Herdenking 500 jaar reformatie en Maarten Luther bezien vanuit esoterisch en spiritueel perspectief

In de twee boeken Mysteriën en symbolen van de ziel en Mysteriën en uitdagingen van geboorte, leven en dood wordt op bepaalde bladzijden aandacht besteed aan de reformatie, waarvan in 2017 het 500-jarig jubileum op allerlei manieren is herdacht. 

Mysteriën en symbolen van de ziel, p. 8

Het boek ‘Mysteriën en symbolen van de ziel’ verschijnt in het jaar waarin wordt herdacht dat 500 jaar geleden de reformatie is begonnen toen Maarten Luther in Duitsland een plakkaat met 95 stellingen aan de deur van de slotkerk in Wittenberg timmerde met als doel om de misstanden in de toenmalige kerk aan kaak te stellen. De reformatie heeft aanzienlijk bijgedragen aan de ontwikkeling van de mensheid, maar is wel gepaard gegaan met veel strijd en rivaliteit, en heeft geleid tot een enorme fragmentatie en kristallisatie in de christelijke wereld.

Mysteriën en symbolen van de ziel, p. 9

Zo’n honderd jaar na de start van de reformatie in 1517 werd bij velen duidelijk dat deze niet had opgeleverd wat men ervan had gehoopt. Dogmatisme en godsdiensttwisten vierden hoogtij. Vandaar de dringend noodzakelijke impuls van het Rozenkruis die aan het begin van de zeventiende eeuw tot uitdrukking kwam in met name Tobias Hess en Johann Valentin Andreae (fakkeldrager van het Rozenkruis 8) in Zuid-Duitsland, Jacob Boehme (fakkeldrager van het Rozenkruis 7) in Oost-Duitsland, John Dee (fakkeldrager van het Rozenkruis 2) in Engeland en Jan Amos Comenius (fakkeldrager van het Rozenkruis 9) in Tsjechië.

Zij en vele anderen spanden zich in om op basis van tijdloze mysteriewijsheid wetenschap, religie en kunst met elkaar te verbinden om te komen tot een algehele wereldhervorming. Zij werkten voor de toekomst door zaden te zaaien waarvan pas nu op grote schaal de vruchten kunnen worden geoogst. Als mensheid staan we nu voor een algehele wereldhervorming op basis van universele spirituele principes die door steeds meer mensen worden herkend en begrepen. Het internet speelt daarbij een cruciale rol. Al in 1641 voorzag Comenius dat er zoiets zou komen als dat wat we nu kennen als het world wide web. Hij noemde het allen-alles-alom.

Mysteriën en symbolen van de ziel, p. 267

Comenius was voorganger en later ook bisschop bij de Moravische broeder-uniteit. In deze hechte en krachtige geloofsgemeenschap werd vanuit christelijke idealen harmonieus samengewerkt volgens de traditie van de Boheemse hervormer Jan Hus (1369-1415). Hus (Tsjechisch voor gans) is in 1415 in Praag wegens ketterij verbrand en schreeuwde op de brandstapel waar hij werd terechtgesteld: ‘Jullie braden nu een gans, maar er zal een zwaan uit zijn as herrijzen’. Later herinnerde men zich deze woorden van Hus en meende dat zij betrekking hadden op Maarten Luther. En zo werd de zwaan het symbool van Luther en de Lutherse kerk.

Mysteriën en symbolen van de ziel, p. 220

De reformatie, die met name door Maarten Luther is ingezet toen hij op 31 oktober 1517 een plakkaat met 95 stellingen op de deur van de slotkerk in Wittenberg timmerde, leidde ertoe dat er binnen het protestantisme een afkeer ontstond tegen religieuze voorstellingen. Met name door toedoen van de aanhangers van Johannes Calvijn ontaardde dit in de zogeheten beeldenstorm met haar massale vernietiging van beelden en schilderijen in katholieke kerken.

Bepaalde argumenten tegen religieuze beeldende kunst van toenmalige protestanten waren zeker steekhoudend, maar door bijna alle religieuze beeldende kunst te verwerpen werd wel het kind met het badwater weggegooid. Vanuit een beeldloos en zeer abstract godsbegrip is het namelijk het moeilijk om vanuit een soort liefdesrelatie ontvankelijk te zijn voor de Heilige. Dan verstart het geloof omdat het is ontzield, en kan de mens geen levend kanaal zijn voor de instroming van goddelijke genade in deze wereld.

Omstreeks het jaar 1600 werd bij steeds meer mensen duidelijk dat de reformatie mislukt was. Wat aanvankelijk begon met het bespreekbaar maken van misstanden in de toenmalige kerk verviel tot polarisaties, godsdiensttwisten, gewelddadigheden en een geloof volgens de dode letter. Daaruit groeide het verlangen naar een werkelijke reformatie van de mens en de mensheid die onder meer tot uitdrukking kwam in de impuls van de rozenkruisers die zich in de zeventiende eeuw in meerdere landen in Europa manifesteerde, en die is te zien als een vernieuwde synthese van met name de natuurwetenschap, het oorspronkelijk christendom en de hermetisch-kabbalistische traditie.

Het denken in symbolen en beelden stond hoog in het vaandel van de rozenkruisers in de zeventiende eeuw. Hun drie manifesten zijn rijk aan symboliek, en de vele schriftelijke reacties die daarop verschenen waren voorzien van diepzinnige symbolische afbeeldingen.

