Zeven wijsheidsschrijvers die zijn besproken op symposia van Stichting Rozenkruis – voordrachten gepubliceerd in de Symposionreeks van Rozekruis Pers

1. Karl von Eckhartshausen – hoe de rede ons God verklaart

Karl von Eckartshausen is een van die bijzondere mensen, die, wellicht met behulp van anderen maar zeker ook door een niet aflatend eigen zoeken een werkelijk hoger bewustzijn kon verwerkelijken. Daardoor spreekt in al zijn werken een wijsheid, een kennis uit eerste hand, die, over de eeuwen heen, de moderne zoekende mens aanspreekt alsof het gisteren is geschreven. Eckartshausen heeft het dan ook als zijn levensopdracht gevoeld om over het hogere leven dat hij ervaart te berichten, en andere mensen daartoe op te wekken.

Zijn beroepsmatige verplichtingen lieten het toe dat hij zijn christelijk-theosofische en religieuze inzichten de wereld in kon sturen. Als censuurraad en later als archivaris en als geheimraad, eerst bij de Beierse keurvorst Karl Theodor en de laatste vier jaar van zijn leven bij keurvorst Maximilian Joseph IV, had hij intensieve contacten met vooraanstaande juristen, natuurwetenschappers, filosofen en dichter/schrijvers. Voor dat milieu, maar ook voor een groter publiek schreef hij meer dan 100 titels, waaronder toneelspelen, jeugdboeken, boeken over zedenleer en de meest diepzinnige geschriften als ‘De Wolk op het Heiligdom’ of ‘Enkele Woorden uit het Binnenste’; waarvan een groot deel tijdens zijn leven werd gepubliceerd.

Eckartshausen schreef over de innerlijke kerk, een school en een gemeenschap van mensen die ‘gevoelig zijn voor het licht’ en die deze wijsheidsschool in drie niveaus doorlopen. Het is een school, zo zegt hij, ‘die buiten ruimte en tijd bestaat, maar telkens weer een innerlijk werkende gemeenschap voortbrengt om in de wereld steeds over een organisatie te kunnen beschikken, die de mensen naderbij voert’. Naar de universele wetten van deze ‘onzichtbare kerk’ tracht in onze tijd de Geestesschool van het Gouden Rozenkruis de zoekende mens met dezelfde vreugdevolle inzichten te bereiken. Symposionreeks 14.

2. Comenius – een brandend hart, een helder hoofd, een aantoonbare daad

Jan Amos Comenius (Moravië, 1592 – Amsterdam, 1670), de van oorsprong Tsjechische pansofist, theoloog, filosoof en pedagoog, leefde en werkte in het roerige centrum van het zeventiende-eeuwse Europa. Bohemen, Tsjechië, Polen en de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën vormden zijn wereldtheater. Deze wereld werd verscheurd door de oorlog, dreiging en geweld, waarin nergens rust was en vele duizenden op de vlucht waren. Daarin wilde hij zijn idealen van vrede en broederschap realiseren, die voor alle mensen en overal zouden moeten gelden.

Na de Slag op de Witte Berg (1620) – die een einde maakte aan de korte regeerperiode van Frederik V van de Palts, de ‘Winterkoning’– werd Comenius een ‘eeuwige balling’, die steeds opreis was, maar die nooit afliet te werken aan zijn ideaal. Hij vluchtte van Moravië naar Bohemen,daarna naar Polen, en van Engeland naar Duitsland; tot hij gedurende de laatste jaren van zijn leven relatieve rust vond in Nederland. Steeds als hij probeerde zijn Collegium Lucis (het College van het Licht) daadwerkelijk te stichten in een Europese stad, werd dit onmogelijk gemaakt door de politieke werkelijkheid van de dag, zoals bijvoorbeeld de Dertigjarige Oorlog of de Engelse burgeroorlog van Cromwell.

