Esoterische betekenis van Pinksteren: uitstorting van de Heilige Geest in de mens door zelf-vrijmetslarij

 

De jaarlijkse Pinksterviering in de loop van het kerkelijke jaar is geheel iets anders dan het  Pinksterfeest dat de leerling op het gnostieke pad van vernieuwing eventueel zou kunnen vieren. Wanneer in de Bijbel wordt gezegd: ‘En toen de Pinksterdag aanbrak …’, dan verwijst dit naar het moment waarop de ontwikkeling van de leerling een punt heeft bereikt waarop de Heilige Geest – dat is de universele, oorspronkelijke, geestelijke substantie – in lijfelijke gemeenschap kan treden met de leerling.

Bij de beschouwing van Pinksteren is het zinvol om afscheid te nemen van historische benaderingen. Om als mens de Heilige Geest te kunnen ontvangen, moet er een innerlijke tempel zijn. Waar nu de leerling die persoonlijke tempel zal dienen te bouwen, is het logisch, dat als eerste voorwaarde wordt gesteld, dat de leerling een tempelbouwer wordt. Het begrip tempelbouw verbindt ons ogenblikkelijk met het begrip vrijmetselarij, met de hoeksteenvrijmetselarij van het Rozenkruis.

Innerlijke tempel bouwen om de Heilige Geest te kunnen ontvangen citaten spirituele teksten Jan van Rijckenborgh

De hoeksteenvrijmetselarij is een vrijmetselarij die bouwen wil op een universele hoeksteen, namelijk de hoeksteen Jezus Christus. Voor de mens van de aarde-aards is het niet zo eenvoudig tot het juiste begrip hiervan door te dringen, doch voor een leerling die het pad wil gaan, is dat woord meer dan alleen maar een tekst of een stichtelijk, een mystiek, een geijkt vroom woord.

Laat uw gedachten nu niet gaan naar een in priestergewaad gehulde vorm, want Christus is een vervaarlijke geestkracht die altijd om ons heen is. Het is een heilige kracht in de bedorven substantie van onze planeet die niet uit de natuur te verklaren is. Het is een kracht die met vele benamingen wordt aangeduid.

De geestesschool van het Rozenkruis duidt haar ten eerste aan als de Christuskracht, dat wil zeggen, dat het een kracht is, die direct uit het universele Leven in deze natuur wordt ingestraald. Doch de geestesschool noemt die kracht ook Jezus, dat wil zeggen dat die universele Christusstraal getransmuteerd is in spanning en vibratie, tot een kracht, die door de dialectische mens kan worden opgevangen en verdragen. Een kracht dus, waar de verzonken mens mee kan werken tot heiligmaking.

De goddelijke kracht is dus zo’n groot geheimenis omdat wij haar slechts in de Christus kunnen doorgronden. Levende nu in hem, wordt deze vibrerende goddelijke oerkracht omgevormd tot een voor de leerling assimileerbaar vermogen, waardoor hij in staat wordt gesteld te handelen in en uit die kracht. Als de Christuskracht geen Jezuskracht wordt, heeft de mens er niets aan. Vandaar dat de oude rozenkruisers spreken: Jesus mihi omnia, Jezus is mij alles.

De dialectische mens die het bevrijdende pad wil gaan moet eerst die basiskracht grijpen en bezitten. Die kracht kan niemand u schenken; terzake bestaat geen bemiddelaar, in welke vorm dan ook, doch die kracht moet u zelf veroveren. Die kracht moet door u zelf worden “afgevochten”, door een vervaarlijke strijd tegen het dialectische bloed en zijn duister drijven.

Wij weten, dat velen van u strijden, en dat velen van u een meer dan bar leven hebben en doodop zijn van al dat geworstel, want wie zou in deze aardse dreven op effen paden kunnen gaan? Maar die strijd bedoelen wij toch niet, omdat die strijd is, de strijd om het zelf, en voor het zelf, het zelfbehoud dus. Het gaat hier om een strijd die tot ontwikkeling komt, wanneer u een hogere binding wilt bewerkstelligen, de strijd om de handreiking van God die naar het leven leidt!

