Woord vooraf door Doride Zelle in het boek ‘Mysteriën van Tao en de Daodejing’

De levensfilosofie van Lao Zi Mysterien van Tao

Doride Zelle, directeur van Rozekruis Pers, schreef het onderstaande ‘woord vooraf’ voor het nieuwe boek ‘Mysteriën van Tao en de Daodejing’ van Elly Nooyen en Henri Borel

Dit hele boek ademt Tao. Tao is in de kosmos, in ons zonnestelsel, overal op aarde, in de bomen, in de planten en de dieren, in de bergen en de stenen, in cellen en atomen. Tao is ook in de mens. Toch is Tao op geen enkele manier waarneembaar.

Dit vierde boek van de Spirituele teksten bibliotheek bevat alle teksten van het online programma Mysteriën van Tao, die geschreven zijn door Elly Nooyen. Tezamen vormen zij een goed toegankelijke inleiding op de diepzinnige levensfilosofie van de Chinese wijze Lao Zi. Velen van ons zijn op zoek naar verdieping; verdieping in het leven, verdieping in onszelf.

Het diepe innerlijke weten dat er in ons een vonk van de geest, een vonk van Tao gelegen is, kan ons helpen om ons leven een andere wending te geven. Het sluimerende besef dat wij als sterfelijke mensen ingebed zijn in de onsterfelijkheid kan al bevrijdend werken. Dat maakt het leven zinvol.

In het tweede deel van dit boek kun je de diepe wijsheid ervaren van de alom geprezen Nederlandse vertaling van de Daodejing. In 1897 vertaalde de Nederlandse sinoloog Henri Borel de Daodejing als eerste rechtstreeks uit het Chinees in het Nederlands. Wij vonden het zeer passend om deze niet meer verkrijgbare vertaling van de Daodejing te koppelen aan deze eigentijdse inleiding op de levensfilosofie van Lao Zi.

De vertaling van de tekst uit 1897 is zo bijzonder omdat Henri Borel in staat blijkt te zijn de Chinese karakters – welke symbolen zijn die ideeën weerspiegelen – om te zetten in een letterschrift. In zijn voorwoord schrijft Borel dat de Chinese karakter-gedachtenreeks feitelijk in geen enkele woord-klankenreeks is weer te geven. Het zijn twee geheel ongelijksoortige dingen met een verschillende essentie. Men kan ook geen kleurenpracht precies hetzelfde weergeven in klanken, men kan alleen een gelijke emotie zien op te wekken.

Vooral het begrip Tao omschrijft Borel anders dan in eerdere vertalingen:

“Tao was, voor Hemel en Aarde bestonden, onzichtbaar, onhoorbaar, vormloos, zonder beeld, de eeuwige Oorsprong van alles en allen, altijd zonder verlangen en behoeften, altijd in rust, zonder actie en toch in zijn werkzaamheid onuitputtelijk, de voeder, volmaker van alles wat leeft! Het is zonder lichaam, voor ons vaag en duister, maar is een zuiver spiritueel licht.

Het is alom bestaand, links en rechts. Alle schepselen wachten erop, om geboren te worden, en Het weigert geen! Het is ledig, roerloos en doet toch het heelal bewegen. Is alles uit Tao ontsprongen, alles keert weer tot Tao terug, want terugkeren tot Tao is het ritme van het leven van elk wezen. […]

Tao is een godsbegrip en de enige vertaling voor Tao is God. Indien ik met God dat majestueuze, zuiver geestelijke, onsterfelijke Wezen bedoel, dat nooit enig menselijk woord heeft kunnen beschrijven, dat nooit aan één onfeilbare, alleen zaligmakende godsdienst heeft behoord als de ware, de enige God, maar waar alle godsdiensten van alle volkeren, alle met verschillende woorden en namen, maar met dezelfde intuïtie naar gereikt hebben, dan is het dat wezen, dat eindeloos-in-zichzelf-bestaande, geen naam kan hebben en alleen door het woord God wordt uitgedrukt, omdat we bij het schrijven erover een concreet letterteken behoeven, is in essentie hetzelfde als het Wezen door het Chinese karakter Tao voorgesteld.”   

De teksten van Mysteriën van Tao zijn vanuit eenzelfde visie op Tao geschreven. Tao zelf is onkenbaar, maar de werking die van Tao uitgaat roept ons op om ons voor deze kracht-werkzaamheid open te stellen en zo de verbinding met het tijdloos mysterie te herstellen.

De auteur van Mysteriën van Tao benadrukt dat de inhoud ervan tot stand is gekomen in nauwe samenwerking en verbondenheid met veel anderen. Zodoende blijft het altijd een beetje vreemd dat alleen de auteur vermeld wordt en dat geldt zeker voor een boek als dit, schrijft zij, omdat daarin slechts opgeschreven is wat ‘zij die wijs zijn’ ons leren, en dit al eeuwenlang doen. Als dienaren van de onuitputtelijke bron van wijsheid stond hen maar één doel voor ogen: dat wij de weg zelf zouden gaan.

De auteur heeft ons dan ook gevraagd om de werkgroep ‘Op weg met Tao’ te bedanken. Zij lazen niet alleen alle teksten, maar gingen ook bij zichzelf te rade welke betekenis deze voor hun eigen leven hebben. Op grond daarvan leverden zij commentaar, wat vaak leidde tot een herziening van de tekst.

Ook zijn wij Paul Kluwer zeer erkentelijk voor zijn inleiding bij dit nieuwe boek en wij danken hem voor de aangrijpende woorden, die Dao proberen te naderen. De meeste dank gaat uit naar het onnoembare dat al het leven mogelijk maakt en ons omhult en beschermt, en de kracht geeft om door te gaan te leren in alle opzichten ‘Mens’ te zijn.

Rozekruis Pers
Doride Zelle