2. Teksten en muziek Weihnachtsoratorium, Cantate 2 voor tweede kerstdag – Johann Sebastian Bach

CANTATE 1 – CANTATE 2 – CANTATE 3 – CANTATE 4 – CANTATE 5 – CANTATE 6

LEES MEER OVER HET WEIHNACHTSORATORIUM

In dit tweede deel van het Weihnachtsoratorium van Johann Sebastian Bach verkondigt de  engel de geboorte van Jezus aan de herders: de blijde boodschap is een vervulling van
een belofte. In dit deel geen trompetten en pauken maar wel een verdubbeld aantal hobo’s: typische herdersinstrumenten. Dit tweede deel bestaat uit veertien gedeelten. Hieronder volgen per gedeelte achtereenvolgens steeds de Duitse tekst, de Nederlandse tekst en een toelichting (cursief).

10. Sinfonia, pastorale

Een werk voor orkest. Deel 2 opent als enige niet met een koorwerk maar met een pastorale, een herderslied: een instrumentaal stuk met een landelijke idyllische stemming. We horen twee groepen. In de één voeren de violen en fluiten de boventoon, in de ander de hobo’s. Het is, als ware het een lieflijke dialoog tussen engelen en herders.

11. Recitatief , evangelist, Lucas 2: 8,9    

Und es waren Hirten in derselben Gegend auf
dem Felde bei den Hürden, die hüteten des
Nachts ihre Herde. Und siehe, des Herren Engel
trat zu ihnen, und die Klarheit des Herren
leuchtete um sie, und sie fürchteten sich sehr.

En er waren herders in diezelfde landstreek, die
zich ophielden in het veld, en des nachts hun
kudde bewaakte. Opeens stond een engel des
Heren bij hen en de heerlijkheid des Heren
omstraalde hen, en zij vreesden met grote vreze.

Een engel van de Heer verschijnt en de heerlijkheid omstraalt hen, met hoge accenten op ‘heer’ en ‘heerlijkheid’. Dit beangstigt de herders, hoorbaar door de snelle bewegingen in de cello en de overgang naar mineur op “sie fürchteten sich sehr”.

12. Koraal, koor

Brich an, o schönes Morgenlicht,
und lass den Himmel tagen!
Du Hirtenvolk, erschrecke nicht,
weil dir die Engel sagen,
dass dieses schwache Knäbelein
soll unser Trost und Freude sein,
dazu den Satan zwingen
und letzlich Friede bringen.

Breek aan o helder morgenlicht
en laat de hemel dagen!
Gij, herdersvolk schrik niet,
omdat de engelen u zeggen,
dat dit zwakke mensenkind
ons tot troost en vreugde zal zijn,
dat het de Satan zal bedwingen
en eindelijk vrede zal brengen.

Het is bijzonder dat Bach hier een koraal laat volgen, dit is in tegenstelling tot de gebruikelijke opbouw van een (Bach)cantate. Waarschijnlijk wil hij hiermee uitdrukking geven aan de schrik van de herders. De herders worden echter toegesproken níet te schrikken omdat het mensenkind de duivel zal verdrijven (met een dissonant op ‘Satan’) en vrede zal brengen; deze laatste zin klinkt lieflijk.

13. Recitatief, evangelist, Lucas 2:10,11     

Und der Engel sprach zu ihnen:
sopraan
Fürchtet euch nicht, siehe, ich verkündige euch
große Freude, die allem Volke widerfahren wird.
Denn euch ist heute der Heiland geboren, welcher
ist Christus, der Herr, in der Stadt Davids.

En de engel sprak tot hen:
sopraan
Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u
grote vreugde, die heel het volk ten deel zal
vallen: U is heden de Heiland geboren, namelijk
Christus de Here, in de stad van David.

De blijde boodschap wordt verkondigd door de engel-sopraan: opnieuw klinkt “Wees niet bang, Christus is geboren”. De engel zingt niet zoals de evangelist in secco recitatief maar wordt begeleid door hemelse strijkers.

14. Recitatief, bas     

Was Gott dem Abraham verheißen,
das lässt er nun dem Hirtenchor erfüllt erweisen,
Ein Hirt hat alles das zuvor
von Gott erfahren müssen.
Und nun muß auch ein Hirt die Tat,
was er damals versprochen hat,
zuerst erfüllet wissen.

Wat God Abraham beloofde,
daarvan toont Hij nu het koor van herders de vervulling
Een herder heeft voorheen
dit alles van God vernomen.
En nu mag ook een herder als eerste weten,
dat de belofte van eertijds
nu in vervulling is gegaan.

Aan de herders wordt als eerste de vervulling van de oudtestamentische belofte aan Abraham (die ook herder was) verteld, weer begeleid door de herdershobo’s.

15. Aria, tenor     

Frohe Hirten, eilt, ach eilet,
eh’ ihr euch zu lang verweilet,
eilt, das holde Kind zu sehn.!
Geht, die Freude heißt zu schön,
sucht die Anmut zu gewinnen,
Geht und labet Herz und Sinnen!

Blijde herders, haast u, haast u,
treuzel niet langer,
haast u om het lieflijke Kind te zien!
Gaat, de vreugde is te groot,
probeer de liefde te winnen,
gaat en laaft uw hart en zinnen.

