podcast 4

Mysteriën van de Pistis Sophia

Personages leren kennen en herkennen, podcast 4 van 9

 

GA NAAR HET WEBINAR OP ZONDAG 28 MAART 2021, 15.30 UUR

 

BESTEL HET EVANGELIE VAN DE PISTIS SOPHIA

Wat is onze werkelijke intentie ten aanzien van het leven? Zijn we gericht op het licht dat in ons hart is afgedaald om zich gevangen te geven in ons wezen, om ons leven een wending te geven in de richting van een ander levensveld?

Het kan zijn dat we worstelen met die vraag. Dat we het licht ervaren vanuit het diepst van ons wezen, maar dat we afgeleid worden en daardoor van tijd tot tijd opgeven. Wellicht worden we soms ongeduldig, dan willen we precies weten hoe het er met ons voorstaat en of de bevrijding aanstaande is. Of we willen controle krijgen over dat ingewikkelde proces van bevrijding.

Het licht van de verlosser dat we in ons wezen ervaren, is van een geheel andere geaardheid dan alles wat we met zintuigen kunnen waarnemen. Het raakt in eerste instantie ons hart aan, omdat we daar het licht, het pleroma met ons meedragen. Dat pleroma kan weer een scheppingsveld worden, waar de lichtmens uit geboren wordt. Daarom doen we er goed aan steeds terug te keren tot het stille centrum in het hart en van daaruit het leven tegemoet te treden. Als we dit doen, dan zijn we als Maria Magdalena, van wie Jezus zegt:

‘Maria: u begenadigde, die ik in alle mysteriën van de hoogte zal inwijden, spreek openlijk, u, wier hart meer dan dat van al uw broeders gericht is op het hemelrijk.’

En Maria antwoordt: ‘Heer, de lichtmens in mij heeft oren en ik hoor met mijn lichtkracht. Uw geest, die met mij is, heeft mij nuchter laten worden.’

Het grootste deel van de dialoog tussen Jezus en zijn discipelen wordt geleid door Maria Magdalena. Zij stelt de eerste vraag, zij verklaart het grootste deel van de mysteriën en vertegenwoordigt vaak de andere discipelen in de dialoog met de verlosser.

Jezus verklaart dat zijn belangrijkste discipelen Maria Magdalena en Johannes de Maagdelijke zijn. Hij verklaart: ‘Waar ik zijn zal, daar zullen ook mijn twaalf dienaren zijn.’ Maar Maria Magdalena en Johannes, de maagdelijke, zullen al mijn discipelen overtreffen en alle mensen die de mysteriën in de Onuitsprekelijke zullen ontvangen. Zij zullen aan mijn rechter- en aan mijn linkerzijde zijn. En ik ben zij en zij zijn ik.’

Johannes is het aspect in ons dat ook direct in dialoog kan treden met Jezus. Er is dus een mannelijk en een vrouwelijk aanzicht van het hart, een scheppend en een barend principe. Op ons hart kunnen we altijd vertrouwen als het erom gaat de mysteriën te naderen.

Er is echter een moment in de dialoog dat Petrus het woord wil nemen en zijn onvrede uit over Maria Magdalena, die steeds voor hem spreekt. Jezus verklaart dan dat de tijd van Petrus nog niet gekomen is. Maria op haar beurt verklaart dat zij vaak niet durfde spreken vanwege Petrus, die haar geslacht haat.

Wie kent niet deze spanning tussen hart en hoofd? Als moderne mens van de eenentwintigste eeuw willen we toch gewoon mentaal kunnen begrijpen en willen we toch het hart onder controle houden?

De discipelen vertegenwoordigen de reacties op het licht van de verlosser. Het vermogen om ons ondanks alles te richten op het licht. Zij maken het mogelijk dat onze gehele aandacht naar het licht uitgaat, zodat we vreugde, stilte, toewijding, dankbaarheid of vervoering ervaren. Zij maken in feite elke reactie op het licht begrijpelijk, als een logisch gevolg als de lichtmens in dialoog treedt met de verlosser.

We zijn echter ook geboren met een eigen, persoonlijke lotsbestemming, een individueel karma. Onze drijfveren en neigingen maken ook onze reactie op het licht in het leven van alle dag heel persoonlijk. Wij zijn geboren uit dezelfde substantie als de archonten, de machten van de duisternis. Wij kennen daarom vooral de problematiek van het leven in duisternis en zijn blind voor het licht. De discipelen leren ons hoe wij in dialoog kunnen blijven met de verlosser. Deze dialoog gaat altijd verder in het Evangelie van de Pistis Sophia.

Het grote wonder van het mens-zijn is dat er een ontvankelijkheid tot ontwikkeling kan komen voor het drievoudige licht dat de verlosser opheft tot de schatkamer van het licht. Dit aspect komt tot uitdrukking in de drie discipelen, die we leren kennen als de getuigen van het lichtrijk. Het zijn de hogere aanzichten van ons wezen, die de woorden van de verlosser in het leven verwerkelijken.

