Citaten uit de syllabus van de verdiepingskring ‘Ontvouwen van het leven’

    

Als je enkele beschouwingen van het online-programma ‘Mysteriën van geboorte, leven en dood’ hebt gevolgd of al wat in het boek ‘Mysteriën en uitdagingen van geboorte, leven en dood’ hebt gelezen, heeft dat wellicht de behoefte in je gewekt om daar meer over te horen en er met anderen over te spreken. Teneinde in die behoefte voorzien organiseert de School van het rozenkruis  op veertien plaatsen in Nederland dusgenaamde ‘verdiepingskringen’ met de titel ‘ONTVOUWEN VAN HET LEVEN – VAN NATUURMENS NAAR GEESTMENS’

DOWNLOAD DOCUMENT OVER DE VERDIEPINGSKRINGEN (PDF)

Als basis voor deze verdiepingskringen zijn er op het onderwerp toegesneden teksten geschreven. Die worden gebruikt voor de inleiding op de gesprekken en worden na elke kringbijeenkomst uitgereikt. Tezamen vormen ze een syllabus van 26 A4. Hieronder volgen tien citaten uit de syllabus van verdiepingskring 35 – wijsheid met een universeel karakter.

1. DE LEVENSBRON, citaat van p.3 van de syllabus van verdiepingskring 35: Ontvouwen van het leven – van natuurmens naar geestmens

Het is iets wonderlijks.  ‘Leven’, als de bezieling achter al wat leeft, is het in feite ondoorgrondelijk.  Wat kan de levensbron anders zijn dan de schepper van het al, of God. Het verlangen om het leven te doorgronden kunnen we herleiden tot het verlangen op te stijgen tot de schepper, oftewel terug te keren tot de bron waaruit we eens ontstaan zijn. Hoe vermetel dit moge lijken, het is wel precies wat de heilige taal van ons vraagt, namelijk om ‘terug te keren naar het vaderhuis’.

2. HERMES TRISMEGISTOS EN DE WETENSCHAP, citaat van p.5 van de syllabus van verdiepingskring 35: Ontvouwen van het leven – van natuurmens naar geestmens

Hermes Trismegistos en de hedendaagse empirische wetenschap benaderen het fenomeen leven heel verschillend.  Hermes kent of doorschouwt de schepping als van boven af. De schepper is voor hem geen veronderstelling maar een vanzelf-sprekendheid. De empirische wetenschap kijkt als het ware van beneden af!
Een schepper, zoals Hermes Trismegistos deze als oorzaak en bezieler van het leven ziet, komt in het wetenschappelijke wereldbeeld niet voor.

3. EENHEID, VRIJHEID EN LIEFDE, citaat van p.7 van de syllabus van verdiepingskring 35: Ontvouwen van het leven – van natuurmens naar geestmens

De schepper, de eenheid, openbaart zich middels de vrijheid die aan zijn schepping ten grondslag ligt, in oneindige verscheidenheid. Het spreekt vanzelf dat er slechts van een harmonisch geordend eindresultaat, een kosmos – welk woord sieraad betekent – sprake kan zijn, als bij de differentiatie de onderlinge, zinvolle samenhang tenminste behouden blijft.  Anders zou de geboden vrijheid tot chaos leiden. In die samenhang nu voorziet de liefde.  De liefde is de kracht die één wil maken.

4. DOORNROOSJE, citaat van p.8 van de syllabus van verdiepingskring 35: Ontvouwen van het leven – van natuurmens naar geestmens

De doornenhaag waarbinnen Doornroosje  gevangen ligt, wordt gevormd door onze geneigdheid om ons alleen met dagelijkse dingen bezig te houden, met materiële zaken.  Tot we ons op een gegeven moment bewust worden van het latente geestelijke beginsel in ons, van de slapende prinses. Dan zal de prins naar haar op zoek gaan, de doornenhaag zal zich openen en de prins, het licht van de geest, kan de prinses, de lichtvonk, wekken.