Hier krijgen de herders de opdracht het kind te gaan zoeken, met een solofluit als ware het wederom een hemelse stem die de herders toespreekt.

16. Recitatief, evangelist, Lucas 2:12 

Und das habt zum Zeichen:
Ihr werdet finden das Kind in Windeln gewickelt
und in einer Krippen liegend.

En dit krijgt u als teken:
Gij zult een Kind vinden in doeken gewikkeld en
liggende in een kribbe.

Ondanks dat hier de verkondiging door de engel uit het evangelie (nr. 13) verder gaat klinkt hier
toch geen sopraan met strijkers. Misschien wilde Bach de vernedering van de kribbe verbeelden.

17. Koraal, koor     

Schaut hin, dort liegt im finstern Stall,
dess’ Herrschaft gehet überall!
Da Speise vormals sucht ein Rind,
Da ruhet jetzt der Jungfrau’n Kind.

Ziet, daar ligt Hij in de donk’re stal,
wiens heerschappij alles te boven gaat;
waar eerst een rund zijn voedsel zocht,
daar rust nu het kind van de maagd.

Deze koraalmelodie komt drie keer voor in het Weihnachts-Oratorium (nr. 9, 17 en 23). Hier in de laagste toonzetting geschreven om nederigheid uit te drukken.

18. Recitatief, bas     

So geht denn hin, ihr Hirten, geht,
dass ihr das Wunder seht;
und findet ihr des Höchsten Sohn
in einer harten Krippe liegen,
so singet ihm bei seiner Wiegen
aus einem süßen Ton
und mit gesamtem Chor
dies Lied zur Ruhe vor.

Dus ga dan heen, gij herders gaat,
opdat gij het wonder ziet;
en vindt gij de Zoon van d’Allerhoogste
in een harde kribbe liggen,
zing dan bij zijn wieg
op zoete toon,
met het gehele koor
dit lied ter ruste voor.

Nogmaals worden de herders toegesproken, begeleid door hobo’s, om de Zoon te gaan zoeken en vervolgens een wiegelied voor Hem te zingen. De herders zingen dit echter pas in deel 3 (nr. 33) als zij daadwerkelijk in de stal zijn. Hier zingt de alt, Maria, eerst voor haar zoon.

19. Aria, alt     

Schlafe, mein Liebster, genieße der Ruh,
wache nach diesem vor aller Gedeihen!
Labe die Brust,
empfinde die Lust,
wo wir unser Herz erfreuen!

Slaap, mijn liefste, geniet van de rust,
zorg, dat je hierna gezond opgroeit.
Laaf je aan de borst,
voel de vreugde,
als onze harten zich verblijden.

Een wiegelied, niet tijdens het herdersbezoek in deel 3 maar hier, vooruitgrijpend op wat komen gaat; wel aangekondigd door voorgaand basrecitatief. Dit mooie en subtiele lied is één en al liefelijkheid van moeder tot kind.

20. Recitatief, evangelist, Lucas 2:13    

Und alsobald war da bei dem Engel die Menge der
himmlischen Heerscharen, die lobten Gott und sprachen:

En plotseling was er bij de engel een grote
hemelse legermacht, die God loofde en zeiden:

We zijn weer terug in het bijbelverhaal dat een groot engelenkoor vermeldt.

21. Koor, koor, Lucas 2:14     

Ehre sei Gott in der Höhe und Friede auf Erden
und den Menschen ein Wohlgefallen.

Ere zij God in de hoge, en vrede op aarde
en laat het de mensen goed gaan.

Het hemelkoor van engelen zingt een jubellied om God te eren. Slechts drie tekstregels, waarvan de eerste, “Ehre sei Gott in der Höhe” drie keer herhaald wordt, om de goddelijke drie-eenheid te loven.

22. Recitatief, bas     

So recht, ihr Engel, jauchzt und singet,
dass es uns heut so schön gelinget!
Auf denn! wir stimmen mit euch ein,
uns kann es, so wie euch, erfreun.

Welnu gij engelen heft nu uw loflied aan,
omdat ons nu dit heil omringt
Komt dan, wij stemmen met u in,
ons kan het net als u verblijden.

De bas roept ook de mensen, de gemeente, op een loflied te zingen.

23. Koraal, koor     

Wir singen dir in deinem Heer
Aus aller Kraft Lob, Preis und Ehr,
dass du, o lang gewünschter Gast,
dich nunmehr eingestellet hast

Wij zingen U, verheven Heer
uit alle macht: lof, prijs en eer
dat U, zo lang verwachte gast,
uw plaats onder ons hebt ingenomen.

De gemeente antwoordt de bas met dezelfde koraalmelodie als bij nr. 17 (en 9) maar dan vijf tonen hoger: stralend, verheerlijkend. Na elke zin flarden uit de melodielijn van de openingspastorale met weer de fluiten en hobo’s. Zo sluit deze tweede cantate af met een sterke binding aan de opening wat de cyclische opbouw versterkt.

CANTATE 1 – CANTATE 2 – CANTATE 3 – CANTATE 4 – CANTATE 5 – CANTATE 6

BESTEL GOVERT JAN BACH OVER HET WEIHNACHTSORATORIUM