Wat is het Licht van de mensen? Gesprek tussen Yadsjnawalkya en koning Dsjanaka in Brihadaranyaka Oepanisjad

 

LEES MEER OVER DE UPANISHADS

BESTEL DE UPANISHADS

Wat is het Licht van de mensen? Gesprek tussen Yadsjnawalkya en koning Dsjanaka in Brihadaranyaka Oepanisjad.

Yâdsjnawalkya kwam tot Dsjanaka, koning van Wideha, en hij had zich voorgenomen niet te spreken. Maar eens, toen Dsjanaka, koning van Wideha, en Yâdsjnawalkya samen spraken bij het vuuroffer, had Yâdsjnawalkya de koning een gift toegezegd. Deze koos een willekeurige vraag te mogen stellen. Dat stond de ander toe en zo begon de koning dan te vragen:

“Yâdsjnawalkya, wat is hier het licht van de mensen?”

“Hij heeft het licht van de zon, o koning,” zei hij, “want bij het licht van de zon zit hij en gaat hij rond en doet zijn werk en keert terug.”

“Zo is het, Yâdsjnawalkya. Maar wanneer de zon onder is, Yâdsjnawalkya, wat is hier dan het licht van de mensen?”

“De maan is zijn licht,” zei hij, “want bij het licht van de maan zit hij en gaat hij rond en doet zijn werk en keert terug.”
“Zo is het, Yâdsjnawalkya. Maar wanneer de zon onder is, Yâdsjnawalkya, en de maan is onder, wat is hier dan het licht van de mensen?”

Vuur is zijn licht,” zei hij, “want bij het licht van het vuur zit hij en gaat hij rond en doet zijn werk en keert terug.”

“Zo is het Yâdsjnawalkya. Maar wanneer de zon onder is, Yâdsjnawalkya, en de maan is onder en het vuur is gedoofd, wat is hier dan het licht van de mensen?”

“Spraak is zijn licht,” zei hij, “want bij het licht van de spraak zit hij en gaat hij rond en doet zijn werk en keert terug. Daarom, o koning, wanneer iemand zelfs zijn eigen hand niet meer onderscheiden kan en er klinkt een stem, dan gaat hij recht daarop af.”

De Atman is het Licht van de mensen citaat spirituele teksten 570“Zo is het Yâdsjnawalkya. Maar wanneer de zon onder is, Yâdsjnawalkya, en de maan is onder en het vuur is gedoofd en de spraak verstomd, wat is hier dan het licht van de mensen?”

“De Âtman is zijn licht,” zei hij, “want bij het licht van de Âtman zit hij en gaat hij rond en doet zijn werk en keert terug.”

“Wat is de Âtman?”

“De geest hier te midden van de levenskrachten, die bestaat uit kennis, die het licht is binnen het hart. Die schrijdt, gelijk blijvende, langs beide werelden. Die schijnt te denken, schijnt zich te bewegen, want in de slaap overschrijdt hij deze wereld en de vormen van de dood. Wanneer die geest geboren wordt en een lichaam ontvangt, wordt hij gekoppeld aan ellende. Wanneer hij stervende vertrekt, laat hij de ellende achter.

Er is tweeërlei staat voor die geest, de toestand in deze wereld en in de andere. Daar is een derde, tussenstaat, die van de slaap. In die tussenstaat aanschouwt hij beide toestanden, namelijk in deze wereld en in de andere. Voor  zover hij nu aanraking heeft met de toestand van de andere wereld aanschouwt hij, die aanraking zoekende, de ellende en het geluk.

Als hij in slaap valt, neemt hij uit deze alles bevattende wereld zijn materiaal mee, ontleedt het en bouwt het weer op en droomt bij zijn eigen glans, bij zijn eigen licht. Dan wordt deze geest zelf verlicht.

Daar zijn geen wagens, noch paarden, noch wegen. Maar hij werpt uit zichzelf wagens, paarden en wegen uit. Daar zijn geen zaligheden, noch vreugden, noch genietingen. Maar hij werpt uit zichzelf zaligheden, vreugden en genietingen uit. Daar zijn geen vijvers, noch lotusmeren, noch rivieren. Maar hij werpt uit zichzelf vijvers, lotusmeren en rivieren uit. Want hij is de schepper.”

Bron: Brihadaranyaka Oepanisjad (4 , 3 : 1 – 10)

LEES MEER OVER DE UPANISHADS

BESTEL DE UPANISHADS

LEES MEER OVER DE BOVENSTAANDE BOEKEN OVER WIJSHEID UIT HET OUDE INDIA