5. SNARENINSTRUMENT, citaat van p.12 van de syllabus van verdiepingskring 35: Ontvouwen van het leven – van natuurmens naar geestmens

Je kunt jezelf zien als een snareninstrument. Je persoonlijkheid vormt de klankkast, de  lege ruimte waarin de melodie klinken kan. De snaren zijn de ziel of de bezieling en het is de geest of God, die het instrument bespeelt. Het  onbestemde heimwee, de zachte melodie, wordt opgewekt door goddelijke handen. Zij zijn het die het instrument stemmen en bespelen.  Wij kunnen ervoor zorgen dat de melodie hoorbaar is door een stille en lege ruimte in ons vrij te maken.

6. OEFENSCHOOL VOOR DE EEUWIGHEID, citaat van p.13 van de syllabus van verdiepingskring 35: Ontvouwen van het leven – van natuurmens naar geestmens

We zijn allemaal, zonder uitzondering, leerlingen die in de leer zijn bij het leven zelf.  Zo gezien is het leven een oefenschool voor de eeuwigheid. Van deze eeuwigheid hebben we nog maar weinig bewustzijn.  We horen haar alleen als een echo, als een stem van verre. Een stem die via onze ziel in ons hoorbaar wordt. Zintuiglijk zijn we er niet op ingesteld. Maar als de roep ons bereikt en we bereid zijn daarnaar te luisteren, wordt zij steeds duidelijker waarneembaar.

7. DE GEESTELIJKE EEUWIGE MENS, citaat van p.14 van de syllabus van verdiepingskring 35: Ontvouwen van het leven – van natuurmens naar geestmens

Er is een plan om de microkosmos weer heel te maken, om de oorspronkelijke mens weer tot leven te brengen. Wij kunnen daaraan meewerken door ons in zelfovergave te schenken aan de geestvonk. Dan kan de roos in het hart openbloeien en wordt de microkosmos in haar oorspronkelijke luister worden hersteld.  Deze innerlijke weg leidt ons van de natuurlijke, sterfelijke mens die we nu zijn, naar een geestelijke eeuwige mens.

8. TOT EEN GRENS VOEREN, citaat van p.20 van de syllabus van verdiepingskring 35: Ontvouwen van het leven – van natuurmens naar geestmens

Vele levens zijn in onze microkosmos voorbijgegaan, in liefde en strijd, in ziekte en gezondheid, in actie en inactiviteit.  Alles was noodzakelijk en was tot ons behoud, om ons dan eindelijk in dit leven, in het hier en nu, wakker te schudden en bewust te maken.  Alle ervaringen hadden tot doel ons tot een grens te voeren en ons tot zoekers te maken, vroeg of laat: in een vorig leven, in het huidige leven of in een volgend leven. Ook voor ons geldt de klassieke vermaning:  ‘Stel niet uit tot morgen wat u vandaag nog doen kunt’.

9. GEEST, ZIEL EN LICHAAM, citaat van p.24 van de syllabus van verdiepingskring 35: Ontvouwen van het leven – van natuurmens naar geestmens

Het is verleidelijk om de oorspronkelijke mens antropomorf voor te stellen, dus naar de gelijkenis van de mens die wij zelf zijn. Maar in feite kunnen wij ons van die oorspronkelijke mens totaal geen voorstelling maken. De oorspronkelijke mens is een drievoudige openbaring van geest, ziel en lichaam die gesymboliseerd kunnen worden door respectievelijk cirkel, driehoek en vierkant.  Deze drie zijn innig verbonden met God: de punt. Naar het beeld van God, kosmos en mens noemen wij de mens ook wel microkosmos.

10. GEESTESSCHOOL, citaat van p.26 van de syllabus van verdiepingskring 35: Ontvouwen van het leven – van natuurmens naar geestmens

Het spreekt vanzelf dat indien één zoeker enige lichtkracht weet aan te trekken, een groep van zoekers met dezelfde gerichtheid niet slechts enige, maar véél lichtkracht kan oproepen. Om die reden komen leerlingen van een geestesschool zeer geregeld bijeen in hun tempels, die daardoor brandpunten van de geest worden, waar elk van de aanwezigen de voeding ontvangt die zij nodig heeft voor herstel. Zo’n geestesschool mag ook een inwijdingsschool genoemd worden.