zal zijn leven willen aanpassen aan wat hij nu van binnenuit als waar heeft leren ervaren.

Dit is een heel persoonlijk proces. Niemand kan voor een ander bepalen hoe hij deze weg moet gaan. Eenieder kan zijn waarheid alleen in het eigen wezen vinden en herkennen. Hij zal die weg in zijn eigen tempo, op zijn eigen tijd en met zijn eigen mogelijkheden gaan.

Als een mens zichzelf leert kennen, leert hij het Al kennen (zoals dit in het Evangelie van Thomas genoemd wordt), beginnend met de grootsheid en de samenhang van alle leven. Zo’n mens zal zich kunnen verwonderen, ook over de mogelijkheden van een eigen groeiproces en de harmonische perspectieven in het verschiet.

Het symbool van de roos en het kruis bevat ook de oorspronkelijke betekenis van het woord religie, dat is: opnieuw verbinden. De ziel wordt opnieuw verbonden met de goddelijke kracht, de bevrijdende kracht die een andere wereld toebehoort.

Waar vinden wij het ‘woord’ dat orde schept in onze chaos, waardoor de innerlijke mens kan opstaan? Aanvankelijk door die leer te zoeken waarin Gnosis de woorden verlicht, omdat zij getuigen ván die Gnosis. Gnosis, de kennis die noodzakelijk is om tot een innerlijke vernieuwing te komen.

Om van onwetendheid te komen tot de verlichtende staat van een in de mens zelf verkregen vermogen tot kennis, als een gids die de weg wijst. Uit onze chaos van nog niet begrijpen zien wij uit naar Gnosis, naar de bron van kennis waaruit nieuw en helder inzicht kan ontstaan.

VERKENNING 2: EEN ONSTERFELIJK BEGINSEL IN DE MENS

  • Wat is het doel van het leven van de mens?
  • Wat is in feite de mens?
  • Waartoe is de mens bestemd?

Van alle schepselen in de natuur is alleen de mens tweevoudig, zo stelt Pymander vast. Enerzijds is daar in het menselijke stelsel de zaadkorrel der onsterfelijkheid, de geestvonk, ook wel aangeduid als de roos van het hart; anderzijds is daar het sterfelijke menswezen, de natuurgestalte.

(J. van RijckenborghDe Egyptische Oergnosis, deel I, 3e dr., hfst. VIII, blz. 69/70)

Pymander heet het eerste hoofdstuk van het Corpus Hermeticum, een wijsheidsboek uit de oudheid. In dit boek vinden we een tweegesprek tussen Hermes Trismegistus en een mysterieus wezen, dat zich Pymander of gids noemt.

Niet alleen bij Hermes, maar in veel geschriften in de universele wijsheidsleer wordt verwezen naar twee natuurorden of levensvelden. Een stoffelijk levensveld, de aardse natuur, ook wel dialectiek genoemd, waarin alles wat ontstaat ook weer vergaat en die door tegenstellingen wordt gekenmerkt. Daarnaast bestaat er een goddelijk levensveld, de godsnatuur; hierin is eenheid en eeuwige wording.

Men kan van beide natuurorden zeggen dat er een goddelijke wet heerst, hoewel de wet van de dialectiek een lagere is dan die van het goddelijke levensveld. De aardse natuur is het levensveld waar alles tijdelijk is en aan voortdurende verandering onderworpen. De goddelijke natuur is de bron van alles wat eeuwigheidswaarde heeft. Zij is onkenbaar en niet in woorden uit tedrukken. Als we er toch woorden aan willen geven, dan zouden we het liefde, licht en kracht kunnen noemen.

De twee levensvelden zijn van elkaar gescheiden, niet door plaats of tijd, maar door een verschil in vibratie. Een verschil, zo groot, dat het niet zonder meer te overbruggen is. De universele wijsheidsleer, zoals deze nu wordt uitgedragen door de School van het Gouden Rozenkruis, gaat ervan uit dat de mens behoort tot beide naturen, tot zowel de godsnatuur, het goddelijke levensveld, als tot de aardse, stoffelijke natuur, de dialectiek.

