In de hoge oudheid wist het volk alleen van de vorsten dat zij bestonden.
De vorsten, die dáárna kwamen, had het volk lief en prees hen.
Die dáárna kwamen, vreesde het.
Die dáárna kwamen, verachtte het.
Hij, die anderen niet vertrouwt, krijgt het vertrouwen van anderen niet.
(De Ouden) waren langzaam en ernstig in hun woorden.
Als zij de verdiensten hadden gemaakt Lees verder