Hij, die zijn mannelijke kracht kent, en toch vrouwelijke zachtheid behoudt,
is de vallei van het rijk.
Als hij de vallei is van het rijk,
zal de altijddurende deugd hem niet verlaten,
en hij zal terugkeren tot Lees verder
Hij, die zijn mannelijke kracht kent, en toch vrouwelijke zachtheid behoudt,
is de vallei van het rijk.
Als hij de vallei is van het rijk,
zal de altijddurende deugd hem niet verlaten,
en hij zal terugkeren tot Lees verder
Hij, die goed (in Tao) gaat, laat geen sporen achter.
Hij, die goed spreekt, geeft geen reden tot blaam.
Hij, die goed telt, gebruikt geen bamboe-tabletjes.
Hij, die goed sluit, gebruikt geen houten bouten, en toch kan men niet openen (wat hij sluit).
Hij, die goed bindt, gebruikt geen koorden, en toch Lees verder