Pymander zegt: ‘Van alle schepselen in de natuur is alleen de mens tweevoudig’. In het menselijke stelsel (microkosmos) is een zaadkorrel van het onsterfelijke, de geestvonk, aanwezig. Tegelijk leeft er ook een sterfelijke mens in met zijn natuurgestalte.

Wij zijn als sterfelijke mensen verbonden met deze vergankelijke, aardse natuur. Maar naar de geestkern zijn we verbonden met de onvergankelijke natuur. Want een mens is meer dan alleen zijn lichaam, meer dan vlees en bloed.Hij is onderdeel van een groter stelsel, een microkosmos of kleine wereld. De uitspraak: God schiep de mens (microkosmos) naar zijn beeld en gelijkenis, vindt hierin zijn oorsprong.

Nu kan er in een mensenleven een moment aanbreken, waarop er zóveel verlangd en nagestreefd is binnen deze stoffelijke natuur, dat de vraag naar boven komt: wat is de werkelijke zin van mijn leven?

De rozenknop

De kern van het menselijke stelsel is verbonden met zijn goddelijke oorsprong. Deze kern wordt ook symbolisch rozenknop genoemd. Een knop is het nog maar, maar met de belofte van ontwikkeling, van bloeien. We zijn oorspronkelijk uit het goddelijke geboren. We zijn echter verbroken geraakt van onze oorsprong en ons er ook niet meer bewust van. De rozenknop in ons is latent en slapend geworden en de mens kan door zijn ik-gerichtheid het goddelijke niet meer waarnemen.

Als de rozenknop aangeraakt wordt door het licht, kan er een nieuw verlangen ontstaan. Dit gebeurt op het moment dat ons oude ego-streven op een dood punt is aangeland en we gaan beseffen dat we niet meer weten hoe verder te gaan. De natuurlijke eigenschappen van ons ego, zoals eerzucht, verlangen naar macht, ik-centraliteit en dergelijke, worden steeds meer gezien als belemmeringen in plaats van als hulp op de weg naar levensvervulling.

Het leven in deze tweevoudigheid, zowel aards als in de kern ook goddelijk, is ons geschonken met als doel om de geestvonk te wekken en om weer oorspronkelijke, mensen te worden. Het leven is daarom ook een leerschool voor ons, zodat we langzaamaan gaan beseffen dat alleen het goddelijke ons kan bevrijden en het ware geluk kan schenken.

In het hart ontstaat dan ruimte en stilte, waardoor we de stem uit het andere levensveld kunnen vernemen. Een levensveld waarvan Jezus in de Bijbel zegt:

‘Mijn koninkrijk is niet van deze wereld.’

Zoek niet buiten u wat binnen in u is. Ons leven is een geschenk, het is ons gegeven. Wat leven in de kern is kunnen wij niet vatten. Als een vuur brandt het in ons, wij voelen dat onophoudelijk in ons. De liefde en het respect, de warmte die het leven ons verschaft, schenken ons de vreugde van het leven.

Maak niet de fout wat binnen is te zoeken met wat buiten is, met uiterlijke ogen te kijken naar wat binnen is. Want wanneer wij bijvoorbeeld alleen met onze stoffelijke ogen naar de wereld kijken is God nergens te zien.

Hoe kan het oog waardoor gekeken wordt zichzelf zien, zegt de mysticus. Als we zien met innerlijk of spiritueel begrip is God plotseling overal.

  • WEBINAR 1: ‘Introductie’
  • WEBINAR 2: ‘De verbinding tussen Rozenkruis en Gnosis’ en ‘Een onsterfelijk beginsel’
  • WEBINAR 3: ‘De innerlijke roep en opdracht van de mens’ en ‘ Mens en microkosmos’
  • WEBINAR 4: ‘Een geopend hart’ en ‘Nieuw denken’
  • WEBINAR 5: ‘Realisatie in de praktijk’ en ‘Het pad van transfiguratie’