Het gaat hier om de grote transmutatie: de herschepping van de microkosmos, waarin sprake is van twee processen: een proces van ondergang en een proces van opgang. Dat is de mystieke tempelbouw van alle tijden. Het is een wonderheerlijke genade, om vrij metselaar te kunnen en te mogen zijn van zo’n majestueus bouwwerk.

De oude legenden en mythen spreken over dit hoge en ridderlijke bouwersambt en van het feit, dat de tempelridders en -broeders moeten arbeiden met het zwaard aan de zijde. Zij moeten zich steeds gereed weten, om ieder ogenblik een intense aanval te kunnen afweren om de vijand van den beginne te verslaan. Daarom is de vrije metselaar een held, tevens een wijsgeer, doch tegelijkertijd ook arbeider. Hij of zij vertegenwoordigt alle beroepen in zich omdat deze bij de grootse arbeid nodig zijn.

De nieuwe mens staat op! Graf en dood kunnen deze nieuw opgestane niet meer vasthouden. Hij heeft zichzelf van zijn oude bestaanscirkel verlost, hij is los van het wiel van geboorte en dood, hij is vrij van de dialectiek. Dit gehele proces van veelvormige geaardheid kwam tot stand in Jezus de Heer, namelijk in de getransmuteerde, nagenoeg menselijk gemaakte Christusradiatie.

Wanneer deze aanraking haar arbeid ten volle heeft volbracht, wijkt zij terug tot haar bron van oorsprong, als een hemelvaart, en de aldus verlatenleerling keert zich naar Jeruzalem, de tempelstad! De stad, de woonplaats van het Universele Leven, het onbeweeglijk koninkrijk, de stad van God. En daar nu vindt plaats: de uitstorting van de Heilige Geest.

Was tot nu toe slechts één straal van het Universele Leven met de leerling bezig geweest, nu heeft de leerling zich opgeheven tot de volheid van die universele substantie. Hij wordt er één mee, en de pelgrim is werkelijk en volkomen thuis gekomen.

En dan getuigt hij dat het vernieuwde leven-in-hem tot bewustzijn is gewekt. Hij getuigt dat hij zich bewust geworden weet met een realiteitsleven dat niet uit deze natuur te verklaren is. Hij getuigt van de overwinning op zichzelf, dit ot dusver de ontwaking, de ontwaking van de hemelse bewustzijnskern tegenhield. hij getuigt dat de dialectische stof geen voorwaarde meer is voor zijn bestaan, omdat hij zich ontheven weet aan de banden van haar tijdelijkheid.

Als zodanig is het een feest van de bekroning, het feest waarop het einddoel van de tijdelijkheid is bereikt, maar tegelijkertijd een feest, omdat het een nieuwe dag van openbaring voor hem heeft ontsloten. Pinksteren, de kroon van zijn leven!

Deze gehele ontwikkeling nu , waar wij u als in snelle vaart doorheen voerden, wordt vanaf de grondlegging van deze wereldorde in alle heilige taal weergegeven. Daarom sprak ook Petrus tot allen die overwegend en bekritiserend deze weg van heiligmaking theoretisch aanschouwden:  ‘Dit is het waarvan gesproken is door de profeet Joël’.

Zodra wij bereid worden bevonden om op de ene hoeksteen te gaan bouwen, vangt het grote proces aan, dat de transmutatie wordt genoemd, het scheikundig huwelijk. In dit proces zijn alle aanzichten in het proces-van-heiligmaking tegelijkertijd begrepen. Het is een dagelijks geboren worden en een dagelijks sterven. Het is een dagelijks opstaan en een dagelijks aangeraakt worden door de volheid van God.

De aanraking noemen wij Jezus. De mogelijkheid noemen wij Christus. De oorzaak noemen wij de liefde van God. En de tempel van de geest zelf, het licht dat van de tempel straalt in zijn volheid, het is: de Heilige Geest.

Bron: Het Universele Pad van Jan van Rijckenborgh en Catharose de Petri