Bezwaren tegen orgaandonatie – spiritualiteit en de integriteit van het menselijk lichaam

BESTEL MYSTERIËN EN UITDAGINGEN VAN GEBOORTE, LEVEN EN DOOD

Waarom leef ik op aarde? Heb ik hier een opdracht? En welke rol speelt mijn lichaam hierin? Na mijn dood vergaat mijn lichaam, maar wat gebeurt er met mijn bewustzijn? Als geboorte, leven en dood betekenisvol zijn, hoe ga ik dan om met praktische en ethische dilemma’s over mijn leven en levenseinde, zoals bijvoorbeeld orgaandonatie?

De vraag naar gezonde, levende menselijke organen is groter dan het aanbod. Daarom wordt er in Nederland jaarlijks een campagne gevoerd om mensen aan te sporen zich te laten registreren als orgaandonor: de donorweek. Je zou je bijna liefdeloos en asociaal gaan voelen als je je organen niet beschikbaar wilt stellen aan anderen. Je hoeft jezelf beslist niet schuldig te voelen als je niet wilt dat jouw organen tegen het einde je van je leven uit je lichaam verwijderd om die te hergebruiken in zieke medemensen die graag een gezond orgaan willen ontvangen.

Bezwaren tegen orgaantransplantatie worden door belanghebbenden nogal eens toegeschreven aan niet goed geïnformeerd zijn en aan irrationeel denken. Is dat terecht? Kunnen we gevoelsmatige, intuïtieve en spirituele argumenten zomaar negeren? Wat is de visie van het Gouden Rozenkruis ten aanzien van het stervensproces en de integriteit van het menselijk lichaam?

Hieronder volgt een gedeelte uit hoofdstuk 17 van het boek Mysteriën en uitdagingen van geboorte, leven en dood met de titel Het stervensproces begrijpen. Daarin worden argumenten tegen orgaantransplantatie ontvouwd die gebaseerd zijn op een esoterisch weten. De tekst is ontleend aan een lezing die gehouden is door Ruud Maatman (arts).  

… Op basis van de hiervoor genoemde informatie is gemakkelijk in te zien dat het doneren en ontvangen van organen via orgaantransplantatie een flinke chaos en disharmonie kan veroorzaken in de onstoffelijke gebieden. De stervensprocessen van een persoon die een orgaan of meerdere organen afstaat om anderen van dienst te zijn worden ernstig verstoord. Zodanig zelfs dat het resultaat van het voorbije leven van een orgaandonor niet voledig wordt geoogst. Orgaanontvangers profiteren van de schade die de orgaandonor vanuit onwetendheid aan zijn sterfproces heeft laten aanrichten door zich aan te melden als leverancier van ‘reserveonderdelen’.

Het doneren van een orgaan door een stervende is een menslievende daad. Het is zeer zeker ook een offer. Voor het respect voor ieders beslissing in deze is het belangrijk dat alle betrokkenen dat ook zo beleven. Het offer dat de donor brengt is veelal veel groter dan hij of zij besefte op het moment van het aanmelden omdat de reclame voor werving van orgaandonoren zeer eenzijdig is. Er wordt uitgedragen dat je na je overlijden niets meer aan je lichaam hebt en dat je je organen daarom best kunt afstaan om zieken een beter leven te geven. Er wordt niet verteld dat je als ‘hersendode’ orgaandonor:

  • sterft op de operatietafel als gevolg van het uitnemen van organen omdat je daar zelf toestemming voor hebt gegeven;
  • beperkt wordt in het binnenhalen van de oogst van je leven omdat je terugblik door de operatie wordt verstoord;
  • een karmische binding aangaat met de ontvangers van je organen en de betreffende operateurs die belemmerend kan zijn voor de ontwikkeling van de microkosmos die je bewoont;
  • te maken krijgt met verstoringen in de stervensprocessen van je persoonlijkheid omdat delen van je lichaam voortleven in anderen.

Lijden en sterven aan een onbehandelbare ziekte hoort bij het leven. Natuurlijk komt het vaak ongewenst en ongelegen, maar in feite is het doodgewoon. In reclamecampagnes wordt het vaak voorgesteld alsof mensen sterven als gevolg van een tekort aan orgaandonoren. De techniek van orgaantransplantatie is een ernstige inbreuk op het menselijke lichaam want er moeten langdurig allerlei medicamenten worden ingezet om afstoting van het lichaamsvreemde orgaan door de orgaanontvanger te voorkomen.

Het immuunsysteem van de ontvanger wordt daardoor aangetast, waardoor hij of zij ontvankelijker wordt voor bijvoorbeeld infectieziekten. Ook kunnen er psychische problemen ontstaan omdat wordt ervaren dat er iets in het stelsel leeft dat niet past bij de eigen persoon. We kunnen ons afvragen of gezien vanuit de ontwikkeling van het grote geheel het middel van orgaantransplantatie niet erger is dan de kwaal.