Comenius ontwikkelde een didactiek om de jonge mens op te voeden in de richting van een algemene reformatie van de wereld. Hij schreef over religie, politiek, en kunsten en wetenschappen. Deze algehele reformatie kon tot stand komen door middel van de pansofie, de ‘alwetenschap’, die alle disciplines op een hoger niveau met elkaar verbond.

Met de universele wijsheid die aan de pansofie ten grondslag ligt, en met het hart volkomen gericht op en toegewijd aan God, het hoogste principe – zo was zijn vaste overtuiging – zou een verdere en verregaande hervorming van de maatschappij werkelijkheid kunnen worden. Symposionreeks 16.

3. Gustav Meyrink – de weg naar degene die men eigenlijk is

Als geen ander heeft Meyrink zelf zijn weg gebaand naar het leven van de geest. Als zoeker, individualist, schrijver en sceptisch artiest is hij hét voorbeeld voor de moderne zoekende mens. Hij noemt zichzelf: ‘magisch-suggestief’ levenskunstenaar en zijn opvatting van literatuur: ‘magie-suggestie’. Met de beelden, gedachten en gevoelens die hij opwekt, wil hij de lezer tot in zijn diepste innerlijk raken.

Op onnavolgbare wijze komen al zijn romans uit bij de bron van vreugde over het echte, het oorspronkelijke, – hij noemt deze: de vermomde gestalte. Deze is voor iedere mens bereikbaar die de beklemmende krijtkring van het bestaan weet te doorbreken. Op het Renova symposion 3 mei 2008 was de dynamische geestkracht van deze onvermoeibare zoeker naar de waarheid voelbaar! De teksten van de voordrachten en de begeleidende expositie vinden in deze bundel hun weerslag. Ook zij getuigen van Meyrinks zoektocht naar ‘degene die men eigenlijk is’. Symposionreeks 19.

4. Mozart – rozenkruisers en vrijmetselarij

Deze symposionbundel presenteert de 5 voordrachten die gehouden zijn op het najaarssymposion van het Lectorium Rosicrucianum op 29 november 2008 op het conferentieoord Renova te Bilthoven. Er wordt een antwoord gezocht op de vraag: Hoe werkte de impuls van het rozenkruis door in de loges van Wenen aan het bewogen einde van de achttiende eeuw?

De auteurs verbinden ons rechtstreeks met Mozarts fascinerende ideeën-wereld, bezield door de idealen van rozenkruisers en vrijmetselaars. Wolfgang Amadeus (1756-1791) zag zichzelf als een van hen.

Met bijdragen van: Tjeu van den Berk: Die Zauberflöte, een Rozenkruis-opera. / Frans Spakman: Con amore – van melancholie naar melodie. / Christoph Steen: De cultuurhistorische achtergrond van Mozarts Zauberflöte. / Maarten Mestrom: Mozarts opera’s – iconen van verlichting. / Ronald Commers: Tussen de zichtbare en de onzichtbare wereld – over vrijmetselaarsfilosofie en Mozart. Symposionreeks 20.

5. Shakespeare – het onzegbare in zijn werk

Shakespeares teksten en spelen zijn zo vol drama en wijsheid, dat zij uit één impuls lijken te komen, uit één bron van mysteriën. Mysterievol is ook de man die achter de naam Shakespeare schuilging. Was hij een eenvoudig acteur uit Stratford-upon-Avon of een vertrouweling aan het hof van koningin Elizabeth I?

In het vroege voorjaar van 2010 werd op het fraaielandgoed Nienoord in Leek (Gr.) het symposion ‘Het onzegbare in het werk van William Shakespeare’ gehouden. In het najaar was Pentagram Boekwinkel te Haarlem de plaats van samenkomst, waar hetzelfde symposion nog een keer plaats vond.

Drie fascinerende sprekers ontvouwden de diepgang en het onbenoembare mysterie in het werk van deze grootste van alle Engelse schrijver-dichters. Vol van mysterie is ook de man die achter Shakespeare verborgen ging. Een eenvoudige acteur uit Stratford-upon-Avon of een vertrouweling aan het hof van koningin Elizabeth 1. Symposionreeks 21.

