Johannes en Jezus in de microkosmos, hoofdstuk 26 van het Levende Woord

 

Johannes is de natuurgeboren mens die het pad van bevrijding bewandelt citaten spirituele teksten

BESTEL HET LEVENDE WOORD

Het verheerlijkte lichaam van de oorspronkelijke mens kan zich niet meer openbaren. Het is  verdwenen, want een etherisch stoffelijk lichaam heeft de eigenschap dat, wanneer het niet gevoed wordt uit een astraal moederveld, het vervliet tot een niets. De oorspronkelijke bezielende factor, de microkosmos, de ziel, zij is werkeloos geworden, ontledigd, niet meer in staat zich te openbaren. En de Geest, die het wonder deed geschieden, heeft zich teruggetrokken.

Door een aards geboorteproces wordt nu een persoonlijkheid geboren en verbonden met een ziel. Die persoonlijkheid is, op zichzelf beschouwd, een ander wonder van de liefde van God. Want zij moet gezien worden in samenhang met een noodorde-plan, om de gevallen oorspronkelijke mens weer tot leven te voeren.

Immers, de aardse persoonlijkheid heeft als tijdelijke verschijning de roeping, haar ziel, haar microkosmos, te redden uit haar gevangenschap, en door zelfovergave, door endurerend streven, op te gaan in de Andere, die weer tot leven moet worden gevoerd.  Tot allen klinkt daarom de roep, dit grote heilsfeit te volbrengen, in en door de grote kracht van de oorspronkelijke natuur.

Bij de aanvang van de evangeliën treden twee figuren tevoorschijn om de mens het pad en het grote, heerlijke doel van de zelfovergave duidelijk te maken en voor te leven, namelijk Johannes en Jezus, Johannes de Doper en Jezus de Christus. Twee mannen, twee profeten en heilbrengers, die ons de christelijke heilsleer daadwerkelijk openbaren, in haar aanvang, haar voortzetting en in haar volschone overwinning.

Johannes is de natuurgeboren mens die geheel en al besloten is het pad van de grote bevrijding te bewandelen, en alle consequenties daarvan van harte te aanvaarden. Deze mens brengt het grootste offer dat een mens maar brengen kan, namelijk het offer van zichzelf. Nochtans wordt hij een profeet en een doper genoemd. Hij verkondigt het ene pad van bevrijding dat voor een noodordeschepsel mogelijk is.

Aangezien hij dat pad zelf voorleeft, gaat er grote kracht van hem uit. Immers, hij verbindt zich weer door reinmaking, met de oorspronkelijke fundamentele natuur. Aldus is hij in staat anderen van die heerlijke kracht mee te delen. En zo is hij tegelijkertijd een doper, een krachtoverbrenger. Want niets is zo aanstekelijk en tot dadenrijkdom inspirerend, als het schouwen van een mens die doet wat hij zegt, die beleeft wat hij leert. Zo treedt Johannes voor ons als het prototype van de ware leerling van een geestesschool.

Alle gnostieke broederschappen, die na het begin van onze jaartelling hun arbeid hebben volbracht, verklaren met nadruk dat de verschijning van Jezus de Christus slechts ‘schijn’ was, en zijn kruisdood derhalve een onmogelijkheid.

Zij bedoelen te zeggen dat Jezus de Christus geen natuurgeboren wezen was, en dus evenmin een gekristalliseerde persoonlijkheid van vlees en bloed kon bezitten, zoals dat van de gewone mens. Wij weten dat de Johannes-mens, wanneer hij zijn werk principieel voleindigd heeft, vanzelfsprekend, ja natuurnoodzakelijk verglijden zal in en worden zal de Jezus-mens.

Wie is dan toch Jezus de Heer? In zekere zin in Hij geheel en al dezelfde entiteit die Johannes de Doper wordt genoemd. Want wanneer Johannes zijn weg door de woestijn volbrengt, dan kan het niet anders of hij ontmoet op een gegeven moment – tot aan het dieptepunt, tot het criterium gekomen – Jezus aan de Jordaan.

Dat wil zeggen dat in de microkosmos van de Johanneïsche mens zich de Ander, de oorspronkelijke etherisch-stoffelijke gedaante weer gaat manifesteren. Zo zijn er vanaf dat moment twee gestalten in de microkosmos: Jezus en Johannes, de oorspronkelijke en de natuurgeborene.

Hoe is dat mogelijk? Johannes zal, als dienaar van de Heilige Graal, zijn verstandelijke hersenbewustzijn, zijn astrale lichaam, volkomen reinigen en in overeenstemming brengen met de goddelijke natuur. Terstond openbaart zich dan de Geest, de roep van de Vader, in de betrokken microkosmos. In het hart, als in een spiegel, ziet Johannes het gelaat van de Oorspronkelijke.

In de verbijstering van deze ontmoeting ontwikkelt zich in de aanvang enige verwarring: Jezus vraagt, door Johannes te worden gedoopt, terwijl toch eerder het omgekeerde het geval zou moeten zijn. Ook zou u kunnen vragen: ‘Waarom moest Jezus door Johannes gedoopt worden?’

Het antwoord moet luiden dat hieraan een wonderheerlijk mysterie ten grondslag ligt. De Andere, de Oorspronkelijke, openbaart zich in de endurerende natuurgestalte van Johannes, die zich volledig aan Hem overgegeven heeft, met de woorden: ‘Hij, de Andere, moet wassen en ik moet ondergaan.’

Het ligt nu voor de hand dat de wedergeboren ziel van Johannes, die een goddelijke ziel werd, en die aldus Jezus in zich openbaarde, zijn Johanneïsche kracht, uit de natuur geboren, in dienst stelde van de Jezus de Christus in hem, om deze in staat te stellen zich aan de mensheid te openbaren, in volstrekte offerande.

Zo aanvaardt Jezus de Heer dan zijn kruisgang in de Johanneische mens, om daarin alles wat de eeuwen in de microkosmos versteend hebben, weer tot leven te wekken en aldus de gehele microkosmos te reinigen. Voorwaar een historisch gebeuren. Doch niet bij een mens, maar, Gode zij dank, bij vele miljoenen die ons reeds voorgingen.

Zo wordt de kruisdood van Jezus in Johannes, de laatste, de allerlaatste offering aan Johannes, die reeds lang tevoren in zelfovergave onthoofd werd. Zo volgt daaruit de opstanding in het eeuwige leven. Moge ook u zo Jezus de Christus ontmoeten, en Hem navolgen, tot het glorievolle einde.

Bron: Het Levende Woord van Catharose de Petri

BESTEL HET LEVENDE WOORD