Het boek verwoordt het zo:

Het geschiedde nu toen Jezus Filippus aldus hoorde spreken, dat hij tot hem zei: ‘Filippus, u begenadigde, luister, opdat ik met u spreken kan. U, Thomas en Mattheüs zijn het aan wie door het eerste mysterie is opgedragen om alle redevoeringen die ik uitspreek op te schrijven, en alles wat ik zal doen en alles wat u zult zien. Wat u echter betreft, het aantal van de door u te schrijven verhandelingen is nog niet bereikt; wanneer dit voltooid is, mag u naar voren treden en zeggen wat u verkiest. Nu echter moeten u drieën alle verhandelingen die ik zal houden en alle dingen die ik zal doen en alles wat u zult zien, opschrijven als een getuigenis van alle dingen van het hemelrijk.’

De driehoek is het symbool van de drievoudige geest, die werkzaam wordt als het fundament van het leven een vierkant is, als alle aanzichten van het menselijke streven op het licht gericht zijn. Als we werkelijk willen, verlangen en verwachten bevrijd te worden, kunnen we veranderen van een viervoudige mens, die als hoogste een denkvermogen heeft, in een zevenvoudige mens. We zijn dan in staat de heilige aarde in zijn oorspronkelijke staat te zien, de mythen vertellen van de priester-koning Melchizedek, die heerst over deze heilige aarde.

Weer mens zijn, hoe doe je dat als je worstelt met driften die in miljoenen jaren gevormd zijn? De drie lagere chakra’s beneden het hart sturen het leven onder invloed van de krachten van de archonten, het leven van de driften die in dienst staan van de zonnevlecht. De drie chakra’s boven het hart staan in dienst van het denken en dat staat weer in dienst van de lagere drie chakra’s: gespiegeld in het hart, vol van verlangen naar vervulling van een eeuwige leegte. Dit is een cirkelgang die pas doorbroken wordt als de hogere chakra’s weer ontvankelijk worden voor de drie scheppende vermogens van de verlosser, want daaruit zijn we feitelijk voortgekomen, dat zijn onze eigenlijke ‘ouders’, zoals onderstaand citaat straks zal weergeven.

Vanaf dan schrijven de getuigen van het lichtrijk de woorden van Jezus. Dan kunnen zeven krachten alle chakra’s reinigen, want de verlosser komt met zeven krachten uit de schatkamer van het licht: de zeven stemmen die de zeven amens zijn, zo staat het geschreven. Wij kunnen getuigen zijn van deze wondervolle transformatie, als stille waarnemers die slechts de liefde dienen. De liefde die het eerste gebod is in de orde van Melchizedek. Wij zijn geboren met de lotsbestemming het eerste gebod te vervullen en de mensheid lief te hebben. De vervulling van de liefdewet.

Citaat hoofdstuk 132: Salome en het lot van de mens

Toen de verlosser dit gezegd had, snelde Salome naar voren en sprak: ‘Mijn heer, wanneer onze ouders de archonten zijn, hoe kan dan in de wet van Mozes geschreven staan: ‘Wie zijn vader en moeder verlaat, zal de dood sterven.’ Heeft de wet daar niet aldus over gesproken?’ En toen Salome dit gesproken had, sprong de lichtkracht in Maria op en zij sprak tot de verlosser: ‘Mijn heer, beveel mij dat ik met mijn zuster Salome spreek en haar de verklaring geef van het woord dat zij gesproken heeft.’

Het geschiedde nu toen de verlosser Maria deze woorden hoorde zeggen, dat hij haar zeer gezegend noemde. De verlosser antwoordde en sprak tot Maria: ‘Ik beveel u, Maria, dat u de verklaring van het woord geeft dat Salome gesproken heeft.’ Nadat de verlosser dit gezegd had, ging Maria naar Salome, begroette haar en sprak tot haar: ‘Mijn zuster Salome, wat het woord betreft dat u gesproken hebt: er staat in de wet van Mozes geschreven: ‘Wie vader en moeder verlaten zal, die zal de dood sterven’, welnu, mijn zuster Salome, de wet heeft dit niet gezegd betreffende de ziel, noch betreffende het lichaam, noch met betrekking tot de valse geest want deze zijn alle zonen van de archonten en zijn uit hen, maar de wet heeft dit gezegd met betrekking tot de kracht die uit de verlosser voortgekomen is en die thans de lichtmens binnenin ons is.

LEES MEER OVER DE DRIE AANBEVOLEN BOEKEN OVER DE PISTIS SOPHIA

 

3 gedachten over “podcast 4

  1. Maria Band

    Dat laatste vind ik lastig, dat ook de ziel een zoon is van de archonten. De kracht die uit de Verlosser is voortgekomen dat is Christus toch?
    Het bevestigt wel mijn vermoeden dat de Vader-God, Abba, waar Jezus over spreekt een andere God is dan die van de wet, of dat het een ander aspect van dezelfde God is (?). Ik denk dat geen één wet je kan verlossen (dat is wat de valse geest, het ego, je wijs maakt). Wetten houden je gevangen. Alleen Liefde verlost en dat is Genade (zonder tegenprestatie). Als je denkt dat het houden aan een wet je kan verlossen, loop je de Genade van God mis (Galaten 3).

    1. Hanna Baars

      Dag Maria,

      De Kracht die uit de Verlosser is voortgekomen is de Christuskracht. Dat klopt. Maar de natuurziel is de zoon van de archonten. De archonten zijn ontstaan uit de natuurkrachten van deze wereld. Net zoals de natuurziel uit de krachten van deze wereld is ontstaan.
      De Ziel die uit het Christuslicht voortkomt heeft een hemelse Vader en Moeder.

Reacties zijn gesloten.