Column: Sprookjeswijsheid voor nu

sprookjes

De wereld draait door en sprookjes komen weer tot leven. Hans en Grietje zijn verdwaald en komen aan bij het snoephuisje van de heks. Heet ze Wifi? Ze snoepen van haar huisje, dat bestaat uit snoep en cookies. Hans, dat is de massa, wordt dik en traag. Maar Grietje is zich bewust van het gevaar, en zij wil niet dik en vetgemest worden om als souper te dienen en opgeofferd te worden aan de spin in het web.

Het vuur wordt opgestookt en de aarde wordt warmer. De heks (Wifi? Facebook? Tinder? Snapchat?) controleert af en toe of de kinderen, de massa, al vet genoeg zijn. Grietje misleidt de heks en steekt een stokje door de tralies. Als de tijd rijp is en het vuur heet genoeg (hoe lang zou het nog duren?) worden de kinderen gehaald; al hun energie zuigt de heks op en wendt zij aan voor haar doeleinden. Maar Grietje, ‘geestig’ als zij is, is alert en duwt de heks in het vuur, zodat zij het is die verbrandt. Nu branden er twee vuren, het vuur van de heks en het vuur van de geest. Het sprookje zet de kinderen – ons – op een spoor huiswaarts en dat hebben sprookjes altijd gedaan. Een geestelijk vuur wijst de weg terug.

Nooit verschenen er zoveel kinderboeken als nu, en het is goed dat sprookjes weer aandacht krijgen. Ieder herkent zich hierin, zowel individueel als collectief. We moeten ze alleen weer leren begrijpen, hun taal voor onze tijd verstaan, op een grappige wijze vatten waarover ze gaan.

De mens is een wezen uit vlees dat in beweging kan worden gebracht en bloed dat door de aderen stroomt. Met een geweldige, bijna niet te begrijpen kracht stuwt het hart het bloed rond door ons lichaam. Ook de aarde heeft een hart, een bezielende kern in het binnenste van die aarde. En de lucht, die we nodig hebben om te leven, wordt zolang we denken kunnen, blijvend aangevoerd, vol leven en keer op keer door Gaia’s ongelooflijk verfijnd organisme, in samenwerking met de zon (Zeus of Jupiter), de levensgeest, gezuiverd en voor ons geschikt gemaakt en gehouden. Om de mens en zijn ontwikkeling juist van dienst te zijn. Niet om zijn vernietiging te bewerkstelligen, doordat andere vormen van inferieur leven hem beroven van zijn levensenergieën.

Aarde en mens zijn eeuwig met elkaar verbonden, maar nu lijkt het soms alsof ‘het beest’, ‘de draak van de mythen’, is losgelaten om alles wat teer, verfijnd en edel is te verslinden. Waar is de fiere Michael of Joris om hem te verslaan?

De aarde zweet, de mens krijgt ademnood, die energieën zoeken hoe dan ook een uitweg. Daarom is het de intelligente weg om weer ‘baas’ over het eigen systeem te worden. Om weer geest in je leven te brengen, en daarnaar te handelen. Zie je medemensen weer met de ogen van de geest, wend je oog af van het verstenend gelaat van Medusa, laat je door Ariadnes draad leiden. Je kunt de minotaurus de macht over je handelingsleven ontnemen of de heks in het vuur werpen, want de heks leeft voort, zolang je bewustzijn het toelaat.

Door de draad is wat eens een labyrint was, een zevenvoudige spiralengang geworden. Theseus verslaat het monster. Grietje geeft de heks het laatste zetje. Het vertrouwen in de geest is, wat er ook gebeurt, belangrijk in je leven. Laat de draad niet los! Het ‘vuur van de Geest’ dooft nooit uit, dat lijkt de hoopvolle suggestie die zoveel sprookjes, mythen, heilige geschriften, vanuit verschillende invalshoeken belichten.

Ook het sprookje van Sneeuwwitje, die Apple met een hap eruit. De zeven fasen van dienst die je doormaakt in het huisje van de dwergen. De diepe slaap, door de appel veroorzaakt, de prins, de geest die de essentie wekt met zijn kus uit het overstijgend domein van het grootste bewustzijn. De kus geldt allen. Allen worden aangeraakt. Wordt wakker, haast je, is de boodschap.