Gedreven door medemenselijkheid, aanhoudend gevoed door de harde werkelijkheid van zieken met falende organen én het afnemende aanbod van organen, komt de donorwerving steeds opnieuw met acties bij ons langs. Wij worden aangesproken op medeleven, naastenliefde, sociale plicht en morele plicht. Elk jaar  is er een landelijke actieweek waarin wordt gevraagd om aan iedereen in je omgeving te vragen of hij al als donor staat geregistreerd.  Je kunt er zomaar indringend op worden aangesproken. Jongeren krijgen op hun achttiende verjaardag een donorregistratieformulier toegestuurd. Zij worden door middel van op jongeren gerichte projecten uitgenodigd over dit onderwerp te praten en na te denken.

De transplantatiegeneeskunde zegt zorgvuldig om te gaan met het lichaam van een stervende en met zijn familie. Niettemin zijn betrokkenen bij transplantatie op grond van de wereld waarin
zij leven en werken transplantatiegericht en zullen hun ethische bezwaren gering zijn. Emoties beschouwen zij als menselijk, onvermijdelijk en begrijpelijk, maar die zijn op te lossen door een
adequate benadering door het transplantatieteam. Ook vinden zij dat er betere voorlichting moet komen om mensen te laten weten hoe zorgvuldig artsen te werk gaan bij het vaststellen van de dood…en de bevolking ervan te doordringen dat hersendood ook werkelijk dood is.

Na de eerste succesvolle orgaantransplantaties in de jaren zestig van de vorige eeuw werd al snel duidelijk dat er moest worden voldaan aan twee voorwaarden: er moet sprake zijn van levende organen en overleden donoren. Om die onmogelijke tegenstelling op te lossen is het begrip hersendood geïntroduceerd. Onder hersendood wordt verstaan het volledig en onherstelbaar verlies van de functies van de hersenen, inclusief de hersenstam en het verlengde merg door een dodelijk hersenletsel waarvan de oorzaak bekend is en dat niet behandelbaar is. De criteria verschillen per land. De wijze van vaststellen verschilt per land. Over de wijze van vaststellen is geregeld discussie.

Een hersendode zou geen bewustzijn meer hebben, maar het hele biologische systeem functioneert volledig normaal. Er zijn hersendode vrouwen die na vele maanden kinderen hebben gebaard, er zijn tientallen hersendood verklaarden weer tot een honderd procent normaal leven gekomen. Het bekendste voorbeeld is de Amerikaanse neurochirurg Eben Alexander die in 2008 hersendood raakte door een hersenontsteking. Nadat hij uit zijn hersendood was ontwaakt en uiteindelijk volledig was hersteld heeft hij de klinische diagnose hersendood zelf bevestigd, na onderzoek van zijn medisch dossier. Hij schreef het boek ‘Na dit leven – een neurochirurg over zijn reis naar het hiernamaals’ en geeft wereldwijd interviews over zijn reis tijdens zijn hersendoodperiode van zeven dagen, waar hij het overleden zusje ontmoette dat hij nooit eerder had gezien.

BESTEL NA DIT LEVEN

Er is een lange lijst van andere personen die hersendood verklaard waren en weer tot leven zijn gekomen. Velen van hen beschrijven hoe zij helder meemaakten wat er rondom hen en met
hen gebeurde en gezegd werd, maar hoe zij letterlijk verlamd waren en niet in staat enig teken van leven te geven. Van sommigen van hen strekken deze ervaringen zich uit tot vlak voor het moment van de voorgenomen orgaanuitname. Van hen bij wie orgaanuitname daadwerkelijk heeft plaats gehad zijn geen verslagen.

Een hersendode mens die zich heeft opgegeven als orgaandonor wordt dus juridisch dood verklaard, maar in werkelijkheid overlijdt hij later, op de operatietafel, aan de gevolgen van het uitnemen van zijn organen. Hij wordt dood aan de familie teruggegeven.

De Braziliaanse neurochirurg Cicero Coimbra (publicaties 2009-2013) heeft vastgesteld dat bij een hersendode de hersenstam niet meer aantoonbaar functioneert maar nog wel leeft. Door uitval van de hypothalamus wordt een aantal klieren met interne secretie niet meer aangestuurd. In dit stadium kan de patiënt met substitutie van de tekort schietende hormonen van de dood worden gered. Coimbra is dat ook meermalen gelukt.

Hersendood is geen diagnose maar een prognose. Na de vaststelling van hersendood wordt de patiënt niet meer behandeld. Hij is dan orgaandonor geworden. Bij de start van de orgaanuitname stijgen hart en bloeddruk, net als bij een gewone patiënt die onvoldoende onder narcose is. Bij het begin van de orgaanuitname kan het voorkomen dat de hersendode overeind komt en afwerende gebaren maakt: de zogeheten lazarusreflex. Om dit te voorkomen wordt voorafgaand aan de orgaanuitname een narcose toegediend.

De materiële geneeskunde is gericht op instandhouding van leven; zij heeft weinig begrip van wat ‘dood’ inhoudt. Leven en bewustzijn wordt gekoppeld aan de hersenen, zonder begrip en zonder bewijs, alles voor het mogelijk maken van orgaandonatie. Beslissingen om al of niet organen te ontvangen of te doneren mogen niet worden opgelegd. Ieder mens zou vrij moeten zijn om naar eigen geweten daarover keuzes te maken.

BESTEL MYSTERIËN EN UITDAGINGEN VAN GEBOORTE, LEVEN EN DOOD