Mysteriën en uitdagingen van geboorte, leven en dood, p. 148

In de tijd dat het geschrift Elckerlyc verscheen, was er onder de bevolking een grote angst voor de dood. De toenmalige kerk hield de mensen voor dat ze zich moesten richten op goede werken, boetedoening en biecht, omdat alleen dan hun zonden vergeven zouden kunnen worden en zij na hun dood de hemel konden binnengaan. Wie twijfelde aan de reinheid van zijn ziel en bang was om in de hel terecht te komen, kon tegen woekerprijzen aflaten kopen, waardoor gedane zonden werden vergeven en een mooi plaatsje in de hemel verzekerd zou zijn.

De reformator Maarten Luther stelde heel terecht de aflatenpraktijk aan de kaak in de stellingen die hij in 1517 op de deur van de slotkerk in het Duitse Wittenberg spijkerde, waarmee hij een academisch debat wilde uitlokken en geen kerkhervorming. Toch wordt Luther gezien als de geestelijke vader van de beweging van de Reformatie, die voortvloeide uit de Renaissance en een belangrijke impuls tot vooruitgang werd.

De Reformatie stimuleerde de individuele verantwoordelijkheid en leidde ertoe dat de verhouding tussen God en mens opnieuw werd doordacht en verwoord. Het gedachtegoed van de Reformatie wordt vaak samengevat in vijf Latijnse termen die vanaf de twintigste eeuw als een eenheid worden gepresenteerd:

  • Sola Scriptura – Alleen door de Schrift
  • Sola Gratia – Alleen door genade
  • Sola Fide – Alleen door geloof
  • Solus Christus – Alleen Christus
  • Soli Deo Gloria – Alleen aan God de eer

In deze sola’s kunnen geweldige waarheden worden herkend. Zij hebben eraan bijgedragen dat mensen zich niet meer lieten leiden door angst voor de dood, maar vanuit een besef van genade in hun kracht gingen staan. Helaas zijn de sola’s ook vaak verabsoluteerd, waardoor fundamentalisme, fanatisme, kortzichtigheid, verdeeldheid en de daarmee samenhangende nare gevolgen de kop opstaken.

De vijf sola’s zijn vooral geformuleerd vanuit de destijds zeer actuele vraag wanneer de mens behouden blijft en wanneer niet. Vanuit een universeel perspectief is die vraag niet relevant, want het gaat er primair om dat we als mens zo gaan leven dat de onvergankelijke glorie van God – de Dei gloria intacta – zich in de ziel gaat manifesteren. Als dat niet lukt in één leven, krijgt de microkosmos net zoveel herkansingen en hulp tot het wel lukt. Dat is een troostrijke gedachte, waarbij het echter niet de bedoeling is dat we die aangrijpen om het gaan van de smalle weg uit te stellen. Uitstelgedrag hoeft overigens niet altijd negatief te zijn, want het kan ook betekenen dat er eerst een rijpwordingsproces dient te worden doorlopen.

Mysteriën en uitdagingen van geboorte, leven en dood  p. 168

Het zegel van Luther weerspiegelt het vreugdevolle en hoopvolle begin van de mens die zijn paden recht gaat maken voor zijn Heer. Het verwijst naar het eerste mysterie van het ontwaken
van de slapende geestvonk, dat de rozenkruisers aanduiden met ‘Uit God worden wij geboren’ en dat culmineert in het openbloeien van de witte roos: het tot stand komen van de verbinding tussen de persoonlijkheid en de ziel op basis van de geestvonk in het hart.

Dit is symbolisch het feest van Sint Jan, de herdenking van de geboorte van Johannes de Doper die van oudsher wordt gevierd tijdens midzomer op 24 juni. In het Lutherzegel is de roos nog
niet aan het kruis gehecht. Dat kan nog niet verwacht worden van een leerling die zich op weg begeeft naar het eerste mysterie.

De leerling van de ziel in het tweede mysterie dient te gaan leven vanuit de bede ‘Uw wil geschiede’ en zijn kruis op zich te nemen door de verticale dimensie centraal te stellen in zijn leven. De rozenkruisers formuleren dit als ‘In Christus sterven wij.’

De horizontale balk van de persoonlijkheid wordt in het tweede mysterie verbonden met de verticale balk van de geestziel en op het snijpunt van het kruis bloeit open: de rode roos. Dit wordt gesymboliseerd door de geboorte van Jezus in de grot, die wordt herdacht met Kerst. De ego-gerichte bezieling in de open ruimte achter het voorhoofdsbeen verdwijnt en de leerling stort vrijwillig zijn etherische bloed om de hunkerenden naar de Geest voort te stuwen op het bevrijdende pad, zoals de mythische pelikaan haar jongen voedt met haar eigen hartenbloed.

Luther was één van vele pioniers op het gebied van religie, die voorbereidingen hebben getroffen voor het zichtbaar worden van de impuls van het Rozenkruis in de samenleving. De arts en filosoof Paracelsus (fakkeldrager van het Rozenkruis 1) vervulde een soortgelijke taak, maar dan vooral in het domein van de wetenschap. Op het terrein van de kunst kunnen we de Vlaamse kunstschilder Jan van Eyck (1390-1441) zien als een pionier die de rozenkruisers-impuls voorbereidde. Historisch is daar weinig over bekend maar voor de kenner spreken zijn schilderijen boekdelen.