Spirituele tekst 1

Mysteriën van God, kosmos, mens: Het goddelijke ervaren

Spirituele tekst 1: Corpus Hermeticum 8:20-32 (hoofdstuk 1 van het bijbehorende boek)

Indien u God ook wilt waarnemen in en door de sterfelijke wezens die op de aarde en in de diepte zijn, overdenk dan, mijn zoon, hoe de mens in de moederschoot wordt opgebouwd; overweeg nauwkeurig de kunstvaardigheid van deze wording en leer wie de bouwheer is van deze schone en goddelijke beeltenis van de mens. 

Wie heeft de bolvorm van de ogen geboetseerd?
Wie heeft de openingen van de neusgaten en de oren geboord? Wie heeft de mond geopend?
Wie heeft het netwerk van spieren en zenuwen gespannen en in het lichaam bevestigd?
Wie heeft het kanalenstelsel van de aderen gelegd?
Wie heeft aan de beenderen vastheid geschonken?
Wie heeft het vlees met een huid overkleed?
Wie heeft de vingers gescheiden?
Wie heeft de zool van de voeten verbreed?
Wie heeft de uitgangswegen door het lichaam gegraven?
Wie heeft de milt geplaatst?
Wie heeft het hart zijn piramidale vorm gegeven?
Wie heeft de lever verruimd?
Wie heeft de longkamers poreus gemaakt?
Wie heeft de buikholte haar ruimte verleend?
Wie heeft de meest geachte delen in de openbaarheid geplaatst en de niet geachte in het verborgene? 

Zie hoeveel kunstvaardigheid en hoeveel verschillende werkwijzen op één enkele materie zijn toegepast, hoeveel kunstwerken in één werkstuk zijn samengebracht, alle uitermate schoon, alle volmaakt van afmetingen, alle onderling verschillend. Wie heeft al deze dingen gemaakt? Welke andere moeder, welke andere vader, o dieptepunt van toegeslotenheid! Bestrijd dan ook nimmer, o Tat, de werken van de handen van de schepper. Beter en sterker nog dan uit de naam God spreekt zijn grootheid uit de aanduiding: Vader van alle dingen. Alleen hem komt het toe Vader te zijn. Ja, dit is in waarheid zijn openbarende daad. 

En, als u mij verzoekt zo iets te zeggen dat nog stoutmoediger is: het is zijn wezen om alle dingen te bevruchten en voort te brengen. Zoals zonder schepper niets tot aanzijn kan komen, zo zou de schepper de eeuwige niet zijn, indien hij niet eeuwig schept: in de hemel, in de lucht, op de aarde, in de diepte, in alle delen van het universum, in het heelal, in datgene wat is en in datgene wat niet is. 

Er is niets in het heelal dat hij niet is. Hij is zowel datgene wat is, als datgene wat niet is. Al wat is heeft hij geopenbaard, en al wat niet is, houdt hij in zich besloten. Hij, God, is boven alle naam verheven; hij, de onzienlijke, die toch het meest geopenbaard is; hij, die door de geestziel wordt aanschouwd, maar ook voor de ogen waarneembaar is; hij, de onlichamelijke, die vele, ja alle lichamen heeft. Er is niets dat hij niet is, want al wat is, is hij. Daarom ook heeft hij alle namen, omdat zij uit de ene Vader zijn. Daarom ook heeft hij in het geheel geen naam, omdat hij de Vader is van het al. 

BESTEL MYSTERIEN EN LOFZANGEN VAN GOD, KOSMOS, MENS

Wie zou U te hoog of naar uw waarde kunnen geloven? Waarheen zal mijn oog zich richten, voor mijn lof? Omhoog, omlaag, naar binnen, of naar buiten? Er is geen weg, geen plaats, geen enkel schepsel, dat buiten U gelegen is; alles is in U, alles is uit U. Gij geeft alles en Gij neemt niets, want Gij bezit alles en er is niets, dat U niet toebehoort. 

Wanneer zal ik U lof zingen? Want het is onmogelijk uw uur en uw tijd te grijpen. En waarom zou ik U lof zingen? Om hetgeen Gij geschapen hebt, of om hetgeen Gij niet geschapen hebt? Om hetgeen Gij geopenbaard hebt, of om hetgeen Gij verborgen hebt gehouden? 

En waarmee zou ik U lof zingen? Alsof iets mij toebehoorde! Alsof ik iets eigens bezat! Alsof ik een ander was dan Gij! Want Gij zijt alles wat ik maar kan zijn. Gij zijt alles wat ik maar kan doen. Gij zijt alles wat ik maar kan zeggen. Gij zijt alles, er is niets dan Gij. Zelfs dat wat niet bestaat, zijt Gij. Gij zijt alles wat geworden is, en alles wat niet geworden is. Gij zijt geest, als Gij door de geestziel wordt aanschouwd. Vader, als Gij het wereld-al gestaltenis geeft. God, als U zich als actieve, universele kracht openbaart. De goede, omdat Gij alle dingen hebt gewrocht. 

Het ijlste van de materie is lucht. 
Het ijlste van de lucht is de ziel. 
Het ijlste van de ziel is de geest. 
Het ijlste van de geest is God. 

BELUISTER OF LEES DE BIJBEHORENDE BESCHOUWING 1

LEES MEER OVER DEZE TRILOGIE MET UNIVERSELE MYSTERIEWIJSHEID

 

4 gedachten over “Spirituele tekst 1

  1. Wiepkje

    Deze tekst is van het moment dat ik het eerst las, ongeveer 18 jaar geleden, tot nu toe zo vol van beroering, verwondering en herkenning geweest. De laatse 4 regels waren voor mij niet helemaal te begrijpen. Tot ik de beschouwing van hoofdstuk 2 las. Er viel weer een kwartje. Zeer bijzonder. Deze tekst is en blijft een rode draad in mijn leven, net als Het lied van de parel, die ik eerder kende dan deze prachtige lofzang.

    1. André de Boer

      Mooi om te lezen Wiepke. De onderstaande regels hebben mij ook lang geïntrigeerd.

      Het ijlste van de materie is lucht.
      Het ijlste van de lucht is de ziel.
      Het ijlste van de ziel is de geest.
      Het ijlste van de geest is God.

      Naar mijn idee brengen deze tot uitdrukking dat er geen ‘harde’ scheiding is tussen de verschillende sferen, maar dat de overgang ‘diffuus’ is. Juist daardoor is er innerlijke ontwikkeling mogelijk omdat er dan wisselwerking tussen de sferen mogelijk is.

Reacties zijn gesloten.