Dagelijks archief: 25 juli 2020

Ezechiël 1, 2 en 3: het visioen van de vier levende wezens, de roeping en het eten van de boekrol

1. HET VISIOEN VAN DE VIER LEVENDE WEZENS

In het dertigste jaar, in de vierde maand, op de vijfde van de maand, toen ik te midden van de ballingen aan de rivier de Kebar was, gebeurde het dat de hemel geopend werd en ik visioenen van God kreeg te zien. Op de vijfde van de maand – het was het vijfde jaar van de ballingschap van koning Jojachin – kwam het woord van de HEERE uitdrukkelijk tot Ezechiël, de zoon van Buzi, de priester, in het land van de Chaldeeën bij de rivier de Kebar, en de hand van de HEERE was daar op hem.

Toen zag ik, en zie, een stormwind kwam uit het noorden, een grote wolk, flitsend vuur en een lichtglans eromheen. En uit het midden ervan kwam iets als de schittering van edelmetaal, uit het Lees verder

Het verhaal over Gawan in het toverslot van Klingsor uit ‘Parcival – Ridder van de Graal’, naar Wolfram von Eschenbach

LEES EEN INTERPRETATIE VAN HET ONDERSTAANDE VERHAAL DOOR BENITA KLEIBERG

Toen Gawan ’s morgens ontwaakte, vernam hij lieflijk vogelgesirp en een kruidige lucht drong door het open venster in zijn slaapvertrek. Hij stond op en ging naar het venster. Daar zag hij de burcht die hij gisteren van veraf gezien had nu heel dichtbij. Uit de vensters van de hoogste toren keken weer vele schone vrouwen. 

Toen Bene hem zijn ontbijt kwam brengen, vroeg Gawan haar wie al deze vrouwen toch waren. Het meisje schrok en zei, dat zij zijn vraag liever niet wilde beantwoorden. Maar nu werd Gawan pas werkelijk nieuwsgierig en hij vroeg de veerman wat dat toch voor prachtig slot was, dat daar zo vlakbij lag. Ook de veerman ontstelde bij deze vraag.  Lees verder