6. Jeroen Bosch – wijsheid-schrijver met beelden

Deze symposionbundel is een handreiking om zelf op onderzoek uit te gaan in het immense symbolische landschap en wereldbeeld van de vijftiende eeuw, zoals dat door Jeroen Bosch is vastgelegd.

In het symposion ‘Jeroen Bosch, wijsheid-schrijver met beelden’ presenteert Stichting Rozenkruis een nieuwe kijk op de interpretatie van het werk van een van Nederlands beroemdste kunstenaars. Jeroen Bosch is een meester-schilder, die de mens wijst op de gecompliceerdheid van zijn leven en zijn bewustzijn, en de redding die er ligt in een bewuste levens- houding.

Zoals Roelof Jan Veltkamp citeert: ‘Géén kunstenaar uit het verleden maakt met meer recht aanspraak op de titel magiër of ingewijde dan Hiëronymus Bosch.’ Maar de schilder moest deze inzichten verhullen, en verhullend naar buiten brengen, in symbolen, die alleen begrepen konden worden door gelijk denkenden. Elk detail in Bosch’ vaak zo bizarre schilderijen blijkt te doelen op een aspect van het streven naar de geest of de verduistering van de weg naar het licht.

‘De schilderkunst van Jeroen Bosch brengt een alchemisch proces in beeld. Een alchemische bruiloft, de vereniging van de ziel met de geest. Hoe de menselijke ziel wordt tot lichtziel en kan opwieken tot nieuw geestelijk bewustzijn. En hoe de mens, in de omzetting van aardekrachten tot lichtkrachten zijn kan: Als een Johannes op Patmos; als een brug tussen hemel en aarde. Het proces van vergeestelijking geeft Bosch weer zoals hij in zijn Bijbel las: ‘De eerste mens Adam werd een levende ziel, de laatste Adam een levendmakende geest; het geestelijke komt niet eerst, maar het natuurlijke en daarna het geestelijke.’

Dat zien wij weergegeven in zijn panelen, zoals in het drieluik De tuin der lusten. De aarde is geopend, en we zien paradijselijk, ziele- en helle-leven. Tegen de gangbare gedachte van zijn tijd in schildert Bosch geen hemel en hel na de dood maar plaatst deze in het aardeleven, vóór de dood. Hier en nu, in de mens van alle tijden. Van Bosch wordt gezegd dat hij een ‘duivelskunstenaar’ is. We zouden hem beter een ‘hemelbestormer’ kunnen noemen.’ Symposionreeks 36.

7. Gods is geestig – Gilles Quispel: een eerbetoon aan de hermetische gnosis

Gilles Quispels 100-jarige geboortedag was aanleiding voor de Bibliotheca Philosophica Hermetica en Stichting Rozenkruis tot het symposium ‘God is Geestig’. De titel, een uitspraak van de emeritus hoogleraar geeft aan hoe hij was: temperamentvol, altijd een kwinkslag, scherp van geest en scherp van pen. Een geboren polemicus die graag de publiciteit zocht. En hij had de gave van het woord.

‘Als Quispel sprak, was het alsof de hemel voor je open ging’, vertelde iemand eens na een van zijn lezingen. Hij sprak vol vuur en passie over de onderwerpen die hem na aan het hart lagen – religie en Gnosis. Maar Quispel wordt vooral gewaardeerd om zijn autoriteit op het gebied van het vroege christendom en de Gnosis.

Na zijn emeritaat heeft hij enorm bijgedragen aan het bekend maken van de Gnosis bij het grote publiek. Het evangelie van Thomas met daarin de oudste woorden van Jezus is door zijn werk een van de populairste mystieke geschriften van christelijk beleven geworden, en met zijn fijne pen en feel of Gnosis wist hij het tweede eeuwse religieuze genie Valentinus levendig voor ons te plaatsen. In deze bundel brengen promovendi, familie en bewonderaars een saluut aan deze grote figuur. Symposionreeks 38.